ECLI:NL:RBGEL:2024:1014

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
423674
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dekkingsgeschil over aansprakelijkheidsverzekering met opzichtuitsluiting

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 februari 2024 uitspraak gedaan in een civielrechtelijk geschil tussen Multipackers B.V. en Achmea Schadeverzekeringen N.V. Multipackers, een bedrijf dat voedingsmiddelen verpakt, heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij Achmea. Het geschil ontstond nadat Multipackers op 16 april 2021 soeppoeder had verpakt, waarbij per ongeluk croutons met gluten in de verpakking terechtkwamen. Dit leidde tot klachten van klanten en een terugroepactie van de soeppoeder, waarvoor Multipackers door haar opdrachtgever, The Fusing Kitchen Company (TFKC), werd aangesproken voor schadevergoeding van € 32.395,-. Multipackers vorderde dekking onder de verzekering, maar Achmea weigerde deze, onder verwijzing naar een opzichtuitsluiting in de polis.

De rechtbank heeft de procedure en de feiten in detail onderzocht, inclusief eerdere correspondentie tussen partijen en de voorwaarden van de verzekering. De kern van het geschil was of Achmea zich terecht op de opzichtuitsluiting kon beroepen. Multipackers stelde dat de schade niet was ontstaan tijdens de bewerking van de soeppoeder, maar pas na oplevering aan derden. Achmea betoogde echter dat de schade al tijdens het verpakkingsproces was ontstaan, en dat de opzichtuitsluiting van toepassing was.

De rechtbank oordeelde dat de opzichtuitsluiting inderdaad van toepassing was, omdat Multipackers de soeppoeder onder zich had in het kader van de opdracht tot verpakken. De rechtbank wees de vorderingen van Multipackers af en veroordeelde haar in de proceskosten van Achmea, die in totaal € 4.587,- bedroegen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.E. van Spanje.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/423674 / HZ ZA 23-246
Vonnis van 28 februari 2024
in de zaak van
MULTIPACKERS B.V.,
te Veghel,
eisende partij,
hierna te noemen: Multipackers,
advocaat: mr. R.P.V.W. Willems te ’s-Hertogenbosch,
tegen
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
te Apeldoorn,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Achmea,
advocaat: mr. A.J. Schoonen te Apeldoorn.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 november 2023
- de akte overlegging aanvullende producties, tevens houdende vermindering van eis (in conventie) van 11 januari 2024
- de mondelinge behandeling van 22 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Multipackers is een bedrijf dat voedingsmiddelen verpakt. Zij ontvangt de voedingsmiddelen en de verpakkingsmaterialen van haar opdrachtgever. Nadat Multipackers de voedingsmiddelen heeft verpakt, stuurt ze deze weer terug naar haar opdrachtgever.
2.2.
Multipackers heeft door bemiddeling van haar assurantietussenpersoon, [bedrijf] , een aansprakelijkheidsverzekering bij Achmea afgesloten (hierna: verzekering).
2.3.
Onder de dekking valt onder meer de aansprakelijkheid van Multipackers in de verzekerde hoedanigheid voor schade van derden (artikel 3A van de verzekering).
2.4.
Schade is in artikel 1 lid 6 gedefinieerd als (voor zover relevant):

b. Schade aan zaken:
beschadiging, vernietiging, vermissing, verontreiniging of verloren gaan van zaken van derden en de daarmee rechtstreeks verband houdende gevolgen (…).
2.5.
Verder bepaalt artikel 8C van de verzekering (voor zover relevant):

C Zaken onder opzicht
Van de verzekering is uitgesloten de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade aan zaken veroorzaakt in de tijd dat een verzekerde of iemand namens hem deze zaken in behandeling, beheer, bewaring, bewerking, bruikleen, huur, reparatie, ten vervoer of welke reden dan ook onder zich heeft of heeft gehad, ook al treedt de schade later in. Deze uitsluiting geldt niet:
(…)
4. indien na (op)levering van het werk zaken van derden zijn beschadigd of vernietigd door onderdelen die door verzekerde in of aan die zaken werden geplaatst of gemonteerd. Voor het onderdeel zelf blijft de uitsluiting onverminderd van kracht.
2.6.
Multipackers heeft op 16 april 2021 soeppoeder verpakt voor haar opdrachtgever, The Fusing Kitchen Company (hierna: TFKC). De soeppoeder is de markt opgebracht. Klanten hebben zich vervolgens bij de Superunie erover beklaagd dat de soeppoeder niet glutenvrij was. Daarop heeft de Superunie de soeppoeder teruggehaald uit de supermarkten en vernietigd.
2.7.
De Superunie heeft TFKC aansprakelijk gesteld voor de vernietigings- en administratiekosten van € 32.395,-. TFKC heeft € 32.395,- ingehouden op betalingen die zij aan Multipackers was verschuldigd.
2.8.
De assurantietussenpersoon van Multipackers heeft de schade per email van 24 september 2021 bij Achmea gemeld:

