ECLI:NL:RBGEL:2023:763

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 februari 2023
Publicatiedatum
17 februari 2023
Zaaknummer
05.189603.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens verduistering in dienstbetrekking

Op 17 februari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verduistering in dienstbetrekking. De tenlastelegging betrof het opzettelijk zich wederrechtelijk toe-eigenen van een grote hoeveelheid sigaretten die toebehoorden aan [winkel] B.V. De feiten zouden zich hebben afgespeeld in de periode van 1 januari 2022 tot en met 11 april 2022, waarbij de verdachte als orderpikker werkzaam was bij het bedrijf. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor verduistering op twee specifieke momenten, namelijk in de nacht van 8 op 9 april 2022 en op 11 april 2022, en eiste een taakstraf van 120 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis.

De verdediging pleitte echter voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank heeft de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging zorgvuldig afgewogen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de verduistering in de periode van 1 januari tot 8 april 2022. Hoewel er camerabeelden waren van de verdachte op de relevante momenten, toonden deze beelden niet aan dat de verdachte daadwerkelijk sigaretten had meegenomen. Bovendien waren er op 11 april 2022 geen sigaretten bij de verdachte aangetroffen, in tegenstelling tot haar medeverdachten. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank geoordeeld dat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten.

Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/189603-22
Datum uitspraak : 17 februari 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1974 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. C.T.B.J. Besjes, advocaat in Heumen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting
van 3 februari 2023.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2022 tot en
met 11 april 2022 te Geldermalsen, in de gemeente West Betuwe,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk een grote hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig goed,
dat geheel of ten dele toebehoorde aan [winkel] B.V., in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), en welk goed verdachte
en/of haar mededader(s),
uit hoofde van haar/hun persoonlijke dienstbetrekking, te weten als werknemer
(orderpikker) van [winkel] B.V. in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich hadden, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.

2.De standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden, met dien verstande dat slechts twee momenten in de ten laste gelegde periode bewezen kunnen worden (te weten de nacht van 8-9 april 2022 en 11 april 2022), en heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, te vervangen door 60 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

De rechtbank is van oordeel dat er, zoals ook is bepleit door de officier van justitie en de raadsvrouw, onvoldoende bewijs voorhanden is voor verduistering van sigaretten door verdachte in de periode van 1 januari 2022 tot 8 april 2022.
De officier van justitie heeft gesteld dat daarentegen voldoende bewijs voorhanden is voor verduistering in de nacht van 8 en 9 april 2022 en op 11 april 2022. De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
De rechtbank overweegt dat zich in het dossier beschrijvingen van camerabeelden bevinden van deze - verdachte - momenten. Beschreven wordt dat er op deze beelden allerhande handelingen te zien zouden zijn, maar niet dat verdachte goederen (sigaretten) meeneemt. Voorts overweegt de rechtbank dat op 11 april 2022 bij verdachte, anders dan bij haar medeverdachten, geen sigaretten zijn aangetroffen. Tot slot heeft verdachte stellig ontkend dat zij sigaretten heeft weggenomen. Gelet op het voorgaande kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken.

4.De beslissing

De rechtbank spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Breimer (voorzitter), mr. F.J.H. Hovens en mr. J.A.P. Bakker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.L.M. van Schaik, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 februari 2023.