ECLI:NL:RBGEL:2024:103

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
10 januari 2024
Zaaknummer
419222
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitengerechtelijke ontbinding van overeenkomst tussen zorgverlener en IT-dienstverlener met vorderingen tot schadevergoeding en terugbetaling

In deze zaak vordert de opdrachtgever, Stichting Zinzia Zorggroep, dat de rechtbank verklaart dat de overeenkomst met de ICT-dienstverlener Efficy Nederland B.V. buitengerechtelijk is ontbonden. Zinzia stelt dat Efficy tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst voor de ontwikkeling van een CRM-systeem, wat heeft geleid tot verzuim. Efficy betwist de ontbinding en vordert in reconventie betaling van openstaande facturen. De rechtbank oordeelt dat Zinzia de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden, omdat er sprake is van een tekortkoming die de ontbinding rechtvaardigt. Efficy wordt veroordeeld tot terugbetaling van de door Zinzia betaalde facturen, vermeerderd met rente en kosten. De gevorderde schadevergoeding van Zinzia wordt gedeeltelijk toegewezen, omdat er een exoneratieclausule in de overeenkomst is opgenomen. De vorderingen van Efficy in reconventie worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proces- en beslagkosten van Zinzia.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/419222 / HA ZA 23-219
Vonnis van 10 januari 2024
in de zaak van
STICHTING ZINZIA ZORGGROEP,
te Wageningen,
eisende partij,
hierna te noemen: Zinzia,
advocaat: mr. M.A.C. Backx te Oud-Beijerland,
tegen
EFFICY NEDERLAND B.V.,
te 's-Hertogenbosch,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Efficy,
advocaat: mr. N.R. Verhoeff te Utrecht.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 september 2023
- de conclusie van antwoord in reconventie met wijziging van eis in conventie
- de akte eiswijziging (in reconventie) en indiening producties 23 en 24 van Efficy
- de akte indiening producties 25, 26 en 27 van Efficy
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 november 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

2.1.
Tussen Zinzia en Efficy is een overeenkomst gesloten. Op grond van deze overeenkomst heeft Efficy zich ertoe verbonden om een CRM-systeem voor Zinzia te ontwikkelen. Volgens Zinzia is Efficy tekortgeschoten in de nakoming van deze overeenkomst en verkeert Efficy in verzuim. Zinzia stelt dat zij de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. Volgens Efficy is echter geen sprake van een tekortkoming en evenmin van verzuim.
2.2.
Zinzia vordert in conventie onder meer dat voor recht wordt verklaard dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden en dat Efficy wordt veroordeeld tot terugbetaling van door haar betaalde facturen en tot vergoeding van door haar geleden schade. In reconventie vordert Efficy dat Zinzia wordt veroordeeld tot betaling van de resterende facturen, te vermeerderen met rente en kosten, en tot betaling van een schadevergoeding omdat er volgens haar ten onrechte conservatoir beslag is gelegd.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat Zinzia de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden. Er is sprake van een tekortkoming die de ontbinding rechtvaardigt en Efficy verkeert in verzuim. Efficy wordt veroordeeld om de door Zinzia betaalde facturen terug te betalen, te vermeerderen met rente en kosten. De door Zinzia gevorderde schadevergoeding wordt slechts ten dele toegewezen omdat de overeenkomst een exoneratieclausule bevat. De vorderingen in reconventie van Efficy worden afgewezen. Efficy wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeelt in de proces- en beslagkosten van Zinzia.

