Uitspraak
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
art. 6:230m BW en de contractuele informatieverplichtingen van art. 6:230v BW. De in voornoemde artikelen genoemde informatie moet op duidelijke en begrijpelijke wijze worden verstrekt. Het is aan de eisende partij om gemotiveerd te stellen en onderbouwen dat en hoe aan deze verplichtingen is voldaan. Ter onderbouwing heeft Louwmans een opname van de telefoongesprekken waarin de overeenkomst tot stand is gekomen, de werkbon en een factuur in het geding gebracht.
- het verstrekken van de totale prijs van de zaken of diensten, met inbegrip van alle belastingen, of, als door de aard van de zaak of de dienst de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de manier waarop de prijs moet worden berekend (art. 6:230m lid 1 sub e BW)
- de wijze van betaling, levering, uitvoering, de termijn waarbinnen de handelaar zich verbindt de zaak te leveren of de diensten te verlenen en, voor zover van toepassing, het klachtafhandelingsbeleid van de handelaar (art. 6:230m lid 1 sub g BW).
- de bijkomende kosten zijn niet verschuldigd (art. 6:230n lid 3 BW) en worden daarom afgewezen. Dit betreft de btw ten bedrage van € 391,65.
- de betalingsverplichting van [gedaagde] wordt conform de Richtlijn Sanctiemodel (pre)contractuele informatieverplichtingen verminderd met 25%. Dat betekent dat een bedrag van (€ 1.865,00 x 0,25 =) € 466,25 wordt afgewezen.
met afgekomen alle rommel zo achterlatend maar met de “oude stoppenkast” in de bus. Foto’s van de achtergelaten rommel zijn bijgevoegd.
gebeld dat die kast terug moest voor de verzekering en dat hij geen toestemming had gekregen om die kast mee te nemen, waarop een erg geirriteerde reactie van meneer [betrokkene] kwam, dat-ie daar nog nooit van gehoord had en hij zou wel foto’s van de kast sturen. Daar zijn wij niet mee akkoord gegaan en hebben gezegd dat er niets betaald wordt totdat die stoppenkast bij ons is teruggebracht.
2 februari 2024 (omdat eerst toen bleek dat nakoming blijvend onmogelijk was). Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat gesteld noch gebleken is dat (en waarom) de betalingsverplichting zou zijn vervallen.