ECLI:NL:RBGEL:2023:886
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in civiele procedure na intrekking bodemzaak
Op 20 februari 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker uit Leeuwarden. Het verzoek tot wraking was ingediend op 22 december 2022 tegen mr. S.S. van Nijen, de rechter die belast was met de behandeling van een bodemzaak (zaaknummer 10251685 / AZ VERZ 22-53) waarin de verzoeker een voorlopig getuigenverhoor had aangevraagd. De rechter heeft aangegeven niet in de wraking te berusten.
De behandeling van het wrakingsverzoek was gepland voor 30 januari 2023, maar op dezelfde dag heeft de verzoeker, via drie e-mails, de bodemzaak ingetrokken. Vervolgens heeft de verzoeker de rechters van de wrakingskamer gewraakt. Op 13 februari 2023 is het wrakingsverzoek van de rechters van de wrakingskamer kennelijk ongegrond verklaard, omdat er geen procesbelang meer was.
De wrakingskamer heeft geoordeeld dat, aangezien de bodemzaak is ingetrokken, het wrakingsverzoek geen betrekking meer heeft op de rechter die de bodemzaak behandelde. Hierdoor is het belang van de verzoeker bij het wrakingsverzoek vervallen. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat er geen reden is voor een mondelinge behandeling van het verzoek, omdat het verzoek kennelijk ongegrond is. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.