3.De feiten

3.1.
Zinzia is een zorgverlener. Efficy is een IT-dienstverlener.
3.2.
Zinzia heeft op 7 maart 2022 een offerteaanvraag opgesteld voor een CRM-systeem. Hierin staat onder meer:
1.2. Inleiding afdeling zorgbemiddeling
Zorgbemiddeling is de afdeling binnen Zinzia die zich primair bezighoudt met het matchen van bedbezetting en zorgvraag. Dit is een arbeidsintensief proces, er dienen veel handelingen verricht te worden voordat een cliënt/bewoner kan worden opgenomen. (…) Het is van groot belang dat bedden zo kort mogelijk leegstaan en er dus zo snel mogelijk wordt opgenomen. Op dit moment beschikt Zorgbemiddeling niet over de juiste hulpmiddelen om al het bovenstaande efficiënt en goed te kunnen uitvoeren.(…)1.3. Huidige situatie
(…) Contactmomenten en wachtlijsten worden op dit moment op verschillende manieren in verschillende databronnen vastgelegd (Outlook, Excel, papierwerk). Binnen Zorgbemiddeling lijkt hier geen eenduidige werkwijze voor te zijn. Bij het moment van in-zorg, wordt overige informatie vastgelegd in het desbetreffende EPD (ONS/YSIS) (…) Wachtlijstbeheer geschiedt op basis van Excel formats welke handmatig door Zorgbemiddeling worden geüpdatet.(…)1.4. Gewenste situatie: doel van deze offerte aanvraag
In de gewenste situatie zijn wachtlijstbeheer (lees: plek van een cliënt op de wachtlijst) en bedbezetting aan elkaar gekoppeld. Zo kan constant een match worden gemaakt tussen wachtende cliënt en vrije kamer. Hierbij kan tot op detailniveau worden gematcht. Te denken valt aan een voorkeurslocatie, maar ook medische voorzieningen die een kamer biedt. Daarbij vormt het proces van match tussen leegstaand bed en wachtende cliënt de basis voor Zorgbemiddeling. In de ideale situatie faciliteert een applicatie dit proces. Het dashboard geeft in een oogopslag de situatie weer.
(…)
Ook wordt real time managementinformatie verstrekt, zoals up-to-date wachtlijsten, maar ook de doorlooptijden per cliënt en/of kamer.”
3.3.
Naar aanleiding van de offerteaanvraag is Zinzia in contact gekomen met Efficy. Dit heeft geleid tot offertes van 10 april, 26 april, 4 mei, 5 mei en 9 mei 2022. In deze fase hebben partijen onder meer onderhandeld over de geoffreerde prijs, die Zinzia te hoog vond. Om de kosten te drukken, heeft Efficy voorgesteld om een door haar aan een andere zorgverlener opgeleverd CRM-systeem (hierna: het Vitalis-systeem) als basis te gebruiken. In een e-mail van 2 mei 2022 van Efficy aan Zinzia staat hierover: “
De offerte bevat nu wel het totaal te verwachten aan de diensten, meer omdat we uitgaan van een kopie van een bestaande omgeving”.
3.4.
De offerte van 9 mei 2022 is door partijen ondertekend. In deze ondertekende offerte staat onder meer:
Introductie
Zinzia Zorggroep is op zoek naar een CRM-systeem met als doel een betere en verder doorgevoerde geautomatiseerde ondersteuning bij werkwijzen en processen en dan met name gericht op wachtlijstbeheer en marketing. Efficy CRM biedt een product dat hierin voorziet.
Dit concept plan van aanpak is opgesteld op basis van de informatie die tijdens het acquisitietraject beschikbaar is gesteld. Na opdrachtverstrekking zal dit plan in overleg verder aangevuld en/of uitgewerkt worden. Dit plan van aanpak beschrijft de aanpak en activiteiten die moeten worden uitgevoerd om Efficy CRM te implementeren binnen de Zinzia-organisatie.
(…)
Project definitie
SCOPE VAN HET PROJECT
Dit project behelst de implementatie van Efficy CRM voor de in het pakket van wensen en eisen benoemde functionaliteiten conform de antwoorden die daarop gegeven heeft. Op hoofdlijnen behelst het implementatie project de implementatie van CRM voor 80 gebruikers met de volgende functionaliteiten:
-
(…)
-
Wachtlijstmanagement
-
(…)
-
Integraties met andere applicaties
(…)
Implementatie van uw Efficy CRM-oplossing
Indicatieve prijstabel voor implementatie binnen Zinzia Zorggroep
Onderwerp Aantal dagen Prijs Totaal
(…)
Ontwikkelen Integratie met ONS 2 920 1.840,00
(…)
Voorwaarden van het aanbod
De algemene Inkoopvoorwaarden Gezondheidszorg 2017 (AIVG 2017), die door Zinzia Zorggroep worden gehanteerd, zijn ook van toepassing op deze offerteaanvraag en de hieruit voortvloeiende overeenkomsten. De AIVG 2017 van Zinzia Zorggroep prevaleren boven onze voorwaarden, rekening houdend met onderstaande aanvullende voorwaarden:
(…)
Artikel 20.4 (AIVG Algemeen) Aansprakelijkheid
De eventuele aansprakelijkheid van Efficy is per gebeurtenis, waarbij een samenhangende reeks van gebeurtenissen als één gebeurtenis geldt, beperkt tot 60% van de jaarlijkse licentiekosten”.
3.5.
Op 29 juni 2022 heeft Efficy een projectplan opgesteld, waarmee Zinzia heeft ingestemd. In dit plan staat, onder meer:
3. Business Case
Dit hoofdstuk beschrijft de reden waarom dit project nodig is.
3.2.
Probleem beschrijving
De aanleiding van dit project is de aanschaf van het CRM-systeem Efficy voor de afdeling zorgbemiddeling. Op dit moment beschikt de afdeling niet over de juiste hulpmiddelen om succesvolle processen in te richten voor online marketingdata, wachtlijstbeheer en bedbezetting. Efficy zal deze werkprocessen bestendingen.
3.3.
Gewenste situatie

Wachtlijstbeheer is gekoppeld aan realtime informatie over de bed-beschikbaarheid

Workflows zijn ingericht en geautomatiseerd

(…)
(…)
4. Project Scope
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat er na dit project opgeleverd wordt.
(…)
4.3.
Scope
De scope van het project bestaat uit het volgende:
-
Omgeving op basis van Vitalis
-
(…)
-
Contacten (Cliënten / Medewerkers / Externen)
-
Kamers (Binnen de 4 locaties van Zinzia)
-
(…)
-
Koppeling met ONS
-
(…)
De wijze waarop de bovengenoemde scope wordt vertaald naar Efficy functionaliteit, wordt in detail beschreven in een separaat document:Het functioneel ontwerp.”
3.6.
In het hiervoor genoemde plan is verder een planning opgenomen. Volgens deze planning zou de ‘Livegang’ van het systeem plaatsvinden in de periode van 19 september t/m 2 oktober 2022.
3.7.
Eind augustus 2022 is door Efficy een functioneel ontwerp opgesteld. In dit functioneel ontwerp staat onder meer het volgende:
“Het doel van dit document is het beschrijven van Efficy applicatie zoals deze voor Zinzia Zorggroep in gebruik zal worden ontwikkeld. Dit document beschrijf hierbij alleen de benodigdeaanpassingenvan Efficy. Dit document beschrijft geen standaard Efficy functionaliteiten (maar er zullen een aantal screenshots standaard zaken tonen). Hiernaast gebruiken we geen basis versie van een standaard Efficy, maar de omgeving van Vitalis als basis, waarbij ook geldt dat enkel aanpassingen aan deze basis zullen worden beschreven in dit document.
Dit document beschrijft alle aanpassingen zoals deze in overleg tussen klant en Efficy zijn besproken en vastgesteld. Met dit document moet het voor zowel klant als Efficy duidelijk worden wat van de applicatie kan worden verwacht.
(…)
2.14
Koppeling met ONS
De koppeling met ONS omhelst de volgende zaken:
-
Te doen?
-
Efficy maakt een overzicht wat er momenteel precies gesynchroniseerd wordt
-
Zinzia maakt een overzicht wat vanuit ONS gewenst is in Efficy te krijgen
-
Is het mogelijk dat als er een nieuwe cliënt in ONS komt dat deze automatisch in Efficy aangemaakt wordt?
-
1e + 2e contactpersoon op contact: ONS schiet automatisch veranderingen door in Efficy? En andersom?
-
Bij afsluiten cliëntdossier: Kan dit vanuit ONS doorgeschoten worden? Waarom gaat een cliënt uit zorg? (overlijden, andere zorginstelling, ect). Dit is essentieel voor de cijfers.”
3.8.
De geplande livegang in september/oktober 2022 heeft niet plaatsgevonden. Een belangrijk struikelblok vormde de koppeling tussen het door Efficy te leveren CRM-systeem en het ONS-systeem dat Zinzia gebruikte voor de registratie van cliëntgegevens. Efficy kon op dat moment alleen een door haar genoemde ‘standaardkoppeling’ opleveren. Zinzia stond een uitgebreidere koppeling voor ogen.
3.9.
Op 11 oktober 2022 stuurt Zinzia aan Efficy een brief met de titel ‘INGEBREKESTELLING’. In deze brief staat onder meer:
“Ons is gebleken dat de door u geleverde software en diensten aangaande Customer Relationship Management (CRM) niet voldoen aan de gangbare eisen. (…)
Met het vorenstaande bent u toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van uw verplichtingen voortvloeiende uit onze overeenkomst.
(…)
Om het project op korte termijn te kunnen voortzetten en zowel jullie als onze schade zoveel mogelijk te beperken, verwachten we voor donderdag 13 oktober 2022 10.00 uur van jullie een verbeterplan te ontvangen. In dit verbeterplan dient opgenomen te worden hoe Efficy op zeer korte termijn zal voldoen aan de gestelde eisen, zodat de software daarna, na onze goedkeuring, live kan gaan.”
3.10.
Nadien hebben partijen veelvuldig met elkaar gecommuniceerd om de uitgebreidere ONS-koppeling tot stand te brengen en zo alsnog tot een livegang te kunnen komen. In deze fase is namens Efficy de heer [naam 1] , Head of Projects Belgium and Luxembourg, geïntroduceerd als nieuwe contactpersoon. Op 29 november 2022 vindt een bespreking plaats tussen partijen. De heer [naam 1] deelt diezelfde dag met Zinzia per e-mail zijn verslag van die bespreking. In die e-mail staat onder meer:
Hieronder mijn meeting minutes

