Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- het e-mailbericht van Confetti Tekstil van 7 augustus 2023 met bijgevoegd productie 30
- de mondelinge behandeling, gehouden op 8 augustus 2023
- de pleitnota van Confetti
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
de top (ii) de jurk
3.Het geschil
4.De beoordeling
lex loci protectionis), waaronder de in Nederland direct werkende bepalingen van de Berner Conventie (BC) [3] . Het Nederlands recht is echter niet zonder meer van toepassing op de vraag wie als maker van Design Confetti moet worden aangemerkt en wie (thans) auteursrechthebbende is van Design Confetti (door overdracht). Die vragen moeten in beginsel worden beantwoord aan de hand van het recht van het land van herkomst van de maker respectievelijk het recht dat van toepassing is op de verhouding tussen de maker en de (gepretendeerde) rechtsopvolger.
Declaration for transfer of right of design’. Gelet op de woonplaats van [naam 2] enerzijds en de vestigingsplaats van Confetti anderzijds is echter op voorhand niet aannemelijk dat Nederlands recht van toepassing is op de door Confetti gestelde overdracht. Aannemelijker is dat hierop Frans of Turks recht van toepassing is, zoals [gedaagde] ter zitting ook heeft betoogd. Confetti is in dit verband zonder nadere onderbouwing uitgegaan van de toepasselijkheid van Nederlands recht op de overdracht en heeft, naar aanleiding van het door [gedaagde] gevoerde verweer, volstaan met een verwijzing naar voornoemde door haar in het geding gebrachte stukken. Welk recht op de door Confetti gestelde overdracht van auteursrechten van toepassing is en welke vereisten het op de overdracht toepasselijke recht aan de overdracht van auteursrechten stelt, kan binnen het bestek van dit kort geding dan ook niet worden vastgesteld. Het voorgaande betekent dat, zo er al van [naam 2] als maker van Design Confetti (naar Frans recht) zou worden uitgegaan, niet kan worden vastgesteld dat Confetti door een rechtsgeldige overdracht auteursrechthebbende is geworden van Design Confetti.
‘Declaration of exclusive right of use’,blijkt evenmin dat [naam 2] de ontwerper is, nu deze verklaring is ondertekend door Confetti Fabrics en niet door Confetti. Het is bovendien niet aan Confetti om te bepalen wie, naar toepasselijk recht, als maker van een werk moet worden aangemerkt. Ook wordt in de genoemde ‘
Declaration for transfer of right of design’Confetti Fabrics als de verkrijger van de rechten op het aldaar genoemde en weergegeven patroon genoemd, terwijl niet Confetti Fabrics maar Confetti partij is in dit kort geding. Confetti Tekstil heeft in dit verband aangevoerd dat er geen vennootschap bestaat die Confetti Fabrics heet en dat Confetti Fabrics slechts een handelsnaam is van Confetti Tekstil. Deze stelling heeft zij onderbouwd met een uittreksel uit het EUIPO (European Union Intellectual Property Office) met betrekking tot het (beeld)merk ‘Confetti Fabrics’, maar daaruit kan, anders dan Confetti veronderstelt, niet zonder meer worden afgeleid dat Confetti Fabrics alleen een handelsnaam is van Confetti Tekstil en dit wordt door [gedaagde] ook betwist. Onduidelijk is verder of de
‘Declaration for transfer of right of design’beoogt om (ook) het (volledige) auteursrecht ter zake van Design Confetti over te dragen, nu het document spreekt van de overdracht van
‘all commercial rights including the industrial design registration application’. Wat daaronder moet worden verstaan en welke rechten dat precies omvat, blijkt onvoldoende uit deze omschrijving. Bovendien is het stuk niet gedateerd, zodat daaruit niet valt af te leiden dat de overdracht, zoals Confetti stelt, op 1 augustus 2020 heeft plaatsgevonden. Ook de zinssnede onderaan de onder 2.13. (ii) weergegeven factuur, dat alle auteursrechten van de daarboven genoemde patronen pas na betaling overgaan naar de koper, kan niet tot de conclusie leiden dat het auteursrecht op Design Confetti (dus) naar het op de overdracht toepasselijke recht rechtsgeldig is overgedragen. De door Confetti Tekstil als productie 31 in het geding gebrachte verklaring van de heer [naam 3] , (middellijk) bestuurder van [bedrijf 1] , inhoudende dat Confetti Tekstil auteursrechthebbende en handhavingsbevoegd is met betrekking tot het patroon met kenmerk DG-690, kan evenmin aan die conclusie bijdragen. Het is immers niet aan [bedrijf 1] om te bepalen bij wie de auteursrechten van Design Confetti liggen. Overigens verwijst de heer [naam 3] in zijn verklaring naar een patroon met een ander kenmerk dan het door Confetti gestelde kenmerk van Design Confetti (DG-980).