ECLI:NL:RBGEL:2023:862

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
10062956
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over dwaling en mededelingsplicht in serviceovereenkomst tussen afvalverwerkingsbedrijf en restaurant

In deze zaak, uitgesproken door de kantonrechter M. van Harten op 22 februari 2023, staat de vraag centraal of Seven Red Fish B.V. heeft gedwaald bij het sluiten van een serviceovereenkomst met Ter Horst Milieu B.V. en of zij zich kan beroepen op deze dwaling. De procedure begon met een tussenvonnis op 12 oktober 2022 en een mondelinge behandeling op 28 november 2022. De kantonrechter oordeelt dat Ter Horst Milieu niet heeft voldaan aan haar mededelingsplicht, waardoor Seven Red Fish zich op dwaling kan beroepen. De vordering van Seven Red Fish tot terugbetaling van eerder betaalde bedragen wordt echter afgewezen.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Seven Red Fish, een restaurant, sloot op 30 mei 2017 een serviceovereenkomst met Ter Horst Milieu, een afvalverwerkingsbedrijf. De overeenkomst had een looptijd van 84 maanden en was niet tussentijds opzegbaar. Seven Red Fish heeft in 2018 geprobeerd de overeenkomst te beëindigen, maar Ter Horst Milieu heeft dit niet geaccepteerd. In april 2020 heeft Seven Red Fish zich beroepen op dwaling, waarna er minnelijk overleg heeft plaatsgevonden. De kantonrechter concludeert dat de vertegenwoordiger van Ter Horst Milieu belangrijke informatie over de voorwaarden van de overeenkomst niet heeft gedeeld, wat heeft geleid tot een onjuiste voorstelling van zaken voor Seven Red Fish.

De kantonrechter wijst de vorderingen van Ter Horst Milieu af en verklaart dat Seven Red Fish de overeenkomst op 2 april 2020 buitengerechtelijk heeft vernietigd. Ter Horst Milieu wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Seven Red Fish worden begroot op € 1.322,00. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Ter Horst Milieu binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis moet voldoen, anders komen er extra kosten bij.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10062956 \ CV EXPL 22-6034
Vonnis van 22 februari 2023
in de zaak van
TER HORST MILIEU B.V.,
te Varsseveld,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie
gemachtigde: mr. A.M. Takkenberg,
tegen
SEVEN RED FISH B.V.,
te Zevenaar,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. T.M. Vollbehr.
Partijen zullen hierna Ter Horst Milieu en Seven Red Fish worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 oktober 2022;
- de mondelinge behandeling van 28 november 2022.

2.De kern van de zaak

2.1.
Dit geschil draait in de kern om de vraag of Seven Red Fish heeft gedwaald bij het sluiten van een serviceovereenkomst met Ter Horst Milieu en, als dit zo is, of haar nog een beroep op dwaling toekomt. Verder is aan de orde de vraag of Seven Red Fish, bij vernietiging van de serviceovereenkomst, aanspraak kan maken op terugbetaling van een deel van de reeds aan Ter Horst Milieu betaalde bedragen. De kantonrechter oordeelt dat inderdaad sprake is van dwaling, omdat Ter Horst Milieu niet heeft voldaan aan haar mededelingsplicht. Verder is hij van oordeel dat Seven Red Fish zich nog op dwaling kan beroepen. De vordering van Seven Red Fish tot terugbetaling wordt afgewezen.