Vanaf nu ben ik jullie SPOC. Alle communicatie zal via mij verlopen.

ONS -> Efficy standaard koppeling is opgeleverd

Uitbreiding van ONS -> Efficy koppeling is nog niet opgeleverd

(…)

ONS koppeling moet klaar zijn met de volledige scope voor de go-live

(…)

Er ontbreken nog must-have features die opgelevered moeten worden voor de go-live

(…).”
3.11.
Op 5 januari 2023 mailt de heer [naam 1] aan Zinzia, onder meer:
“Wij hebben een standaard koppeling met ONS enkel voor contactpersonen. Tijdens de go-live in october werden de contacten uitgelezen uit de productie omgeving van ZinZia.
Kamerdossiers, clientdossiers, kamers, … is een uitbreiding van onze ONS koppeling die op maat ontwikkeld moet worden voor ZinZia.”
3.12.
Op 7 februari 2023 mailt Zinzia aan Efficy onder meer het volgende:
“Toch zijn we jullie tegemoetgekomen en is op grond van nadere afspraken de termijn verlengd. In de overeenkomst is een live-gang in de periode van 19-9-2022 tot en met 2-10-2022 genoemd. Efficy heeft na de ingebrekestelling waarin een termijn tot 13-10-2022 was opgenomen een nadere termijn gekregen tot 14-10-2022. Daarna heeft overleg plaatsgevonden en is tot en met 25-1-2023 een nadere termijn gegeven. Hierdoor vinden we dat we ons zeer schappelijk hebben opgesteld.
Helaas zijn jullie in die termijn wederom niet in staat geweest om tot een livegang te komen. Daarmee hebben jullie de overeenkomst niet nagekomen en hebben jullie de gebreken niet uiterlijk op 25-1-2023 hersteld.
(…).
Op grond van de AIVG zijn jullie in verzuim en kan tot ontbinding worden overgegaan. Zie ook de bovengenoemde artikelen. Ook op grond van artikel 6:83 BW zijn jullie in verzuim. We hebben dan ook op grond van artikel 6:265 BW (naast de AIVG) de mogelijkheid om tot ontbinding over te gaan.
(…)
We geven jullie nog eenmaal de gelegenheid om de gebreken te herstellen en de overeenkomst na te komen. Indien jullie daarvoor ONS Nedap consultants moeten inschakelen, komt dat voor jullie eigen rekening en risico. Gisteren vroeg je me welke ONS Nedap partner ons begeleid: dat is de firma [naam bedrijf] . Daarmee heb je toegang tot een partij die onze inrichting behoord te kennen.
De livegang conform hetgeen is overeengekomen in de opdrachtbevestiging en het projectplan dient uiterlijk 21 februari 2023 plaats te vinden. Wanneer jullie dat niet lukt, blijven jullie in gebreke en zullen wij tot ontbinding van de overeenkomst overgaan (…).”
3.13.
Op 20 februari 2023 reageert Efficy op de onder 3.12 genoemde e-mail, met onder meer de boodschap:
“In de mail van 7 februari wordt een ultimatum gesteld om de volledige livegang uiterlijk op 21 februari a.s. gerealiseerd te hebben. Aan dat ultimatum kunnen we niet voldoen.”. In plaats daarvan vraagt Efficy om “
iets meer” tijd.
3.14.
Bij e-mail van 21 februari 2023 wordt door Zinzia aan Efficy de gegeven termijn verlengd tot 7 maart 2023.
3.15.
Het is Efficy uiteindelijk niet gelukt om de uitgebreidere ONS-koppeling te maken. Bij e-mail van 10 maart 2023 roept Zinzia de ontbinding in van de overeenkomst.
3.16.
Op 29 maart 2023 stuurt de advocaat van Zinzia aan Efficy een e-mail, waarin namens Zinzia onder meer aanspraak wordt gemaakt op terugbetaling van de door Zinzia betaalde facturen, berekend op € 24.950,20. Namens Zinzia wordt Efficy een termijn van twee weken gegeven om (onder meer) dit bedrag terug te betalen.
3.17.
Na verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, heeft Zinzia ten laste van Efficy conservatoir beslag gelegd.

