ECLI:NL:RBGEL:2023:899

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
10171199
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst van aanneming van werk met betrekking tot tuinaanleg

In deze zaak heeft de eisende partij, vertegenwoordigd door Stichting Univé Rechtshulp, een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die opereert onder de handelsnaam '[handelsnaam]'. De kern van het geschil betreft een overeenkomst van aanneming van werk voor de aanleg van een achtertuin, waarbij de gedaagde partij de werkzaamheden niet naar behoren heeft uitgevoerd. De eisende partij heeft gebreken geconstateerd na de oplevering van de werkzaamheden op 4 april 2022 en heeft de gedaagde partij herhaaldelijk verzocht om herstel. Na een ingebrekestelling op 13 juni 2022, waarin een termijn voor herstel werd gesteld, heeft de gedaagde partij niet tijdig gereageerd, waardoor hij in verzuim is geraakt. De eisende partij heeft vervolgens haar vordering omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst. De eisende partij heeft haar vordering onderbouwd met een expertiserapport en een offerte van een andere hovenier, waaruit blijkt dat de kosten voor herstel aanzienlijk zijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij niet voldoende heeft onderbouwd dat de gevorderde bedragen onterecht zijn en heeft de vorderingen van de eisende partij toegewezen. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van een vervangende schadevergoeding van € 6.560,29, expertisekosten van € 1.452,00, buitengerechtelijke incassokosten van € 850,65 en proceskosten.

Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter mr. L.J.P. Lambooij op 22 februari 2023.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10171199 \ CV EXPL 22-7708 \ 53331 \ 32548
uitspraak van 22 februari 2023
vonnis
in de zaak van
[eisende partij]
wonende te [plaats]
eisende partij
gemachtigde Stichting Univé Rechtshulp
tegen
[gedaagde partij] , h.o.d.n. ' [handelsnaam] '
wonende te [plaats]
gedaagde partij
gemachtigde De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso B.V.
Partijen worden hierna [eisende partij] en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 december 2022 en de daarin genoemde processtukken
1.2.
Op 9 februari 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij] heeft met [gedaagde partij] een overeenkomst gesloten van aanneming van werk. Partijen komen – kort gezegd – overeen dat [gedaagde partij] voor [eisende partij] haar achtertuin aanlegt voor een bedrag van € 3.700,00 inclusief btw.
2.2.
[gedaagde partij] voert de overeengekomen werkzaamheden uit zoals gepland en rond zijn werkzaamheden af op 4 april 2022.
2.3.
[eisende partij] kon, in verband met drogend voegwerk, de eerste 2-3 dagen de tuin niet betreden. Op 10 april 2022 is zij voor het eerst in de tuin geweest en constateert daarbij een aantal gebreken. Zij stelt [gedaagde partij] hiervan direct per Whatsapp op de hoogte en verzoekt om herstel, waarop [gedaagde partij] reageert dat dit geen probleem is.
2.4.
In mei 2022 komt [gedaagde partij] bij [eisende partij] langs om de gebreken te bekijken en te beoordelen welk herstelwerk moet worden uitgevoerd. Per e-mail van 8 mei 2022 wordt een en ander bevestigd, waaruit wordt geciteerd:
Beste [voornaam eisende partij] ,
na aanleiding van mijn bezoek op 5-5-2-22 hebben wij samen door uw tuin gelopen omdat u de nodige opleverpunten tegen kwam waar u zich behoorlijk aan stoorde hieronder geef ik aan welke herstelwerkzaamheden wij voor u kunnen en willen gaan verrichten mocht u hiermee akkoord gaan zie ik graag een bevestiging van u tegemoet in antwoord op deze mail .
tegel schade > vervangen
verzakking div tegel verlaagd terras > gaat volledig er uit en wordt na behoren terug bestraat
plaatsen van 22m1 opsluitband buitenzijde straat werk
banden lijn achterterras > loopt scheef wordt hersteld
terras loopt na zeggen niet af wordt onder 1% afschot teruggelegd
laatste rij tegels achter terras vindt u toch te veel na eerste overleg deze laten wij vervallen
planten bakken gaan wij verwijderen en komen nieuw voor terug en wordt ook aan achterzijde geleverd met stapelblokken
extra werkzaamheden:
het te plaatsen en leveren van een lijngoot voor ruime hemelwaterafvoer
daar bij zitten wel extra zaag meters deze totaal kosten krijgt u een offerte gestuurd morgenavond 9-5-2022 dit ivm prijsopvraag van benodigde materialen
mocht u toch nog vragen of opmerkingen hebben zie ik graag uw reactie tegemoet
2.5.