3.De feiten

3.1.
Seven Red Fish is een all-in dining restaurant. Ter Horst Milieu is een afvalverwerkingsbedrijf. Op 30 mei 2017 heeft Seven Red Fish een vertegenwoordiger van Ter Horst Milieu ontvangen in het restaurant en hebben zij een serviceovereenkomst gesloten op grond waarvan Ter Horst met ingang van 1 juni 2017 wekelijks bedrijfsafval en papier van Seven Red Fish zou afvoeren. In de serviceovereenkomst staat het volgende:
“Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van vierentachtig maanden. Deze overeenkomst is niet tussentijds opzegbaar en wordt steeds stilzwijgend voor een zelfde periode verlengd, tenzij deze zes maanden voor afloop per aangetekend schrijven wordt opgezegd. (…) De tarieven zijn exclusief vier procent milieutoeslag en exclusief BTW. (…) Op de achterzijde van deze overeenkomst zijn de contractvoorwaarden vermeld.”
3.2.
In de serviceovereenkomst staat daarnaast het volgende:
“Opdrachtgever verklaart door ondertekening van deze overeenkomst:
a.
a) (…)
b) de doordruk van deze overeenkomst alsmede de van toepassing zijnde voorwaarde van Ter Horst Milieu B.V. en de van toepassing zijnde acceptatiecriteria te hebben ontvangen en deze te hebben aanvaard. De algemene voorwaarden en de acceptatiecriteria zijn bij deze overeenkomst gevoegd;”
3.3.
In de algemene voorwaarden van Ter Horst Milieu staat:
“4. PRIJZEN, WIJZIGINGEN EN AANVULLINGEN
4.1.
Prijzen zijn in Euro, exclusief omzetbelasting en verpakkingen, exclusief vier procent milieutoeslag en zijn exclusief van overheidswege opgelegde accijnzen, (BOM)heffingen, belastingen en anderszins opgelegde maatregelen welke prijsverhogend kunnen werken. De
hiervoor genoemde accijnzen, heffingen, belastingen en maatregelen komen te allen tijde ten laste van Opdrachtgever en wijzigingen kunnen één op één aan Opdrachtgever worden doorberekend. De prijsstijging die hieruit volgt kan niet worden aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid als bedoeld in artikel 6:258 BW.
4.2.
Alle prijzen zijn gebaseerd op de ten tijde van het sluiten van de Overeenkomst voor Ter Horst geldende omstandigheden, waaronder maar niet beperkt tot, grondstoffenprijzen, energieprijzen, materiaalkosten, aankoopprijzen, loonkosten (inclusief sociale lasten), afvalverwerkingskosten en anderszins kostprijsbepalende omstandigheden, exclusief de in 4.1. bedoelde accijnzen, heffingen, belastingen en maatregelen. Indien deze omstandigheden wijzigen, heeft Ter Horst het recht de daaruit voortvloeiende prijsstijging aan Opdrachtgever door te berekenen. Deze prijsstijging kan niet worden aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid als bedoeld in artikel 6:258 BW.
3.4.
In de zomer van 2018 heeft Seven Red Fish contact opgenomen met Ter Horst Milieu, omdat zij de serviceovereenkomst wilde beëindigen. Ter Horst Milieu heeft daar niet mee ingestemd. Bij brief van 25 september 2018 heeft Seven Red Fish de serviceovereenkomst per direct opgezegd. Ook de opzegging is door Ter Horst Milieu niet geaccepteerd.
3.5.
Bij brief van 2 april 2020 heeft Seven Red Fish zich beroepen op dwaling bij het aangaan van de serviceovereenkomst. Naar aanleiding van deze brief heeft tussen partijen minnelijk overleg plaatsgevonden. Ondertussen is Ter Horst Milieu afval blijven ophalen. Zij is daarmee gestopt in oktober 2020. Seven Red Fish is sinds haar beroep op dwaling op 2 april 2020 nog vijf maanden, te weten in april, mei, juni, juli en september, facturen blijven betalen voor het afval dat Ter Horst Milieu heeft opgehaald.

4.Het geschil

4.1.
Ter Horst Milieu vordert
in conventieom bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Seven Red Fish te veroordelen tot betaling van de onbetaald gelaten facturen ten bedrage van € 16.143,63, te vermeerderen met de wettelijke rente plus 3% over de onbetaald gelaten facturen met ingang van acht dagen na de respectievelijke vervaldata van de facturen;
2. Seven Red Fish te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van 15% van de hoofdsom;
3. te verklaren voor recht dat de buitengerechtelijke vernietiging van de serviceovereenkomst door Seven Red Fish niet rechtsgeldig is, althans dat de vernietigingsverklaring van Seven Red Fish geen effect heeft gehad;
4. Seven Red Fish te veroordelen tot betaling van de begrote advocaatkosten ten bedrage van € 5.000,00;
5. Seven Red Fish te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.2.
Ter Horst Milieu legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij met Seven Red Fish een overeenkomst heeft gesloten en dat Seven Red Fish heeft nagelaten de (maandelijkse) facturen te betalen.
4.3.
Seven Red Fish heeft gemotiveerd verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van het door Ter Horst Milieu gevorderde. Ook heeft zij een tegenvordering ingesteld.
In reconventievordert Seven Red Fish bij vonnis primair, voor recht te verklaren dat de overeenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk is vernietigd, dan wel de overeenkomst te vernietigen en, subsidiair, voor recht te verklaren dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden, dan wel deze (al dan niet met terugwerkende kracht) te ontbinden. Primair en subsidiair vordert Seven Red Fish om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Ter Horst Milieu te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.969,81, te vermeerderen met wettelijke rente te rekenen vanaf de datum van de conclusie van antwoord tot aan de dag van algehele betaling met veroordeling van Ter Horst Milieu in de kosten en de nakosten van deze procedure.
4.4.
Op hetgeen partijen over en weer aan hun vorderingen en verweren ten grondslag hebben gelegd, wordt hierna, voor zover van belang voor de uitkomst, teruggekomen.