Ik wil u verzoeken om onderstaande schademelding in behandeling te nemen (…).
Multipackers verpakt onder andere instant soep in poedervorm (Cup-a-Soup). Op 16 april 2021 zijn er een aantal croutons in de verpakkingsmachine blijven hangen/vastzitten. In deze croutons waren gluten aanwezig. Bij het verpakken van de eerstvolgende batch zijn deze croutons in de tomaten crème soep terecht gekomen. Klanten die in de winkel dachten glutenvrije tomaten crème instant soep te kopen, hebben klachten gekregen en naar aanleiding daarvan klachten ingediend bij de leverancier. Toen de oorzaak achterhaald was, is de volledige batch vernietigd. The Fusing Kitchen Company BV heeft Multipackers voor die kosten aansprakelijk gesteld. Het eindproduct dat door Multipackers is geleverd, moest vernietigd worden omdat het schadelijk/beschadigd bleek te zijn (…)
2.9.
Achmea heeft dekking onder de verzekering afgewezen. Zij heeft Multipackers (onder meer) bij email van 25 november 2021 bericht:

De croutons zijn tijdens de bewerking van de soep in de verpakking terecht gekomen
Er is dus sprake van opzicht. De soep is, zoals u stelt, beschadigd tijdens de bewerking van verzekerde.
Opzicht is niet meeverzekerd
Schade aan zaken die verzekerde onder zich heeft (bijvoorbeeld bewerking) is ook niet verzekerd. In artikel 8.C staat: (…)

