ECLI:NL:RBGEL:2023:7376
Rechtbank Gelderland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve toetsing van een kredietovereenkomst in het kader van consumentenbescherming
In deze zaak, uitgesproken door de kantonrechter mr. D. Vergunst op 22 maart 2023, gaat het om een vordering van ING Bank N.V. tegen een gedaagde partij die niet is verschenen. De procedure is gestart naar aanleiding van een tussenvonnis van 10 augustus 2022, waarin de eisende partij werd opgedragen om de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten. De gedaagde partij had een betaalrekening en een creditcard bij de eisende partij, maar er was sprake van een ongeoorloofde roodstand op de betaalrekening. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de creditcardovereenkomst een kredietovereenkomst is die ambtshalve moet worden getoetst aan de dwingende bepalingen van het Europees consumentenrecht. De eisende partij had gesteld dat de gedaagde partij de bedragen binnen een maand moest terugbetalen, maar de kantonrechter oordeelt dat deze constructie niet voldoet aan de wettelijke vereisten voor een kredietovereenkomst. De eisende partij wordt in de gelegenheid gesteld om nadere informatie te verstrekken over de kredietovereenkomst en de bijbehorende kosten. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling en de eisende partij moet de gedaagde partij oproepen voor de rolzitting.