4.Het geschil in conventie en in reconventie

4.1.
In conventie vordert Zinzia, na vermeerdering van eis, dat de rechtbank, waar mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat:
- Efficy toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst
met Zinzia;
-
primairvoornoemde overeenkomst als ontbonden moet worden beschouwd door de buitengerechtelijke ontbinding van 10 maart 2023,
subsidiairvoornoemde overeenkomst door de rechtbank wordt ontbonden per de datum van het te wijzen vonnis, dan wel op een door de rechtbank nader te bepalen datum;
- Efficy aansprakelijk is voor de door Zinzia geleden en nog te lijden schade;
Efficy veroordeelt om aan Zinzia te betalen een bedrag van € 11.934,52, te vermeerderen met de wettelijke rente primair vanaf de vervaldata van de facturen met betrekking tot de genoemde buitengerechtelijke- en gerechtelijke kosten, althans subsidiair vanaf de dag van deze conclusie van 15 november 2023, tot aan de dag der dagvaarding;
Efficy veroordeelt om aan Zinzia te betalen een bedrag van € 88.773,78, te vermeerderen primair met de wettelijke handelsrente en subsidiair met de wettelijke rente, vanaf de dag van betaling van de betreffende facturen, althans vanaf de dag der dagvaarding, en voor wat betreft de nadere kosten en schade vanaf 10 maart 2023, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
Efficy veroordeelt om aan Zinzia te betalen de buitengerechtelijke kosten van
€ 1.557,48, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
Efficy veroordeelt om de door Zinzia geleden en nog te lijden schade te voldoen, nader op te maken bij staat;
Efficy veroordeelt in de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten en de beslagkosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis.
4.2.
Aan haar vorderingen legt Zinzia in de kern ten grondslag dat Efficy tekort is geschoten in de nakoming van de gesloten overeenkomst, doordat het Efficy niet is gelukt om het overeengekomen CRM-systeem op te leveren. De uitgebreide ONS-koppeling is hierbij essentieel. Zonder die koppeling is een automatisch en real-time wachtlijstbeheer niet mogelijk. Als gevolg van deze tekortkoming mocht Zinzia de overeenkomst ontbinden en heeft Zinzia recht op terugbetaling van de door haar betaalde facturen (€ 24.950,20). Verder heeft Zinzia recht op vergoeding van de door haar geleden schade.
4.3.
Efficy voert verweer. Volgens Efficy is overeengekomen dat zij een kopie van het Vitalis-systeem bij Zinzia zou implementeren. De uitgebreide ONS-koppeling maakt geen deel uit van dit systeem en (daarmee) ook niet van de overeenkomst. Er is dan ook geen sprake van een tekortkoming aan de zijde van Efficy, zodat Zinzia de overeenkomst niet kan ontbinden. Voor zover wel sprake is van een tekortkoming, geldt dat Efficy niet in verzuim is komen te verkeren. Aan Efficy is geen redelijke termijn geboden om alsnog na te komen. Verder had Efficy de hulp nodig van Zinzia om de door Zinzia gewenste uitgebreidere ONS-koppeling te maken. Omdat Zinzia die hulp niet heeft geboden, verkeert zij in schuldeisersverzuim. In het geval de overeenkomst wel is ontbonden, dient Zinzia op grond van artikel 6:272 BW een vergoeding te betalen in verband met de waarde die het op 11 oktober 2022 opgeleverde CRM-systeem had. Deze waarde komt overeen met het totaal van de betaalde en nog openstaande facturen van Efficy. Efficy mag deze vordering uit hoofde van de waardevergoeding verrekenen met haar schuld uit hoofde van de terugbetalingsverplichting. Verder vordert Zinzia ten onrechte terugbetaling inclusief btw. Efficy betwist de verschuldigdheid en de omvang van de door Zinzia gestelde schade. Verder beroept Efficy zich op de in de overeenkomst opgenomen exoneratieclausule, op grond waarvan haar aansprakelijkheid is beperkt tot 60% van de jaarlijkse licentiekosten. Deze kosten bedragen hooguit € 5.760,-, zodat de aansprakelijkheid van Efficy is beperkt tot maximaal € 3.456,-. Tot slot voert Efficy verweer tegen de gevorderde (handels)rente en buitengerechtelijke kosten en betoogt zij dat Zinzia onvoldoende belang heeft bij de gevorderde verklaring voor recht.
4.4.
In reconventie vordert Efficy, na vermeerdering van eis, dat de rechtbank, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Zinzia veroordeelt tot betaling aan Efficy van € 33.874,19, vermeerderd met rente,
Zinzia veroordeelt tot betaling aan Efficy van € 1.113,74,
Zinzia veroordeelt tot betaling aan Efficy van de door Efficy in verband met de beslaglegging van Zinzia en de als gevolg daarvan gestelde bankgarantie geleden en nog te lijden schade, bestaande uit:
- € 150,-, vermeerderd met rente,
- 1,25% garantiecommissie over een bedrag van € 101.722,24, vanaf 27 juli 2023,
- de overige kosten c.q. vergoedingen die de bank bij Efficy in rekening brengt in verband met de op 27 juli 2023 gestelde beslaggarantie.
subsidiair, voor zover de rechtbank oordeelt dat Efficy de door Zinzia aan haar betaalde bedragen aan Zinzia moet terugbetalen:
Zinzia veroordeelt tot betaling aan Efficy van € 58.824,39, vermeerderd met rente,
Zinzia veroordeelt in de proceskosten, vermeerderd met rente.
4.5.
Ter onderbouwing van haar vorderingen voert Efficy in de kern het volgende aan. Zinzia heeft slechts een deel van de door Efficy in het kader van de overeenkomst verrichte werkzaamheden betaald. Zinzia moet ook de overige facturen betalen. Daarnaast dient Zinzia de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.113,74 aan Efficy te vergoeden. Verder heeft Efficy schade geleden doordat Zinzia ten onrechte conservatoir beslag heeft gelegd. Om de beslagen opgeheven te krijgen, diende Efficy een bankgarantie te stellen. Efficy vordert de hiermee gemoeide kosten. Voor het geval Efficy haar vordering uit hoofde van de waardevergoeding bij ontbinding, niet mag verrekenen met haar schuld uit hoofde van de ongedaanmakingsverplichting, vordert zij deze vergoeding in reconventie.
4.6.
Zinzia voert verweer. Volgens haar is zij uit hoofde van de overeenkomst niets meer verschuldigd aan Efficy, omdat zij die overeenkomst heeft ontbonden. Van een waardevergoeding aan Efficy is geen sprake, omdat het door Efficy gebouwde CRM-systeem zonder uitgebreide ONS-koppeling voor Zinzia geen waarde heeft. Zinzia betwist de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten. Zinzia bestrijdt ook dat zij onrechtmatig beslag heeft gelegd en dat zij uit dien hoofde jegens Efficy schadeplichtig is.