Per e-mail van 20 mei 2022 reageert [eisende partij] op voorgaande e-mail van [gedaagde partij] , waaruit wordt geciteerd:
Beste [voornaam gedaagde partij] ,
Zoals besproken, kom ik terug op jouw e-mail van zondag 8 mei.
Je hebt de grote lijnen in ieder geval goed samengevat. Ik wil ze zelf nog even puntsgewijs hieronder benoemen.
- Er zijn een aantal tegels beschadigd. Één effen tegels is sowieso beschadigd. De “Lief” tegels is mij onduidelijk of het beschadigd is, of dat het een productiefout is (haarscheurtjes). Bijgaand de foto’s waarbij het water op de tegel ligt, met twee momenten van opdrogen van het water. Zoals je hebt gevraagd, heb ik daar foto’s van gemaakt (…)
>> Actie: we hebben afgesproken, dat je dit nog bij de leverancier, [bedrijf 1] , nagaat en vervangende tegels van “Lief” regelt.
- De tuinbakken mogen niet tegen de schutting geplaatst worden, ivm houtrot. Er moeten nieuwe plantenbakken, waterpas en 90 graden hoeken, mét een achterzijde geplaatst worden.
Tevens waren veel van de lijnblokken/stapelblokken niet mooi (stukjes eraf). Ook al is het een natuurproduct, dit is een kwaliteitsissue en mijn inziens moet en kan dit beter.
>> Actie: Graag navraag doen bij [bedrijf 1] en betere kwaliteit lijnblokken/stapelblokken regelen.
- Merendeel van de tegels zijn verzakt in het lagere gedeelte van het terras (huiskant). Tevens loopt het water niet naar achteren, maar richting het huis en blijft het in het midden van het terras liggen.
Aan de achterzijde van het lagere terras (bij de verhoging) loopt het tegelwerk “bol” waardoor het water niet goed afgevoerd wordt en het tegelwerk en slecht uitziet.
- De
antracieteopsluitband/ stoepband voor de verhoging van het terras is scheef gelegd.
- Alle
antracieteopsluitbanden/ stoepbanden aan de tuinborders van de tegels, om de tegels ‘op te sluiten’ zijn niet aanwezig. > Dit moet aan alle tuinborders geplaatst worden om de tegels op zijn plaats te houden.
- Het voegwerk is ronduit slecht. De kwaliteit van het voegmiddel is niet mooi (te cement-achtig/ korrel-achtig is) en er is slecht gevoegd.
>> Actie: De tuin mot geheel opnieuw gelegd/ gedaan worden.
(…)
2.6.
Er volgt echter geen actie vanuit [gedaagde partij] waarna [eisende partij] haar gemachtigde inschakelt die [gedaagde partij] per brief van 13 juni 2022 in gebreke stelt. Uit deze brief wordt geciteerd:
(…)
Cliënte geeft u nog een laatste termijn waarbinnen tot herstel dient te worden overgegaanTussen u en cliënte is een discussie ontstaan over het door u opgeleverde werk. Cliënte benoemt dat er verschillende fouten zijn gemaakt en heeft haar onvrede hierover ook richting u kenbaar gemaakt. Uiteindelijk heeft u aangegeven op 5 mei a.s. langs te willen komen voor herstel. Zoals cliënte u ook reeds heeft bericht, wenste cliënte eerst een beoordeling van de werkzaamheden op locatie, evenals een plan van aanpak voor herstel, alvorens er daadwerkelijk wordt overgegaan tot herstel. Dit heeft plaatsgevonden, en er is nog gecorrespondeerd tussen u en cliënte omtrent de te maken afspraken (zie bijlage). U heeft op de laatste mail van cliënte nog niet weer gereageerd.
Namens cliënte stel ik u, voor zover nodig, in gebreke met betrekking tot de werkzaamheden die u voor cliënte heeft verricht in haar tuin.Het gaat in het bijzonder om de volgende gebreken:
(…)
Namens cliënte verzoek ik u uiterlijk morgen contact op te nemen met cliënte voor het maken van definitieve herstelafspraken, en om uiterlijk volgende week maandag, 20 juni 2022, tot herstel over te gaan van alle hiervoor genoemde gebreken.Geeft u geen (tijdig) gehoor aan voorgaande verzoeken, dan kunt u deze ingebrekestelling tevens als omzettingsverklaring beschouwen. Cliënte vordert dan niet langer nakoming van de overeenkomst (door middel van herstel van de gebreken), maar een vervangende schadevergoeding. Cliënte zal bijgevolg een derde bedrijf inschakelen om de gebreken te herstellen, en de kosten voor dit herstel op u verhalen. Cliënte en ik gaan er vooralsnog natuurlijk vanuit dat het zover niet hoeft te komen.