5.De beoordeling

in conventie en in reconventie
5.1.
De kantonrechter zal, vanwege de onderlinge feitelijke samenhang tussen beide, het over en weer gevorderde hierna gezamenlijk behandelen.
Dwaling in de zin van artikel 6:228 lid 1 sub b BW
5.2.
Het meest verstrekkende verweer van Seven Red Fish in conventie (dat ook in reconventie aan haar vordering ten grondslag ligt) is dat de serviceovereenkomst bij brief van 2 april 2020 buitengerechtelijk is vernietigd, althans dat deze overeenkomst moet worden vernietigd, omdat deze tot stand is gekomen onder invloed van dwaling. In dit verband heeft zij onder meer naar voren gebracht dat de vertegenwoordiger van Ter Horst Milieu ten onrechte niet heeft gezegd zijn dat het (a) in werkelijkheid ging om een contract voor 84 maanden dat (b) tussentijds niet opzegbaar is en dat (c) de prijzen tussentijds konden worden verhoogd. Had Seven Red Fish dat geweten, dan was de serviceovereenkomst volgens haar niet gesloten.
5.3.
Volgens artikel 6:228 lid 1 sub b BW is een overeenkomst die onder invloed van dwaling tot stand is gekomen en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, vernietigbaar indien de wederpartij - hier Ter Horst Milieu - in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende - hier Seven Red Fish - had behoren in te lichten. De partij die de vernietiging inroept draagt de stelplicht en de bewijslast ten aanzien van de onjuiste voorstelling van zaken en het causaal verband tussen de inhoud van de overeenkomst en de onjuiste voorstelling. Indien de onjuiste voorstelling meer aannemelijk is, zullen aan de betwisting dat een onjuiste voorstelling van zaken bestond hogere eisen mogen worden gesteld. Voor het causaal verband is voldoende dat de dwalende stelt, en in geval van betwisting aannemelijk maakt dat hij, indien hij niet onder invloed van dwaling zou hebben gehandeld, een of meer concreet door hem aan te wijzen onderdelen niet zou hebben aanvaard. Op degene die een dienst aan aanbiedt aan een wederpartij kan, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, een mededelingsplicht rusten om redelijkerwijs te voorkomen dat die die wederpartij een overeenkomst aangaat onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken. De aanbieder dient inlichtingen te verschaffen die voldoende duidelijk zijn om te bewerkstelligen dat de wederpartij tijdig inzicht kan krijgen in de wezenlijke kenmerken van die dienst.
5.4.
De kantonrechter acht voldoende aannemelijk dat bij het aangaan van de serviceovereenkomst een onjuiste voorstelling van zaken bestond aan de zijde van Seven Red Fish. De kantonrechter stelt in dit verband voorop dat Seven Red Fish er in dit concrete geval niet op bedacht behoefde te zijn dat zij zich verbond voor een – niet tussentijds opzegbare – termijn van maar liefst zeven jaar, waarbij de prijzen door Ter Horst bovendien tussentijds eenvoudig konden worden verhoogd. Hiervoor is redengevend dat het gaat om een te leveren prestatie die even goed voor een (veel) kortere duur kon worden overeengekomen of tegen een vaste(re) prijs. Hier komt bij dat de zinnen in de serviceovereenkomst
“Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van vierentachtig maanden”en
“Deze overeenkomst is niet tussentijds opzegbaar (…)”in kleine lettertjes en niet vet zijn gedrukt, tussen andere, eveneens klein gedrukte, zinnen en dat de zinnen hiermee niet zodanig opvallend waren dat deze Seven Red Fish niet kon ontgaan. De mogelijkheid om de prijzen tussentijds te verhogen staat bovendien alleen in kleine letters in de algemene voorwaarden. Nu als zodanig niet is betwist dat een causaal verband bestaat tussen de onjuiste voorstelling en de inhoud van de overeenkomst, staat dit eveneens vast.
5.5.
De vertegenwoordiger van Ter Horst Milieu had zich naar het oordeel van de kantonrechter in de gegeven omstandigheden bovendien moeten realiseren dat de contractduur, de opzegbaarheid en het tussentijds kunnen wijzigen van de prijzen door Ter Horst Milieu dermate belangrijk waren voor Seven Red Fish, dat zij haar daar op had moeten wijzen. Op Ter Horst Milieu rustte dan ook de plicht om over deze voorwaarden mededelingen te doen.
