Op 17 februari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verduistering in dienstbetrekking. De zaak werd behandeld in de meervoudige kamer van de rechtbank in Arnhem. De verdachte, geboren in 1979 en werkzaam als orderpikker bij [winkel] B.V., werd ervan beschuldigd opzettelijk een grote hoeveelheid sigaretten te hebben verduisterd die toebehoorden aan zijn werkgever. De tenlastelegging betrof de periode van 1 januari 2022 tot en met 11 april 2022, waarbij de officier van justitie stelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan verduistering op 11 april 2022. De verdachte erkende de verduistering van 50 pakjes sigaretten op die datum, maar betwistte de overige beschuldigingen en het medeplegen van de verduistering.
De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de verduistering op 11 april 2022, maar sprak de verdachte vrij van de andere beschuldigingen wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank overwoog dat de verdachte het vertrouwen van zijn werkgever had beschaamd en dat de verduistering een ernstig feit was. De officier van justitie had een taakstraf van 70 uur geëist, en de verdediging pleitte voor rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Uiteindelijk legde de rechtbank de verdachte een taakstraf van 70 uur op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 9, 22c, 22d en 322 van het Wetboek van Strafrecht.