2.7.
Op 19 juni 2022 om 21:47 uur stuurt [gedaagde partij] per e-mail een reactie aan [eisende partij] waarin hij aangeeft vanaf 20 juni 2022 een afspraak te kunnen maken en een offerte op te kunnen stellen voor ‘extra levering materiaal en diensten’. Hieruit wordt geciteerd:
(…)
Zou vanaf morgen met u een afspraak kunnen maken om deze punten / tuin bestrating volledig na wens te kunnen vervullen wil voor de lief tegel een nieuwe bestellen even afhankelijk van levertijd wil ik met u een afspraak maken om dit bij u te komen voldoen stapel blokken neen ik selectief mee en voegmortel moet u mij het antwoord even verschuldigd blijven kom ik op terug
En betreft opsluitbanden Gaia ook volledig plaatsen en herstellen en de kalkbloei in de beton elementen adviseer ik u een onafhankelijk bedrijf die contact met u opneemt om samen met u naar het discussiepunt te kijken
En ga morgen maandag 20 juni een offerte maken voor extra levering materiaal en diensten.
2.8.
Op 21 juni 2022 reageert de gemachtigde van [eisende partij] dat [gedaagde partij] te laat is en hij inmiddels in verzuim verkeert. Hieruit wordt geciteerd:
In navolging van onderstaande mail neem ik hierbij nogmaals contact met u op, en bericht ik u dat u in verzuim verkeert, nu de in onderstaande mail genoemde termijnen voor herstel reeds zijn verstreken, zonder dat de herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd. Sterker nog: de werkzaamheden zijn nog niet aangevangen en er is nog altijd geen concreet vooruitzicht op daadwerkelijk herstel. Op het laatste moment kondigt u aan stappen te zullen ondernemen, maar dit is uiteraard te laat. Cliënte heeft ook geen vertrouwen meer in een tijdige en correcte afwikkeling van deze kwestie via herstel door u, gezien de inmiddels aanzienlijk opgelopen doorlooptijd en de trage afhandelingssnelheid van uw zijde. Het was u bovendien bekend dat bepaalde herstelwerkzaamheden op korte termijn zouden moeten worden uitgevoerd, nu de gemeente richting cliënte bepaalde eisen heeft gesteld met betrekking tot de tuin. Desondanks heeft u niet sneller gehandeld. Cliënte geeft er dan ook de voorkeur aan herstel door een derde bedrijf te laten uitvoeren, uiteraard tegen een redelijk prijs.
(…)
2.9.
[eisende partij] vraagt bij [bedrijf 2] een herstelofferte op, die uitkomt op een bedrag van € 6.407,65.
2.10.
Op 26 juni 2022 laat [gedaagde partij] weten dat hij het jammer vindt ‘dat de verbintenis is verbroken’ en dat hij contact opneemt met zijn jurist.
2.11.
Op 19 juli 2022 laat [eisende partij] een expertise uitvoeren door [bedrijf 3] om het uitgevoerde werk te beoordelen. [gedaagde partij] is hierbij aanwezig. Op 21 juli 2022 volgt het rapport, waaruit wordt geciteerd:

6.Constatering / eigen beschouwing / tijdslijnDe aanleg van de tuin van mevr. [eisende partij] is door de [handelsnaam] , dhr [gedaagde partij] slecht aangelegd en afgewerkt. Na opname op 19 juli 2022 is de kwaliteit van het geleverde goed in kaart gebracht met alle betrokken partijen. Na opname en uitwerken van de bevindingen kan men stellen dat de uitgevoerde werkzaamheden niet goed en deugdelijk zijn uitgevoerd door de heer [gedaagde partij] . Van goed vakmanschap en is mijn inziens geen sprake.

Conclusie: Plaatselijk herstellen, repareren is niet meer mogelijk. Om een goed resultaat te bereiken die men mag verwachten bij goed vakmanschap is de conclusie dat de tuinaanleg opnieuw dient te gebeuren!
(…)

9.Beantwoording onderzoeksvragen(…)8. Welke kosten gaan gepaard met het deugdelijk herstel van de gebreken en de schade?(…)Totale kosten werkzaamheden: € 5.421,73 exc. BTW

2.12.
