In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Windwagen Arnhem B.V. en drie gedaagden, die als vennootschap onder firma procedeerden. Windwagen vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte vanwege een huurachterstand. De gedaagden waren niet verschenen, met uitzondering van gedaagde partij 2, die ter zitting verweer voerde. Hij erkende de huurachterstand, maar voerde aan dat Windwagen zich niet als goed verhuurder had gedragen door de verwarming uit te schakelen na 18:00 uur, wat hem in de kou deed zitten tijdens zijn werkzaamheden.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden sinds het begin van de huurovereenkomst geen huurtermijnen hadden voldaan. Het verweer van gedaagde partij 2 werd niet als voldoende geacht om de huurachterstand te rechtvaardigen. De kantonrechter oordeelde dat de tekortkoming aan de zijde van de gedaagden vaststond en dat de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd waren. De vorderingen van Windwagen werden toegewezen, inclusief de betaling van de huurachterstand, de maandelijkse huurverplichtingen en de buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de verschuldigde bedragen en de ontruiming van de bedrijfsruimte binnen drie dagen na betekening van het vonnis. De kosten van de procedure werden ook aan de gedaagden opgelegd. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.