Op 28 februari 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was in een strafzaak, stelde dat de rechter, mr. S. Jansen, blijk had gegeven van vooringenomenheid tijdens een zitting op 5 februari 2024. Verzoeker voerde aan dat de officier van justitie hem intimideerde door te zeggen dat hij 'spelletjes speelt' en dat de rechter niet ingreep toen deze opmerkingen werden gemaakt. Verzoeker voelde zich hierdoor onder druk gezet en meende dat de rechter de officier van justitie de ruimte gaf om hem te intimideren.
De wrakingskamer oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten. De rechter had betwist dat zij de officier van justitie de ruimte had gegeven om verzoeker te intimideren en had enkel verzocht dat beide partijen elkaar de ruimte gaven om uit te praten. De wrakingskamer concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de rechter vooringenomen was en dat het wrakingsverzoek daarom werd afgewezen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.