De gemachtigde van [eisende partij] stelt [gedaagde partij] per brief van 1 augustus 2022 in de gelegenheid een contra-expertise te laten uitvoeren en vordert daarbij vergoeding van de expertisekosten. [gedaagde partij] reageert hierna niet meer.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eisende partij] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I. Voor recht zal verklaren dat [gedaagde partij] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de tussen partijen gesloten overeenkomst en dat de verbintenis tot nakoming is omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding;
II. [gedaagde partij] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 6.560,29 aan vervangende schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 augustus 2022;
III. [gedaagde partij] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.452,00 aan expertisekosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding;
IV. [gedaagde partij] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 850,65 aan buitengerechtelijke incassokosten;
V. [gedaagde partij] te veroordelen in de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis, waarna te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eisende partij] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij met [gedaagde partij] een overeenkomst van aanneming van werk heeft gesloten voor het aanleggen van haar achtertuin. [gedaagde partij] heeft de overeengekomen werkzaamheden volgens [eisende partij] niet deugdelijk uitgevoerd en stelt dat sprake is van een aantal gebreken. Zij heeft hem hierop aangesproken en verzocht om herstel. [gedaagde partij] heeft toegezegd de gebreken te zullen herstellen, maar is dit niet nagekomen. Nadat [eisende partij] [gedaagde partij] in gebreke heeft gesteld en een uiterlijke termijn voor nakoming heeft gegeven, is [gedaagde partij] niet binnen die termijn overgegaan tot herstel. [eisende partij] heeft haar vordering tot nakoming vervolgens ‘omgezet’ in een vordering tot vervangende schadevergoeding. [eisende partij] heeft, ten einde de hoogte van de vervangende schadevergoeding te bepalen, een offerte laten opmaken door een andere hovenier en een expertise laten uitvoeren, waar [gedaagde partij] bij aanwezig was. Zij vordert in deze procedure de vervangende schadevergoeding en alle overige kosten die zij heeft moeten maken als gevolg van de niet deugdelijke nakoming door [gedaagde partij] .
3.3.
[gedaagde partij] voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen van [eisende partij] . Hij erkent dat het werk niet deugdelijk is uitgevoerd, maar wil het herstel nog altijd zelf uitvoeren. Hij voert aan dat hij te weinig gelegenheid heeft gehad voor herstel en niet in verzuim is komen te verkeren, waardoor [eisende partij] geen vervangende schadevergoeding kan vorderen, die hij bovendien veel te hoog vindt.
3.4.
Op de standpunten van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kern van dit geschil draait om de vraag of [gedaagde partij] nog een kans moet krijgen om de werkzaamheden die hij niet goed heeft uitgevoerd in de tuin van [eisende partij] te herstellen of dat hij die kans niet meer krijgt en een vervangende schadevergoeding aan [eisende partij] moet betalen.
4.2.
Niet in geschil is dat [gedaagde partij] de achtertuin van [eisende partij] heeft aangelegd en dat dit niet goed is gebeurd. Evenmin zijn de door [eisende partij] gestelde gebreken in geschil. [eisende partij] heeft, gelet op alles wat na de aanleg van de tuin is gebeurd, geen vertrouwen meer in [gedaagde partij] en wil herstel door een derde laten uitvoeren, terwijl [gedaagde partij] aanvoert dat hij nog recht heeft op een kans om het zelf te herstellen.
4.3.
[eisende partij] heeft, nadat zij al vanaf begin april 2022 met [gedaagde partij] in contact was over de gebreken en de uit te voeren herstelwerkzaamheden, op 13 juni 2022 (via haar gemachtigde) een ingebrekestelling aan [gedaagde partij] gestuurd. In deze ingebrekestelling is hem een termijn van een dag gegund om contact op te nemen en een week om, in ieder geval, aan te vangen met de herstelwerkzaamheden die (naar [eisende partij] onbetwist heeft gesteld) volgens [gedaagde partij] zelf twee dagen in beslag zouden nemen. [gedaagde partij] neemt niet binnen een dag contact op, maar stuurt op de avond voordat de termijn van één week afloopt een bericht aan [eisende partij] waarin hij aangeeft welke werkzaamheden hij gaat uitvoeren en dat hij voor de uitvoering daarvan de volgende dag een afspraak met [eisende partij] kan maken. Niet is aangevoerd of gebleken dat [gedaagde partij] inderdaad op 20 juni 2022 contact heeft opgenomen met [eisende partij] om de herstelwerkzaamheden in te plannen. [eisende partij] , althans haar gemachtigde, bericht [gedaagde partij] op 21 juni 2022 dat hij te laat is met zijn reactie die ook niet voldoet aan de eisen uit de ingebrekestelling en hij aldus in verzuim is komen te verkeren, wat in dit geval inhoudt dat [eisende partij] haar vordering tot nakoming omzet in een vordering tot vervangende schadevergoeding.
