ECLI:NL:RBGEL:2023:874

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
05.017148.21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal met geweld en poging tot afpersing wegens onvoldoende bewijs

Op 22 februari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal met geweld en poging tot afpersing. De zaak was aanhangig gemaakt door de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 24 maanden had geëist. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.B. Lisi, pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat het bewijs onvoldoende was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 13 januari 2021 samen met medeverdachten in de woning van het slachtoffer is geweest. Er was onenigheid ontstaan, maar de rechtbank oordeelde dat het verhaal van het slachtoffer niet voldoende werd ondersteund door ander bewijs. De rechtbank merkte op dat de aangetroffen voorwerpen en communicatie tussen de verdachten niet overtuigend bewijs boden voor de tenlastegelegde feiten. De tegenstrijdige verklaringen en het gebrek aan ondersteunend bewijs leidden de rechtbank tot de conclusie dat de verdachte niet schuldig kon worden bevonden aan de tenlastelegging.

Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen. Tevens werd de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat er geen bewezenverklaring was. De rechtbank gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte en wees de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf af. Deze uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/017148-21 en 15/020303-20 (tul)
Datum uitspraak : 22 februari 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] in ( [postcode] ) Arnhem
Raadsman: mr. W.B. Lisi, advocaat in Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen
van 15 september 2021 en 8 februari 2023.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 januari 2021 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een gouden ketting, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door samen met zijn mededader(s), althans alleen
- zich naar de woning van die [slachtoffer] te begeven en/of die woning binnen te gaan en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat verdachte en/of zijn mededader(s) door [betrokkene] gestuurd zijn en dat [slachtoffer] 10.000 euro moet betalen aan [betrokkene] en/of dat die [slachtoffer] gewoon moet betalen omdat het anders uit de hand zou lopen en/of
- ( nadat verdachte en/of zijn mededader(s) die woning hebben verlaten)
- kort daarna opnieuw naar die woning van [slachtoffer] te gaan en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat [betrokkene] met hem wile praten en/of [slachtoffer] een telefoon heeft aangereikt en/of
- ( nadat die [slachtoffer] aangaf niet met [betrokkene] te willen praten)
- die [slachtoffer] een elleboogstoot tegen de borstkas te geven en/of
- die [slachtoffer] zijn woning (verder) in te duwen en/of die [slachtoffer] aan te vallen en/of
- die [slachtoffer] te stompen en/of te slaan tegen het hoofd en/of het lichaam en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp ter hand te
nemen en/of op die [slachtoffer] te richten en/of
- met dat vuurwapen in de richting van, in elk geval in de nabijheid van die [slachtoffer] te schieten en/of —toen die [slachtoffer] door verdachte en/of zijn mededader(s) werd belaagd- een schot te lossen;
en/of
Hij op of omstreeks 13 januari 2021 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 10.000 euro, in elk geval een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan die [slachtoffer] en/of een derde toebehoorde(n),
- zich naar de woning van die [slachtoffer] te heeft/hebben begeven en/of die woning binnen is/zijn gegaan en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat verdachte en/of zijn mededader(s) door [betrokkene] zijn gestuurd en dat [slachtoffer] 10.000 euro moet betalen aan [betrokkene] en/of dat die [slachtoffer] gewoon moet betalen omdat het anders uit de hand zou lopen en/of
- ( nadat verdachte en/of zijn mededader(s) die woning heeft/hebben verlaten)
- kort daarna opnieuw naar die woning van [slachtoffer] zijn gegaan en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat [betrokkene] met hem wilde praten en/of [slachtoffer] een telefoon heeft/hebben aangereikt en/of
- ( nadat die [slachtoffer] aangaf niet met [betrokkene] te willen praten)
- die [slachtoffer] een elleboogstoot tegen de borstkas heeft/hebben gegeven en/of
- die [slachtoffer] zijn woning (verder) in heeft/hebben geduwd en/of die [slachtoffer] heeft/hebben aangevallen en/of
- die [slachtoffer] heeft/hebben gestompt en/of geslagen tegen het hoofd en/of het lichaam en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp ter hand heeft/hebben genomen en/of op die [slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of
- met dat vuurwapen in de richting van, in elk geval in de nabijheid van die [slachtoffer] heeft/hebben geschoten en/of —toen die [slachtoffer] door verdachte en/of zijn mededader(s) werd belaagd- een schot heeft/hebben gelost, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 januari 2021 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer] heeft mishandeld door:
- die [slachtoffer] een elleboogstoot tegen zijn borstkas te geven en/of
- die [slachtoffer] tegen het hoofd en/of het lichaam te stompen en/of te slaan;
en/of
hij op of omstreeks 13 januari 2021 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door:
- zich naar de woning van die [slachtoffer] te begeven en/of die woning binnen te gaan en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat verdachte en/of zijn mededader(s) door [betrokkene] zijn gestuurd en dat [slachtoffer] 10.000 euro moet betalen aan [betrokkene] en/of dat die [slachtoffer] gewoon moet betalen omdat het anders uit de hand zou lopen en/of
- ( nadat verdachte en/of zijn mededader(s) die woning hebben verlaten)
- kort daarna opnieuw naar die woning van [slachtoffer] te gaan en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat [betrokkene] met hem wile praten en/of [slachtoffer] een telefoon heeft aangereikt en/of
- ( nadat die [slachtoffer] aangaf niet met [betrokkene] te willen praten)
- die [slachtoffer] een elleboogstoot tegen de borstkas te geven en/of
- die [slachtoffer] zijn woning (verder) in te duwen en/of die [slachtoffer] aan te vallen en/of
- die [slachtoffer] te stompen en/of te slaan tegen het hoofd en/of het lichaam en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp ter hand te nemen en/of op die [slachtoffer] te richten en/of
- met dat vuurwapen in de richting van, in elk geval in de nabijheid van die [slachtoffer] te schieten en/of - toen die [slachtoffer] door verdachte en/of zijn mededader(s) werd belaagd- een schot te lossen;