5.De beoordeling

Processueel
5.1.
Zinzia heeft bezwaar gemaakt tegen de indiening van de aktes van Efficy van
24 oktober 2023 (eiswijziging in reconventie en producties 23 en 24) en 3 november 2023 (producties 25, 26 en 27). Volgens Zinzia moesten deze stukken uiterlijk vier weken voor de mondelinge behandeling worden ingediend.
5.2.
In deze procedure hebben partijen gediscussieerd over de termijn waarbinnen de conclusie van antwoord in reconventie moest worden ingediend. De rolrechter heeft beslist dat voor de indiening van die conclusie een termijn van vier weken gold. Over het indienen van andere stukken of aktes is niets bepaald, zodat hiervoor de gebruikelijke termijnen gelden. Dit betekent dat producties uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling in het geding moeten worden gebracht (artikel 87 lid 6 Rv) en dat een wijziging van eis mogelijk is zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen (artikel 130 lid 1 Rv). De rechtbank stelt vast dat beide aktes tijdig zijn ingediend. Beide aktes zullen daarom worden toegelaten. De rechtbank betrekt hierbij dat de wijziging van eis beperkt in omvang en eenvoudig van aard is, zodat geen sprake is van strijd met de eisen van een goede procesorde.
Tekortkoming
5.3.
De belangrijkste discussie tussen partijen gaat over wat zij nu precies zijn overeengekomen. Volgens Efficy hoefde het bij Zinzia te implementeren CRM-systeem slechts een beperkte – door haar als ‘standaard’ genoemde – ONS-koppeling te bevatten. Volgens Zinzia is een uitgebreidere ONS-koppeling overeengekomen. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
5.4.
De ondertekende offerte zelf biedt op dit punt geen duidelijkheid. In het hoofdstuk ‘Projectdefinitie’ wordt niet gesproken over ONS. Mogelijk staat er over de koppeling met ONS iets in het ‘pakket van wensen en eisen’, waarnaar in dit hoofdstuk wordt verwezen, maar op dit stuk is door partijen in de processtukken geen beroep gedaan en het stuk is ook niet door partijen in het geding gebracht. Voor het overige bevat de ondertekende offerte, ondanks zijn omvang van 33 bladzijden, weinig concrete informatie over het door Efficy te implementeren systeem. De enige concrete verwijzing naar een te realiseren koppeling met ONS is te vinden in de financiële paragraaf. Hierin is voor ‘Ontwikkelen Integratie met ONS’ twee dagen werk gerekend. Hieruit kan voldoende worden afgeleid dat een ONS-koppeling onderdeel is van de overeenkomst, maar niet wat die koppeling behelst.
5.5.
De rechtbank begrijpt uit de ondertekende offerte en de stellingen van partijen dat de inhoud van de overeenkomst ook wordt vormgegeven door het nadien op 29 juni 2022 opgestelde projectplan. Ook hierin staat weliswaar dat er een ONS-koppeling zou worden gerealiseerd, maar niet hoe deze eruit zou moeten zien.
5.6.
In het projectplan wordt verwezen naar een functioneel ontwerp. De rechtbank beschikt alleen over het onder 3.7 genoemde functioneel ontwerp van eind augustus 2022, met versienummer 1.1. In dat functioneel ontwerp is wel een paragraaf opgenomen over de ONS-koppeling, maar hierin lijken vooral praktische werkafspraken te staan. Uit dit stuk valt voor de rechtbank niet af te leiden wat partijen hebben afgesproken over hetgeen door Efficy uiteindelijk moest worden gerealiseerd.
5.7.
Voor de uitleg van de overeenkomst acht de rechtbank ook de offerteaanvraag van belang. Ook in dit stuk staat echter niet wat voor ONS-koppeling er zou moeten worden gerealiseerd.
5.8.
De tussenconclusie is hiermee dat in de contractstukken geen concrete afspraken staan over de inhoud van de te realiseren ONS-koppeling.
5.9.
De rechtbank zal vervolgens de omvang van de te realiseren ONS-koppeling beschouwen in de context van het te realiseren CRM-systeem, om te kunnen beoordelen wat partijen op dit punt over en weer redelijkerwijs van elkaar hebben mogen verwachten.
5.10.
In dit verband heeft Efficy gesteld dat partijen in de onderhandelingsfase afscheid hebben genomen van de offerteaanvraag van Zinzia en dat zij zijn overeengekomen dat slechts een kopie van het Vitalis-systeem zou worden geleverd. Deze stelling is in het licht van de gemotiveerde betwisting hiervan door Zinzia naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende door Efficy onderbouwd. Hiertoe is het volgende redengevend. Dat partijen in de onderhandelingsfase hebben gesproken over het omlaag brengen van de door Efficy in eerste instantie geoffreerde prijs en dat in dat kader gesproken is over het hanteren van het Vitalis-systeem als vertrekpunt, staat niet ter discussie. Dit is echter iets anders dan dat partijen zijn overeengekomen dat Efficy slechts een kopie van het Vitalis-systeem zou leveren. Alleen de onder 3.3. genoemde e-mail van 2 mei 2022 biedt voor die opvatting steun. Hiertegenover staan verschillende nadien opgestelde stukken, te weten de ondertekende offerte, het projectplan en het functioneel ontwerp. Die stukken wijzen er juist op dat meer is overeengekomen dan slechts een kopie van het Vitalis-systeem. Zo staat in de ondertekende offerte niets over het Vitalis-systeem en wordt voor de omvang van het project verwezen naar het ‘pakket van wensen en eisen’ van Zinzia. In het plan van aanpak en het functioneel ontwerp staat over het Vitalis-systeem dat dit als basis zal dienen, waaraan in het functioneel ontwerp is toegevoegd dat in dat document de aanpassingen aan dat systeem worden beschreven. Dit valt niet te rijmen met de stelling van Efficy dat slechts is overeengekomen dat een kopie van het Vitalis-systeem zou worden geïmplementeerd, zodat deze stelling moet worden verworpen. Overigens heeft Zinzia er terecht op gewezen dat in de eerste offerte (voordat over het Vitalis-systeem is gesproken) net zoveel werktijd is gerekend voor de ONS-koppeling als in de ondertekende offerte, hetgeen erop wijst dat het hanteren van het Vitalis-systeem als basis in ieder geval geen invloed heeft gehad op de beoogde omvang van de ONS-koppeling.
5.11.
Uit de genoemde contractstukken volgt dat Zinzia af wilde van haar bestaande werkwijze, waarbij op elk van haar vier zorglocaties de informatie over de bezetting van bedden enerzijds en de zorgvraag/wachtlijsten anderzijds op een verschillende manier werden bijgehouden. In plaats van deze gefragmenteerde werkwijze met veel handmatige invoer, wilde Zinzia voor al haar zorglocaties één digitaal systeem. Dat Zinzia hierbij een zoveel mogelijk geautomatiseerd systeem voor ogen stond, blijkt naar het oordeel van de rechtbank voldoende uit de offerteaanvraag. Hierin wordt de bestaande situatie waarvan Zinzia afscheid wil nemen, met een wachtlijstbeheer op basis van Excel formats die handmatig moeten worden bijgewerkt, afgezet tegen de gewenste situatie. In die gewenste situatie is sprake van een koppeling tussen wachtlijstbeheer en bedbezetting, waardoor constant een match kan worden gemaakt tussen wachtende cliënt en kamer. Ook wordt beschreven dat het dashboard in een oogopslag de situatie weergeeft en dat real time managementinformatie beschikbaar is, zoals up-to-date wachtlijsten. Het gebruik van bewoordingen als ‘real time’, ‘constant’ en ‘up-to-date’ wijst erop dat het systeem zo veel mogelijk automatisch wordt bijgewerkt. Een systeem dat steeds afhankelijk is van de handmatige invoer door medewerkers, biedt immers geen ‘real time’ informatie, is niet steeds ‘up-to-date’ en kan niet ‘constant’ een match maken tussen wachtende cliënt en beschikbare kamer.