3.Het geschil

3.1.
Multipackers vordert, na vermindering van eis, bij vonnis:
a. Achmea te veroordelen om aan Multipackers te voldoen een bedrag van € 32.395,- althans een bedrag door uw rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW met ingang van 21 september 2021 tot de dag van volledige betaling;
b. Achmea te veroordelen in de proceskosten van Multipackers, waaronder de kosten van juridische bijstand en de nakosten ten bedrage van € 131,00 zonder betekening en € 199,00 in geval van betekening, indien en voor zover Achmea niet binnen de wettelijke vereiste termijn van (minimaal) twee dagen, althans binnen een door uw rechtbank redelijk geachte termijn, na betekening van het te dezen wijzen vonnis, hebben voldaan;
c. het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
Multipackers legt aan haar vordering, kort samengevat, ten grondslag dat de soeppoeder beschadigd is geraakt door de croutons die tijdens het verpakken door Multipackers onbedoeld hierin terecht zijn gekomen. Daarmee is sprake van zaakschade als bedoeld in de verzekering. Dat betekent dat Achmea dekking moet verlenen onder de verzekering.
3.3.
De conclusie van antwoord van Achmea strekt tot afwijzing van de vordering met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad van Multipackers in de proceskosten. De verzekering biedt geen dekking voor de gestelde schade. Achmea beroept zich onder meer op artikel 8C dat, kort samengevat, aansprakelijkheid uitsluit voor schade aan zaken veroorzaakt in de tijd dat een verzekerde deze zaken onder zich heeft (hierna: opzichtuitsluiting).
3.4.
Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Kern van het geschil
4.1.
De kern van het geschil ziet op de vraag of Achmea dekking onder de verzekering moet verlenen voor schade die Multipackers heeft geleden als gevolg van een terugroepactie van soeppoeder.
4.2.
Multipackers heeft soeppoeder verpakt die afkomstig was van haar opdrachtgever TFKC. Tijdens het verpakken zijn per vergissing croutons met gluten in de soeppoeder terechtgekomen. De soeppoeder is vervolgens als ‘glutenvrij’ op de markt gebracht, waarna consumenten zich over de aanwezigheid van de croutons met gluten hebben beklaagd. De soeppoeder is van de markt teruggeroepen, waarna, kort samengevat, TFKC de vernietigings- en administratiekosten bij Multipackers in rekening heeft gebracht. Multipackers vordert hiervoor dekking onder de verzekering. Achmea heeft dekking afgewezen, omdat volgens haar, onder meer, de opzichtuitsluiting van toepassing is.
4.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat de soeppoeder door de croutons is beschadigd. Dat betekent dat sprake is van schade aan zaken van derden als bedoeld in artikel 3A van de verzekering. Het geschil spitst zich dus toe op de vraag of Achmea zich terecht op de opzichtuitsluiting heeft beroepen. De stelplicht en bewijslast in dit kader rusten op Achmea. Voor zover Multipackers zich beroept op een insluiting op de opzichtuitsluiting, rusten de stelplicht en bewijslast op haar.
Opzichtuitsluiting overeengekomen?
4.4.
De meest verstrekkende stelling van Multipackers tegen het beroep van Achmea op de opzichtuitsluiting is dat Achmea ook dekking zou verlenen als er iets mis zou gaan in de productie. Naar de rechtbank begrijpt, stelt Multipackers zich daarmee op het standpunt dat de opzichtclausule zoals weergegeven in de verzekering niet is overeengekomen. Multipackers heeft dit als volgt toegelicht. Achmea heeft bij het overnemen van het verzekerd risico van Interpolis in haar fabriek een risico-inspectie heeft uitgevoerd. Zij wist dus dat Multipackers in alle gevallen producten van derden onder zich heeft. Partijen hebben daarom afgesproken dat Achmea de bestaande producten, premie en voorwaarden van Interpolis – die geen uitsluiting voor opzicht bevatten – zou overnemen en zijn een subpolis met een aansprakelijkheidsdekking voor ‘voorraad van derden’ overeengekomen. Multipackers heeft als bewijs voor deze aanvullende dekking een polisblad overgelegd. Achmea betoogt echter dat de risico-inspectie betrekking had op een brandpolis en dat de weergegeven clausule ‘voorraad van derden’ een uitbreiding van de dekking op de brandpolis in plaats van de verzekering is.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat, voor zover Achmea al een risico-inspectie heeft uitgevoerd voor de verzekering, niet is komen vast te staan dat partijen hebben afgesproken dat Achmea (onder meer) precies dezelfde voorwaarden als Interpolis zou hanteren en dat de voorwaarden van Interpolis geen opzichtuitsluiting bevatten. Evenmin is komen vast te staan dat partijen een aansprakelijkheidsdekking voor voorraad van derden zijn overeengekomen. De vermelding van onder meer ‘Bestemming’, ‘Hoedanigheid’ en ‘Bouwaard’ op het polisblad wijst erop dat het polisblad geen betrekking heeft op een aansprakelijkheidsverzekering, maar een opstalverzekering. De conclusie is dus dat de opzichtclausule, zoals weergegeven in de verzekering, is overeengekomen tussen partijen.
Geen rechtsgevolg aan opzichtclausule?
4.6.
Multipackers werpt vervolgens de stelling op dat aangezien er niet over de opzichtclausule is onderhandeld, daaraan, anders dan Achmea beoogt, geen rechtsgevolg mag worden verbonden. In feite stelt Multipackers hiermee, zo begrijpt de rechtbank, dat Achmea zich niet kan beroepen op deze uitsluiting. Het enkele feit dat niet is onderhandeld over de opzichtuitsluiting maakt niet zonder meer dat Achmea zich niet op die opsluiting kan beroepen. Dit argument van Multipackers houdt dus geen stand.
Beroep op opzichtuitsluiting naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?
4.7.
Voor zover Multipackers heeft willen betogen dat het feit dat partijen niet over de opzichtuitsluiting hebben onderhandeld, meebrengt dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Achmea zich op de opzichtuitsluiting beroept, oordeelt de rechtbank als volgt. Achmea is vrij om de grenzen van de dekking te omschrijven waarbinnen zij bereid is om dekking te verlenen en een uitsluiting op te nemen voor, kort gezegd, de risico’s die voortvloeien uit opzichtsituaties. Multipackers had de verzekering zo ook moeten en kunnen opvatten, zeker nu zij werd bijgestaan door een assurantietussenpersoon. Voor zover Multipackers zich in dit kader heeft beroepen op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid, gaat de rechtbank hieraan dus voorbij.