5.6.
De concreet onderbouwde stellingen van Seven Red Fish, dat de hiervoor genoemde voorwaarden tijdens het bezoek van de vertegenwoordiger niet zijn besproken, heeft Ter Horst Milieu in de dagvaarding en de conclusie van antwoord in reconventie slechts in zoverre betwist dat zij heeft gesteld dat de looptijd expliciet is besproken en met de algemene stelling dat de serviceovereenkomst voorafgaand aan ondertekening ‘uitgebreid’ is besproken. In dezelfde lijn is ter zitting namens Ter Horst Milieu ook verklaard dat de zaken die zijn besproken de prijzen en de looptijd betreffen.
5.7.
Ter Horst Milieu heeft daarmee onvoldoende concreet betwist dat de vertegenwoordiger voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst niet heeft gesproken over het niet kunnen opzeggen van de serviceovereenkomst en het tussentijds kunnen verhogen van de prijzen, zodat deze feiten als vaststaand moeten worden beschouwd. Aldus heeft de vertegenwoordiger van Ter Horst Milieu gezwegen waar hij had moeten spreken en bewerkstelligd dat de serviceovereenkomst onder invloed van dwaling werd gesloten. Dat Seven Red Fish ook zelf onderzoek had kunnen doen naar de voorwaarden, maakt het voorgaande niet anders. Naar vaste jurisprudentie geldt immers dat de mededelingsplicht voorgaat op de onderzoeksplicht van de dwalende.
Dwaling in de zin van artikel 6:228 lid 1 sub a BW
Seven Red Fish heeft tevens gesteld dat de vertegenwoordiger (actief) onjuiste en misleidende mededelingen zou hebben gedaan: deze heeft, aldus Seven Red Fish, voorgesteld om het eerst voor een jaar te proberen en daarnaast uitsluitend gesproken over de gunstige prijs. Hiermee heeft Seven Red Fish een beroep gedaan op artikel 6:228 lid 1 sub a BW (dwaling vanwege een onjuiste mededeling). Nu uit het voorgaande reeds volgt dat sprake is geweest van dwaling in de zin van artikel 6:228 lid 1 onder b BW kan in het midden blijven of ook sprake is geweest van een situatie dat onjuiste mededelingen zijn gedaan.
Heeft Seven Red Fish haar rechten verwerkt?
5.8.
Ter Horst Milieu heeft zich op het standpunt gesteld dat, zo sprake is geweest van dwaling, Seven Red Fish haar recht om de serviceovereenkomst buitengerechtelijk te vernietigen heeft verwerkt. Ter Horst legt daaraan ten grondslag dat Seven Red Fish in oktober 2018, nadat zij naar eigen zeggen bekend is geworden met de voor haar nadelige voorwaarden, uitvoering is blijven geven aan de serviceovereenkomst. Ook nadat Seven Red Fish zich op 2 april 2020 op de buitengerechtelijke vernietiging heeft beroepen is zij nog vijf maanden, te weten in april, mei, juni, juli en september, facturen blijven betalen voor het afval dat Ter Horst Milieu heeft opgehaald.
5.9.
De bevoegdheid om een overeenkomst te vernietigen kan komen te vervallen door rechtsverwerking. Van rechtsverwerking kan sprake zijn indien een rechthebbende zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van het betrokken recht. Enkel stilzitten of tijdsverloop levert geen toereikende grond op voor het aannemen van rechtsverwerking; daartoe is vereist de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden als gevolg waarvan de schuldenaar het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de rechthebbende zijn aanspraak niet (meer) geldend zal maken of de positie van de schuldeiser onredelijk zou worden benadeeld of verzwaard in geval de rechthebbende zijn aanspraak alsnog geldend zou maken.
5.10.
Ter Horst Milieu heeft naar het oordeel van de kantonrechter geen bijzondere omstandigheden als hiervoor bedoeld gesteld. Het enkele feit dat Seven Red Fish, ook nog na haar beroep op dwaling, uitvoering heeft gegeven aan de serviceovereenkomst is daarvoor onvoldoende. Daarbij komt nog dat Ter Horst Milieu niet heeft gesteld dat haar positie daardoor onredelijk zou zijn benadeeld of verzwaard. Het beroep op rechtsverwerking faalt dan ook.