5.12.
De wens van Zinzia met de hiervoor genoemde bewoordingen, of andere van gelijke strekking, komt ook terug in de ondertekende offerte en het projectplan. Zo staat in de ondertekende offerte dat Zinzia op zoek is naar een CRM-systeem voor een betere en verder doorgevoerde geautomatiseerde ondersteuning bij werkwijzen en processen en dan met name gericht op wachtlijstbeheer en marketing en dat Efficy een product biedt dat hierin voorziet. In het plan van aanpak staat dat in de gewenste situatie wachtlijstbeheer is gekoppeld aan real time informatie over de bedbeschikbaarheid en dat workflows zijn ingericht en geautomatiseerd. In het licht van deze omstandigheden moet de overeenkomst zo worden uitgelegd, dat partijen zijn overeengekomen dat het door Efficy te implementeren CRM-systeem zoveel mogelijk geautomatiseerd zou zijn.
5.13.
De rechtbank stelt vast dat voor een dergelijk geautomatiseerd systeem een uitgebreidere ONS-koppeling nodig is dan de door Efficy gerealiseerde standaardkoppeling. Zowel Zinzia als Efficy hebben tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat met de gerealiseerde standaard ONS-koppeling handmatige invoer nodig blijft.
5.14.
Gelet hierop gaat de rechtbank er in beginsel van uit dat partijen een uitgebreidere ONS-koppeling zijn overeengekomen. Dit betekent dat er concrete aanwijzingen moeten zijn dat partijen, in plaats van zo een uitgebreidere koppeling, slechts de door Efficy genoemde standaardkoppeling zijn overeengekomen. Die aanwijzingen zijn er niet. Er zijn eerder aanwijzingen van het tegendeel, zoals de onder 3.10 genoemde e-mail waaruit volgt dat ook Efficy zich op het standpunt stelde dat de uitgebreidere ONS-koppeling gereed moest zijn voordat het systeem live kon gaan.
5.15.
De uitleg van de overeenkomst in die zin dat partijen de uitgebreidere ONS-koppeling zijn overeengekomen, komt de rechtbank bovendien het meest logisch voor. In de visie van Efficy zijn partijen een systeem overeengekomen waarbij er weliswaar een koppeling met ONS bestaat, maar er desondanks gegevens – die op zich gewoon in ONS beschikbaar zijn –, toch nog (opnieuw) handmatig in het CRM-systeem moeten worden ingevoerd. Die uitleg ligt niet voor de hand.
5.16.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat partijen een uitgebreidere ONS-koppeling zijn overeengekomen dan de door Efficy genoemde standaardkoppeling. Aangezien Efficy deze uitgebreidere koppeling niet heeft gerealiseerd, staat vast dat Efficy in de nakoming van haar verplichtingen is tekortgeschoten. De hierover gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden afgegeven.
Verzuim en ontbinding
5.17.
Met de onder 3.12 genoemde e-mail van 7 februari 2023 heeft Zinzia een duidelijke ingebrekestelling gestuurd. De in deze e-mail gestelde termijn tot uiterlijk 21 februari 2023, welke termijn vervolgens nog eenmaal is verlengd tot 7 maart 2023, acht de rechtbank redelijk. Bij dit oordeel betrekt de rechtbank dat het CRM-systeem eind september / begin oktober 2022 live had moeten gaan en dat er sindsdien al meerdere termijnen aan Efficy waren gesteld.
5.18.
Vast staat dat Efficy het systeem niet op 7 maart 2023 heeft opgeleverd. Dit betekent dat zij in ieder geval sindsdien in verzuim verkeert.
5.19.
Het betoog van Efficy dat zij niet in verzuim is komen te verkeren omdat bij Zinzia sprake was van schuldeisersverzuim, slaagt niet. In de kern komt het betoog van Efficy erop neer dat zij meerdere keren bij Zinzia zou hebben aangegeven dat zij hulp, waaronder specifieke ONS-kennis, nodig had om de uitgebreidere ONS-koppeling te maken. Dit miskent echter dat het de verantwoordelijkheid van Efficy is om de ONS-koppeling te maken en dat zij de deskundige partij is. Voor zover zij bepaalde kennis of deskundigheid miste om haar werk te voltooien, lag het op haar weg om dit te verhelpen. Dit was niet de taak van Zinzia. Dit is alleen anders indien bepaalde kennis of informatie alleen bij Zinzia beschikbaar was, Efficy hierom heeft gevraagd en Zinzia heeft geweigerd om deze kennis of informatie te delen. Het enige concrete dat Efficy in dit verband heeft gesteld, is dat Zinzia zou hebben nagelaten om Efficy op de hoogte te brengen van de naam van de ONS implementatiepartner van Zinzia. Deze stelling kan Efficy niet baten. In de eerste plaats niet omdat het niet in geschil is dat Zinzia op 7 februari 2023 Efficy heeft bericht wie haar ONS partner is. Voor zover al sprake zou zijn van schuldeisersverzuim, dan is daaraan dus op
7 februari 2023 een einde gekomen, hetgeen een maand is voor het aflopen van de verlengde termijn van de ingebrekestelling. In de tweede plaats niet omdat Zinzia gemotiveerd heeft weersproken dat haar eerder om de implementatiepartner was verzocht en Efficy niet heeft onderbouwd dat dit daadwerkelijk het geval is. Uit de door partijen overgelegde mailwisseling lijkt ook te kunnen worden opgemaakt dat Efficy niet eerder heeft gevraagd om de naam van de implementatiepartner. Zo staat in de e-mail van 7 februari 2023, met onderstreping door de rechtbank: “
Gisterenvroeg je me welke ONS Nedap partner ons begeleid …”. Dat Efficy wel eerder om de implementatiepartner heeft gevraagd is bij deze stand van zaken in ieder geval onvoldoende onderbouwd. Hierbij is van belang dat als Efficy, als opdrachtnemer en deskundige partij, meent dat zij de contactgegevens van de implementatiepartner nodig heeft om haar opdracht te kunnen vervullen, zij daar dan expliciet om moet vragen. Het enkel aangeven dat zij hulp nodig heeft bij het maken van de ONS-koppeling, volstaat in dit verband niet.
5.20.
Omdat Efficy is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en zij ter zake in ieder geval sinds 7 maart 2023 in verzuim is, stond het Zinzia vrij om op 10 maart 2023 de overeenkomst te ontbinden. De gevorderde verklaring voor recht dat de overeenkomst als ontbonden moet worden beschouwd door de buitengerechtelijke ontbinding van 10 maart 2023, zal derhalve worden gegeven.
De gevolgen van de ontbinding
5.21.
Als gevolg van de ontbinding dient Efficy de door haar ontvangen prestaties ongedaan te maken. Concreet betekent dit dat Efficy hetgeen Zinzia aan haar heeft betaald, aan haar zal moeten terugbetalen. Het is niet in geschil dat Zinzia een bedrag van € 24.950,20 aan Efficy heeft betaald, zodat Efficy dit bedrag aan Zinzia zal moeten terugbetalen. Anders dan door Efficy is betoogd, ziet de rechtbank geen aanleiding om hierbij rekening te houden met hetgeen partijen ten aanzien van de omzetbelasting al dan niet hebben afgedragen of verrekend. Die latere afdracht of verrekening heeft immers geen invloed op hetgeen Zinzia aan Efficy heeft betaald en daarmee ook niet op de omvang van de ongedaanmakingsverbintenis.
5.22.
Ook Zinzia dient de door haar ontvangen prestaties ongedaan te maken. Zoals Efficy heeft betoogd, gaat het hierbij om prestaties die naar hun aard niet ongedaan gemaakt kunnen worden, zodat Efficy in plaats van ongedaanmaking recht heeft op een vergoeding. Op grond van artikel 6:272 lid 2 BW is deze vergoeding beperkt tot het bedrag van de waarde die de prestatie voor Zinzia in de gegeven omstandigheden werkelijk heeft gehad, aangezien de prestatie niet aan de verbintenis heeft beantwoord. In dit kader heeft Zinzia onweersproken gesteld dat zij geen gebruik heeft gemaakt van hetgeen Efficy wel heeft gemaakt, dat zij hiervan ook geen gebruik zal maken en dat zij inmiddels een andere partij heeft ingeschakeld om het door haar gewenste CRM-systeem te realiseren. In het licht hiervan is de rechtbank van oordeel dat de door Efficy geleverde prestatie voor Zinzia geen werkelijke waarde heeft gehad. Dit betekent dat Efficy voor deze prestatie geen recht heeft op een vergoeding.