4.4.
Gelet op voorgaande gang van zaken is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde partij] op 19 juni 2022 te laat was met zijn bericht aan [eisende partij] dat hij wilde herstellen en de volgende dag een afspraak in zou plannen. Niet alleen voldoet hij hiermee niet aan de eisen in de ingebrekestelling die [eisende partij] de week ervoor, op 13 juni 2022, aan hem heeft gestuurd, maar [eisende partij] komt met deze e-mail nog niets verder dan zij al met [gedaagde partij] sinds begin mei was. Immers, al op 5 mei was [gedaagde partij] bij [eisende partij] geweest om de herstelwerkzaamheden te bespreken en kort daarna hadden partijen per e-mail contact gehad over de uit te voeren herstelwerkzaamheden. Het had op de weg van [gedaagde partij] gelegen om de herstelwerkzaamheden al te hebben uitgevoerd, dan wel in ieder geval concreet met [eisende partij] te hebben gepland wanneer deze zouden worden uitgevoerd. Dat is niet gebeurd. Na zijn e-mail van 8 mei heeft [gedaagde partij] niets meer van zich laten horen. Gelet daarop had het op de weg van [gedaagde partij] gelegen, toen hij de ingebrekestelling ontving, (wel) direct actie te ondernemen zoals door [eisende partij] werd gevorderd. Dat hij dat niet heeft gedaan komt dan ook voor zijn rekening en risico, dat in dit geval inhoudt dat [eisende partij] rechtmatig niet langer nakoming vordert maar een vervangende schadevergoeding. De verklaring voor recht die [eisende partij] vordert zal dan ook worden gegeven.
4.5.
Vervolgens is de vraag welk bedrag [gedaagde partij] moet betalen aan vervangende schadevergoeding. [eisende partij] heeft haar vordering onderbouwd met een expertiserapport van [bedrijf 3] , waarop zij het bedrag aan vervangende schadevergoeding baseert. Daarnaast heeft zij een offerte van een andere hovenier, [bedrijf 2] , overgelegd. [gedaagde partij] is bij de opname voor het expertiserapport aanwezig geweest en heeft geen inhoudelijk onderbouwde argumenten tegen de uit te voeren herstelwerkzaamheden aangevoerd. Hij heeft enkel de hoogte van de herstelkosten betwist en in zijn algemeenheid aangevoerd dat materialen kunnen worden hergebruikt. Nu [eisende partij] haar vordering heeft onderbouwd met een rapportage en een offerte die vrijwel op hetzelfde bedrag aan herstelkosten uitkomen en [gedaagde partij] dit onvoldoende gemotiveerd heeft betwist, zal het bedrag dat [eisende partij] heeft gevorderd worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals gevorderd.
4.6.
[eisende partij] heeft naast het voorgaande vergoeding van de expertisekosten gevorderd. Ook dit bedrag zal worden toegewezen nu zij deze kosten, gelet op het bepaalde van artikel 6:96 lid 2 onder b BW heeft gemaakt ter vaststelling van haar schade. Bovendien heeft [gedaagde partij] hiertegen geen gemotiveerd verweer gevoerd. Deze kosten zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente zoals gevorderd.
4.7.
[eisende partij] heeft ook vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten gevorderd.
De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is en dat [eisende partij] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 850,65 komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.8.
Tot slot heeft [eisende partij] veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten gevorderd. Omdat [gedaagde partij] in het ongelijk wordt gesteld, wordt hij veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van [eisende partij] begroot op een bedrag van 135,88 aan dagvaardingskosten, een bedrag van € 244,00 aan griffierecht en een bedrag van € 660,00 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde partij] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de tussen partijen gesloten overeenkomst en dat de verbintenis tot nakoming is omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding;
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling van een bedrag van € 6.560,29 aan vervangende schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 augustus 2022;
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling van een bedrag van € 1.452,00 aan expertisekosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding;
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling van een bedrag van € 850,65 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.5.
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten, aan de zijde van [eisende partij] begroot op een bedrag van 135,88 aan dagvaardingskosten, een bedrag van € 244,00 aan griffierecht en een bedrag van € 660,00 aan salaris gemachtigde, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis, waarna te vermeerderen met de wettelijke rente;
5.6.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. L.J.P. Lambooij en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2023.