Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
één ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2020 tot en met 15 februari 2022 te Rheden en te Velp
en/of (elders) in Nederland, (telkens)opzettelijk 224
, althans een groot aantal,geldbedragen (tot een totaal van €503.941,02),
in elk geval (telkens) enig geldbedrag,dat geheel
of ten deletoebehoorde aan [benadeelde]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,en welk
(e
)geldbedrag
(en
)verdachte,
(telkens
)uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als
(inkoop- en
/ofverkoop- en
/ofadministratief
)medewerker van [benadeelde] , in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden;
8 maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd,
tenzijde rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde] van € 503.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde] , een bedrag te betalen van € 503.000,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 360 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.