2.De standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde (diefstal met geweld en het medeplegen van een poging tot afpersing) wettig en overtuigend bewezen kan worden en heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging heeft voor integrale vrijspraak gepleit, nu het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Niet ter discussie staat dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] op 13 januari 2021 in de woning van aangever [slachtoffer] zijn geweest en dat medeverdachte [medeverdachte 1] buiten de woning is gebleven. Dat er op enig moment onenigheid is ontstaan in de woning van aangever neemt de rechtbank zonder meer aan. De rechtbank is echter met de verdediging van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor de ten laste gelegde feiten.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het verhaal van aangever niet wordt ondersteund door ander bewijs. Zo bevestigen de aangetroffen muts van medeverdachte [medeverdachte 2] en de uitgelezen mastgegevens slechts dat de verdachten bij aangever zijn langsgegaan. Verder leidt de officier van justitie uit de WhatsApp-gesprekken tussen verdachten af dat medeverdachte [medeverdachte 2] een wapen bij zich had. Voor zover de rechtbank het gebruik van een wapen zou volgen, dan nog kan uit die gesprekken niet worden afgeleid door wie (en op wiens initiatief) dit wapen zou zijn meegenomen/gebruikt. Er zijns chats waaruit ook zou kunnen worden afgeleid dat het wapen door aangever is gebruikt. In het dossier bevindt zich een chat tussen verdachte en broer die er op zouden kunnen duiden dat op medeverdachte [medeverdachte 2] en verdachte is geschoten (chat 13 januari 2021 om 19:00 uur, p. 271 van het proces-verbaal van politie). En voorts een WhatsApp waarin verdachte aangeeft dat zijn maat het heeft gepakt. Hij weet niet hoe (chat 14 januari 2021 09:13 uur, p. 273 van het proces-verbaal van politie). Bovendien staat tegenover de verklaring van aangever die van medeverdachte [medeverdachte 2] . Door de uiteenlopende en tegenstrijdige verklaringen en het ontbreken van voldoende ondersteunend bewijs voor het verhaal van aangever, kan de rechtbank niet vaststellen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het feit in welke tenlastegelegde vorm dan ook.
Dit betekent dat de rechtbank verdachte hiervan zal vrijspreken.

4.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met diefstal met geweld in vereniging en/of poging tot afpersing in vereniging een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 1.227,19 aan materiële schade en € 2.500,00 aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

5.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de teruggave van de volgende goederen:
  • een geldbedrag van € 1.000,00;
  • een Apple Iphone 5(S);
  • twee telefoons (Samsung wit en Samsung zwart) en
  • een Samsung Galaxy S20,
aan verdachte gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

6.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 15/020303-20)

De politierechter heeft verdachte op 4 mei 2020 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden.
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

7.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering;
 gelast de teruggave aan verdachte van:
- een geldbedrag van € 1.000,00;
- een Apple Iphone 5(S);
- twee telefoons (Samsung wit en Samsung zwart) en
-een Samsung Galaxy S20;
 wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke opgelegde straf onder parketnummer 15/020303-20.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Tegelaar (voorzitter), mr. L.F. Bögemann en mr. H.P.M. Kester, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Wisseborn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 februari 2023.
mr. L.F. Bögemann is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.