Schadevergoeding
5.23.
Zinzia vordert een schadevergoeding van € 63.823,58 vanwege gemaakte interne en externe kosten en € 11.934,52 vanwege werkelijke buitengerechtelijke- en gerechtelijke kosten.
5.24.
Efficy heeft gewezen op de exoneratieclausule die is opgenomen in de ondertekende offerte zoals genoemd in 3.4. Zinzia heeft betoogd dat haar algemene voorwaarden voorgaan op deze clausule, maar daarvoor ziet de rechtbank geen grond. In de ondertekende offerte is juist expliciet vermeld dat op dit punt de exoneratieclausule de algemene voorwaarden van Zinzia vervangt.
5.25.
Op grond van de exoneratieclausule is een eventuele aansprakelijkheid van Efficy beperkt tot 60% van de jaarlijkse licentiekosten. Volgens het overzicht op pagina 25 van de ondertekende offerte bedragen de jaarlijkse licentiekosten € 8.844,-. Dit betekent dat de aansprakelijkheid van Efficy is beperkt tot € 5.306,40.
5.26.
Op grond van artikel 20.1 van de AIVG is Efficy aansprakelijk voor de schade die Zinzia heeft geleden. Onder deze schade valt, aldus deze bepaling, ook ‘
eventuele volledige buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten’ die Zinzia als gevolg van het niet nakomen heeft moeten maken. Zinzia heeft naar het oordeel van de rechtbank, door overlegging van de facturen van haar advocaat met bijbehorende urenstaten en gelet op de omvang van het dossier, voldoende inzichtelijk gemaakt dat zij alleen al tot 6 oktober 2023 voor € 11.943,52 aan buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten heeft gemaakt. Efficy dient dit bedrag te vergoeden, met dien verstande dat haar aansprakelijkheid is beperkt tot € 5.306,40. De rechtbank ziet hierbij, anders dan Efficy heeft bepleit, geen aanleiding om deze kosten te matigen. Hierbij is van belang dat in dit geval sprake is van een zakelijk geschil tussen twee professionele partijen, dat de gevorderde kosten werkelijk zijn gemaakt en dat deze kosten passen bij de omvang en ingewikkeldheid van de zaak.
5.27.
De gevorderde verklaring voor recht dat Efficy aansprakelijk is voor de door Zinzia geleden en nog te lijden schade zal niet worden afgegeven, aangezien die verklaring – als gevolg van de exoneratie – onjuist zou zijn. Om diezelfde reden zal Efficy niet worden veroordeeld om de door Zinzia geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat, te vergoeden.
5.28.
Voor het overige kunnen de schadevergoedingsvorderingen onbesproken blijven, nu een verdere bespreking – gelet op de exoneratie – niet tot een ander oordeel kan leiden.
Wettelijke rente
5.29.
Zoals hiervoor is overwogen zal Efficy worden veroordeeld om € 24.950,20 (ongedaanmakingsverplichting) en € 5.306,40 (schadevergoeding) aan Zinzia te betalen. Over deze bedragen vordert Zinzia vergoeding van de wettelijke handelsrente, althans de gewone wettelijke rente.
5.30.
Voor verschuldigdheid van wettelijke handelsrente is vereist dat is voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 6:119a BW. Dat in dit geval aan die voorwaarden is voldaan, is door Efficy gemotiveerd betwist, door Zinzia niet uitgewerkt en valt ook overigens niet in te zien. De rechtbank zal daarom geen wettelijke handelsrente toewijzen.
5.31.
De gewone wettelijke rente is op grond van artikel 6:119 BW verschuldigd over de tijd dat de schuldenaar met de voldoening van een geldsom in verzuim is geweest. Dit betekent dat de rechtbank ten aanzien van zowel de ongedaanmakingsverplichting als de schadevergoeding moet vaststellen of, en zo ja vanaf wanneer, Efficy in verzuim is geraakt.
5.32.
Ten aanzien van de schadevergoedingsverplichting geldt dat Efficy op grond van artikel 6:83 onder b BW in verzuim verkeert, vanaf het moment dat de schadevergoeding opeisbaar is en Efficy deze niet heeft betaald. Hierbij geldt dat de schade van Zinzia is ontstaan, (steeds) nadat zij de aan haar in rekening gebrachte buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten opeisbaar verschuldigd is geworden. Afgaande op de aan Zinzia verzonden facturen en de daarop vermelde betaaldata betekent dit dat Efficy over de schadevergoeding wettelijke rente is verschuldigd:
  • over een bedrag van € 3.113,68, vanaf 25 mei 2023
  • over een bedrag van € 638,88, vanaf 20 juni 2023
  • over een bedrag van € 1.553,84, vanaf 6 juli 2023.
5.33.
Voor verzuim ten aanzien van de ongedaanmakingsverbintenis is een ingebrekestelling als bedoeld in artikel 6:82 BW nodig. Bij e-mail van 29 maart 2023 heeft Zinzia aan Efficy een termijn van twee weken gegeven om (onder meer) het bedrag van € 24.950,20 terug te betalen. Dit betekent dat Efficy vanaf 13 april 2023 in verzuim verkeert en sindsdien de wettelijke rente is verschuldigd.
Beslagkosten en proceskosten
5.34.
Zinzia vordert Efficy te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is toewijsbaar gelet op artikel 706 Rv. Het gaat om de volgende kosten:
- verschotten
517,59
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
766,00
(1,00 punten × € 766,00)
Totaal
1.959,59
5.35.
Efficy is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Zinzia als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
106,73
- griffierecht
2.161,00
- salaris advocaat
- nakosten
1.915,00
173,00
(2,50 punten × € 766,00)
(vermeerderd met de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.355,73
5.36.
Het gehanteerde liquidatietarief is gebaseerd op de omvang van het deel van de vordering dat wordt toegewezen.
5.37.
De rechtbank heeft bij de proceskostenveroordeling onderkend dat uit hoofde van gemaakte buitengerechtelijke- en proceskosten al een schadevergoeding aan Zinzia wordt toegekend. Hierin ziet de rechtbank echter geen aanleiding om af te wijken van de gebruikelijke wijze van berekening van de proceskostenveroordeling. Hiertoe is onder meer redengevend dat Zinzia als gevolg van de exoneratieclausule van haar kosten slechts € 5.306,40 als schadevergoeding vergoed krijgt en dat het totaal van schadevergoeding en proceskostenvergoeding lager is dan de werkelijke kosten van Zinzia (waarbij bekend is dat deze kosten tot 6 oktober 2023 € 11.943,52 hebben bedragen en in dit bedrag de kosten van – de voorbereiding van – de latere mondelinge behandeling nog niet zijn meegenomen).
5.38.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Reconventie
5.39.
Op hetgeen hiervoor is besproken stuiten alle vorderingen in reconventie af. Omdat de overeenkomst is ontbonden, heeft Efficy geen recht op betaling van haar facturen. Omdat Zinzia een vordering heeft op Efficy, kan niet worden gezegd dat sprake is van een onrechtmatig beslag, zie ook 5.34. Tot slot is in het voorgaande al overwogen dat Efficy, in het kader van de ontbinding, geen recht heeft op een vergoeding voor de door haar geleverde prestatie.
5.40.
Efficy is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Zinzia als volgt vastgesteld:
- salaris advocaat
766,00
(1 punt × € 766,00)
Totaal
766,00

