In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een eigenaar van een pand in Zaltbommel, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel. Eiser had een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het realiseren van een dakkapel en het ombouwen van een kantoor naar twee appartementen. Het college heeft de aanvraag echter buiten behandeling gelaten en later geweigerd, onder verwijzing naar een negatief welstandsadvies en de strijdigheid met het bestemmingsplan. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college de aanvraag voor de omgevingsvergunning ten onrechte buiten behandeling heeft gelaten. Eiser had op 18 april 2019 verzocht om opschorting van de beslistermijn, en de rechtbank oordeelde dat hij hiermee schriftelijk had ingestemd. Hierdoor was er geen sprake van een omgevingsvergunning van rechtswege, zoals eiser betoogde. De rechtbank oordeelde verder dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom de vergunning voor de appartementen niet kon worden verleend en dat de termijn die aan eiser was gegeven om een gewijzigd bouwplan in te dienen te kort was.
De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen, waarbij het college duidelijk moet maken aan eiser welke maatvoeringseisen voor de dakkapel gelden. Tevens moet het college de proceskosten van eiser vergoeden en het griffierecht terugbetalen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en motivering in bestuursrechtelijke besluitvorming, vooral in gevallen die betrekking hebben op beschermd stadsgezicht en omgevingsvergunningen.