Is sprake van bevestiging van de serviceovereenkomst?
5.11.
Ter Horst Milieu stelt zich tevens op het standpunt dat Seven Red Fish de serviceovereenkomst heeft bevestigd in de zin van art. 3:55 BW. Ook deze bevestiging zou volgens Ter Horst Milieu in de weg staan aan een beroep op dwaling.
5.12.
Op grond van artikel 3:55 BW vervalt de bevoegdheid om ter vernietiging van een rechtshandeling een beroep op een vernietigingsgrond te doen, wanneer hij aan wie deze bevoegdheid toekomt, de rechtshandeling heeft bevestigd, nadat de verjaringstermijn ter zake van de rechtsvordering tot vernietiging op die grond een aanvang heeft genomen. Van bevestiging is alleen sprake, indien degene die bevestigt wist dat de rechtshandeling vernietigbaar was en hij de opheffing van het gebrek en het definitief geldig worden van de rechtshandeling beoogt. Vast staat dat Seven Red Fish pas nadat zij juridisch bijstand heeft ingeschakeld, bekend is geworden met de mogelijkheid tot vernietiging. Op dat moment heeft zij ook van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Uit het feit dat zij nadien nog enkele facturen heeft betaald, kan niet worden afgeleid dat zij afstand heeft gedaan van een recht om de serviceovereenkomst te vernietigen.
Reconventionele vordering om terugbetaling
5.13.
Het voorgaande betekent dat de serviceovereenkomst geacht wordt nooit te zijn gesloten en dat reeds geleverde prestaties voor zover mogelijk ongedaan moeten worden gemaakt. Partijen zijn het er over eens dat Ter Horst Milieu prestaties heeft verricht die naar hun aard onmogelijk ongedaan kunnen worden gemaakt en dat Ter Horst Milieu voor de reeds verrichte prestaties een vergoeding toekomt (als bedoeld in artikel 6:210 lid 2 BW). Volgens Seven Red Fish heeft zij echter, gelet op de niet marktconforme prijzen van Ter Horst Milieu, aan haar méér betaald dan redelijk is en kan zij daarom aanspraak maken op betaling van een bedrag van € 3.969,81. Deze stelling gaat, als onvoldoende onderbouwd, niet op. De (enkel met de door haar nieuwe afvalverwerker vanaf september 2020 gehanteerde prijzen onderbouwde) aanname dat de prijzen van Ter Horst Milieu vanaf 2019 25% boven de marktconforme prijs liggen, is daarvoor onvoldoende.
Conclusies
5.14.
Het voorgaande brengt met zich dat het door Ter Horst Milieu jegens Seven Red Fish gevorderde, daaronder begrepen de nevenvorderingen, wordt afgewezen. De door Seven Red Fish primair gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen en haar vordering Ter Horst Milieu te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.969,81 zal worden afgewezen.
Proceskosten
5.15.
Ter Horst Milieu is in conventie alsook in reconventie aan te merken als de in het ongelijk gestelde partij. Zij wordt daarom in de kosten van de procedure veroordeeld. Die worden tot aan dit vonnis aan de zijde van Seven Red Fish in conventie begroot op € 1.058,00 aan salaris gemachtigde (2,00 punten x € 529,00).
5.16.
In reconventie worden de aan de zijde van Seven Red Fish gevallen proceskosten begroot op € 264,00 aan salaris gemachtigde (1 punt x € 264,00), nu de tegenvordering is voortgevloeid uit het verweer in conventie.

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen van Ter Horst Milieu af;
in reconventie
6.2.
verklaart voor recht dat Seven Red Fish de tussen haar en Ter Horst Milieu op 1 juni 2017 gesloten serviceovereenkomst op 2 april 2020 buitengerechtelijk heeft vernietigd;
in conventie en in reconventie
6.3.
veroordeelt Ter Horst Milieu in de proceskosten, aan de zijde van Seven Red Fish tot dit vonnis vastgesteld op € 1.322,00 aan salaris gemachtigde en, indien Ter Horst Milieu niet binnen veertien dagen na aanschrijving vrijwillig aan dit vonnis heeft voldaan, begroot op € 132,00 aan nasalaris;
6.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Harten en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2023.