4.8.
Voor zover Multipackers heeft aangevoerd dat een beroep op de opzichtuitsluiting naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, gelet op de feiten en omstandigheden vermeld in rechtsoverweging 4.4, faalt dit verweer. De rechtbank verwijst in dit kader naar rechtsoverweging 4.5. De conclusie is dus dat voor zover Multipackers zich op deze grond heeft beroepen op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid, dit beroep niet opgaat.
4.9.
Daarmee komt de rechtbank toe aan de beoordeling van de toepasselijkheid van de opzichtuitsluiting.
Opzichtuitsluiting van toepassing?
4.10.
Multipackers voert aan dat de opzichtuitsluiting niet van toepassing is, omdat zij geen gewichtige feitelijke macht over de soeppoeder uitoefende. Multipackers sloot de soeppoeder in een verzegelde verpakking aan op de machine waarna het verpakkingsproces plaatsvond. Daarmee bewerkte zij de soeppoeder dus niet. Verder is volgens Multipackers ook geen sprake van het ‘doe-het-zelf-risico’ dat verzekeraars met een opzichtclausule beogen uit te sluiten. Hiermee doelt Multipackers, zo begrijpt de rechtbank, op een inschatting door verzekeraars dat, als zaken van derden aan de zorg van verzekerde zijn toevertrouwd om deze te gebruiken of te bewerken, de kans op schade aan deze zaken even groot is als de kans dat men schade toebrengt aan eigen zaken. Volgens Multipackers is deze situatie niet aan de orde, omdat zij de verwerking nauwgezet plant. De producten worden volgens planning aangeleverd en verpakt. Daags na het verpakken verlaat het eindproduct de fabriek, aldus Multipackers. Daarmee streeft zij geen situatie na waarin zij goederen van haar klanten onder zich houdt of opslaat. Tot slot heeft Multipackers naar voren gebracht dat de opzichtuitsluiting restrictief moet worden uitgelegd.
4.11.
Achmea onderbouwt haar beroep op de opzichtuitsluiting als volgt. Multipackers werd met de levering van de soeppoeder en het verpakkingsmateriaal houder van deze zaken met een daaruit voortvloeiende zorgplicht. Zij had deze onder zich in het kader van de opdracht tot het verpakken van de soeppoeder. Daarmee had Multipackers volgens Achmea de soeppoeder onder zich uit hoofde van behandeling of bewerking dan wel om een andere reden, waarbij dit laatste valt onder ‘of welke reden dan ook onder zich heeft of heeft gehad’ als bedoeld in de opzichtuitsluiting.
4.12.
De rechtbank is van oordeel dat de aansprakelijkheid van Multipackers voor de beschadigde soeppoeder op basis van de gebruikelijke taalkundige betekenis van de bewoordingen van de opzichtuitsluiting onder de uitsluiting valt. Multipackers, die zelf ook stelt dat zij de soep ‘verwerkte’, had de soeppoeder van TFKC immers onder zich om te verpakken en had het daarmee in behandeling, bewerking of om een andere reden onder zich als bedoeld in de opzichtuitsluiting. De argumenten van Multipackers dat zij, kort samengevat, hele geringe macht over de producten van haar opdrachtgevers heeft, deze producten niet bewerkt en geen situatie van opslag nastreeft, houden dan ook geen stand. Dat een uitsluiting naar zijn aard in beginsel restrictief moet worden uitgelegd, maakt het voorgaande niet anders. Multipackers heeft niet voldoende onderbouwd gesteld waartoe een restrictieve uitleg leidt. De conclusie is dus dat Achmea zich op de opzichtuitsluiting heeft mogen beroepen.
Insluiting op opzichtuitsluiting van toepassing?
4.13.
Multipackers beroept zich verder, voor zover geoordeeld wordt dat de opzichtuitsluiting van toepassing is, op de insluiting op de opzichtuitsluiting onder 4. Die ziet, samengevat, op situaties waarin na oplevering van het werk schade aan zaken van derden is ontstaan door onderdelen die door verzekerde in of aan die zaken werden geplaatst of gemonteerd. Multipackers betoogt dat deze insluiting van toepassing is, omdat pas na aflevering van de soeppoeder aan derden is ontdekt dat de croutons tijdens het verwerkingsproces in de soeppoeder terecht zijn gekomen. Verder is namens Multipackers tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij de croutons aan de soeppoeder heeft ‘geplaatst’ of ‘gemonteerd’ als bedoeld in de opzichtuitsluiting.
4.14.
Achmea heeft hiertegen ingebracht dat de schade al tijdens het verpakkingsproces is ontstaan en dus vóór de oplevering. Daarnaast heeft Achmea aangevoerd dat de schade niet is veroorzaakt door een onderdeel dat in of aan die zaken is geplaatst of gemonteerd. Tot slot heeft Achmea betoogd dat Multipackers geen werk heeft opgeleverd.
4.15.
Vaststaat dat de croutons in de soeppoeder terecht zijn gekomen tijdens het verpakkingsproces. Dat betekent dat de schade is ontstaan tijdens het werk en dus voordat de soeppoeder is opgeleverd. Daarnaast staat vast dat de croutons in de soeppoeder terecht zijn gekomen doordat deze bij vergissing na het verpakken van een eerdere serie in de verpakkingsmachine zijn blijven steken. De rechtbank is van oordeel dat daarmee geen sprake is van het plaatsen of monteren van de croutons aan de soeppoeder door Multipackers. Het beroep door Multipackers op de insluiting faalt dan ook.
Conclusie
4.16.
Het voorgaande betekent dat Achmea zich terecht op de opzichtuitsluiting heeft beroepen en dat de vorderingen van Multipackers moeten worden afgewezen.
4.17.
De overige stellingen en verweren van partijen zal de rechtbank niet behandelen, omdat deze niet tot een ander oordeel kunnen leiden.
4.18.
Multipackers is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Achmea worden begroot op:
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
1.572,00
(2,00 punten × € 786,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.587,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van Multipackers af,
5.2.
veroordeelt Multipackers in de proceskosten van € 4.587,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Multipackers niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E. van Spanje en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2024.
WS/KH