ECLI:NL:RBGEL:2023:764

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 februari 2023
Publicatiedatum
17 februari 2023
Zaaknummer
05.189620.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering in dienstbetrekking met taakstraf opgelegd

Op 17 februari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verduistering in dienstbetrekking. De zaak kwam voort uit een aangifte en een aanhouding van de verdachte, die als orderpikker werkzaam was bij [winkel] B.V. De tenlastelegging betrof het opzettelijk zich wederrechtelijk toe-eigenen van sigaretten die toebehoorden aan de werkgever. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 11 april 2022 28 pakjes sigaretten heeft verduisterd, maar sprak hem vrij van de beschuldigingen die betrekking hadden op eerdere data, omdat er onvoldoende bewijs was voor deze periode. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur, maar de rechtbank legde uiteindelijk een taakstraf van 70 uur op, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte het vertrouwen van zijn werkgever had beschaamd, maar dat er geen sprake was van geraffineerd handelen. De rechtbank gelastte ook de teruggave van de inbeslaggenomen auto aan de verdachte, omdat er geen strafvorderlijk belang was om deze te behouden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/189620-22
Datum uitspraak : 17 februari 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1973 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. W. van Nunen, advocaat in Breda
waarnemend voor raadsman mr. J.C. Sneep, advocaat in Breda.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 3 februari 2023.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2022 tot en
met 11 april 2022 te Geldermalsen, in de gemeente West Betuwe,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk een grote hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig goed,
dat geheel of ten dele toebehoorde aan [winkel] B.V., in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk goed verdachte
en/of zijn mededader(s),
uit hoofde van zijn/hun persoonlijke dienstbetrekking, te weten als werknemer
(orderpikker) van [winkel] B.V. , in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich
hadden, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde. De officier van justitie verzoekt verdachte vrij te spreken van de periode van 1 januari 2022 tot en met 7 april 2022 en hem te veroordelen voor de ten laste gelegde verduistering op 8-9 april en op 11 april 2022. De officier van justitie is van mening dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] en dat dus sprake is van medeplegen. Op de beelden van 8-9 april 2022 en van 11 april 2022 is hetzelfde stramien aan handelingen te zien.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de stelling dat de sigarettenpakjes die tijdens de aanhouding onder de trui van verdachte zijn aangetroffen door hem zijn verduisterd, niet zal worden betwist. De raadsvrouw heeft bepleit dat vrijspraak voor medeplegen dient te volgen.
De raadsvrouw heeft – op gronden als in de pleitnota vermeld – vrijspraak bepleit van de periode vóór 11 april 2022.
Beoordeling door de rechtbank
Voor zover de tenlastelegging ziet op 11 april 2022 is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- proces-verbaal van aangifte van [naam] , p. 31-32;
- proces-verbaal van aanhouding verdachte [verdachte] , p. 319;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 februari 2023.
De rechtbank acht op grond van de gebezigde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking van 28 pakjes sigaretten die bij hem zijn aangetroffen op 11 april 2022. Van de overige sigaretten die zijn aangetroffen in de auto op diezelfde dag kan niet worden bewezen dat verdachte of de medeverdachten die verduisterd hebben.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van verduistering in dienstbetrekking in de periode van 1 januari 2022 tot en met 10 april 2022, nu daarvoor onvoldoende bewijs voorhanden is. Over de nacht van 8 op 9 april 2022 overweegt de rechtbank dat zich in het dossier beschrijvingen van camerabeelden bevinden van deze momenten. Beschreven wordt dat er op deze beelden allerhande - verdachte - handelingen te zien zouden zijn, maar niet dat verdachte of zijn medeverdachte(n) goederen (sigaretten) meenemen.
De rechtbank is verder van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat op 11 april 2022 sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte(n) en dus van medeplegen. Verdachte zal dus van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

3. De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2022 tot en
met11 april 2022 te Geldermalsen, in de gemeente West Betuwe,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens)opzettelijk een
grotehoeveelheid sigaretten,
in elk geval enig goed,
die geheel of ten dele toebehoorde aan [winkel] B.V.,
in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),en welk goed verdachte
en/of zijn mededader(s),
uit hoofde van zijn
/hunpersoonlijke dienstbetrekking, te weten als werknemer
(orderpikker) van [winkel] B.V. , in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich
had
den, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur, te vervangen door 60 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht rekening te houden met de waarde van de verduisterde goederen en het feit dat geen sprake is van geraffineerd handelen. Voorts heeft de raadsvrouw verzocht in strafverminderende zin rekening te houden met het feit dat zich een vormverzuim heeft voorgedaan, namelijk dat de politie onrechtmatig transportboeien heeft toegepast.
De raadsvrouw heeft bepleit aan verdachte een taakstraf of een geldboete op te leggen en daarbij te volstaan met een voorwaardelijke straf.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering van sigaretten in dienstbetrekking. Hij heeft daarmee het vertrouwen dat zijn werkgever in hem stelde beschaamd en zijn werkgever benadeeld.
De rechtbank acht alles afwegende een taakstraf van 70 uur passend. Dat is lager dan door de officier van justitie geëist, omdat de rechtbank vrijspreekt van het deel van de tenlastelegging dat ziet op medeplegen en uitgaat van slechts één incident. Het aanleggen van de handboeien is van onvoldoende gewicht om te leiden tot strafvermindering.

8.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de teruggave van de inbeslaggenomen personenauto met kenteken [autokentekennummer] aan de beslagene, te weten verdachte, gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d en 322 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van 70 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 35 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
 gelast de teruggave van de personenauto met kenteken [autokentekennummer] aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Breimer (voorzitter), mr. F.J.H. Hovens en mr. J.A.P. Bakker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.L.M. van Schaik, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 februari 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022157757, gesloten op 11 juli 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.