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
verklaart voor recht dat Efficy tekort is geschoten in de nakoming van de in dit vonnis benoemde overeenkomst met Zinzia,
6.2.
verklaart voor recht dat deze overeenkomst als ontbonden moet worden beschouwd door de buitengerechtelijke ontbinding van 10 maart 2023,
6.3.
veroordeelt Efficy tot betaling aan Zinzia van € 24.950,20, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover vanaf 13 april 2023 tot de dag van volledige betaling,
6.4.
veroordeelt Efficy tot betaling aan Zinzia van € 5.306,40, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 3.113,68 vanaf 25 mei 2023, over € 638,88 vanaf 20 juni 2023 en over € 1.553,84 vanaf 6 juli 2023, steeds tot aan de dag van volledige betaling,
6.5.
veroordeelt Efficy in de proceskosten en de beslagkosten, aan de zijde van Zinzia tot dit vonnis vastgesteld op totaal € 6.315,32 (€ 1.959,59 + € 4.355,73), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling, met bepaling dat indien Efficy niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, Efficy € 90,00 extra moet betalen plus de kosten van betekening,
6.6.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 6.3 tot en met 6.5 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.8.
wijst de vorderingen af,
6.9.
veroordeelt Efficy in de proceskosten, aan de zijde van Zinzia tot dit vonnis vastgesteld op totaal € 766,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
6.10.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de onder 6.9 genoemde beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Schippers en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2024.