ECLI:NL:RBGEL:2023:734

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
15 februari 2023
Zaaknummer
05-235781-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man wegens ontucht met zijn dochter en haar vriendin

Op 15 februari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 50-jarige man, die werd beschuldigd van ontucht met zijn dochter en haar vriendin, beide 15 jaar oud. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met zijn dochter en haar vriendin, waarbij hij hen op verschillende manieren heeft betast en gekust. De feiten vonden plaats in de woning van de verdachte in Twello, waar de meisjes aanwezig waren met een groep vriendinnen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers consistent en betrouwbaar waren, ondersteund door getuigenverklaringen van andere aanwezigen. De verdachte heeft tijdens de rechtszittingen zijn spijt betuigd en openheid van zaken gegeven over zijn gedrag. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden, met een proeftijd van 2 jaar, en daarnaast een taakstraf van 200 uur opgelegd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en dat bescherming van minderjarigen tegen seksuele toenadering door volwassenen van groot belang is. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn zorg voor zijn zoon en zijn alcoholprobleem, maar vond de gepleegde feiten te ernstig om zonder straf te blijven.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/235781-21
Datum uitspraak : 15 februari 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsvrouw: mr. C.H.J. van Dooijeweert, advocaat te Barneveld.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 26 juli 2022 en 1 februari 2023.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 29 november 2020 te Twello, althans in Nederland, met zijn kind [naam slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het op en/of onder de kleding betasten van de borsten van die [naam slachtoffer 1] en/of het op en/of onder de kleding betasten van de vagina en/of schaamstreek van die [naam slachtoffer 1] ;
2.
hij op of omstreeks de periode van 27 februari 2021 te Twello, althans in Nederland, met [naam slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het betasten van de billen en/of de (zijkant van de) borst(en) van die [naam slachtoffer 2] en/of het (meermalen) kussen op de wang en/of in de nek/hals van die [naam slachtoffer 2] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Feit 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [naam slachtoffer 1] , te weten het onder de kleding betasten van haar borsten en op de kleding betasten van de vagina.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van 12 maart 2021,
p. 3-5;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 februari 2023.
Feit 2
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld. Op 27 februari 2021 was aangeefster, [naam slachtoffer 2] , bij verdachte in zijn woning in Twello. Zij was daar samen met een groep vriendinnen, waaronder [naam vriendin] en [naam slachtoffer 1] , de dochter van verdachte die daar toen woonde. Verdachte was daar ook de hele avond bij en dronk die avond alcohol. [2] Aangeefster was toen 15 jaar oud.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er alleen voldoende bewijs is voor de in de tenlastelegging genoemde handelingen die zien op het kussen op de wang van aangeefster. Voor het betasten van de billen van aangeefster is geen bewijs, nu aangeefster zelf zegt dat verdachte alleen met zijn onderarm de zijkant van haar billen aan heeft geraakt. Dat is niet het betasten van de billen en dus geen ontuchtige handeling. Voor het betasten van haar borsten en het kussen in haar hals of nek is geen objectief bewijs afgezien van de enkele verklaring van aangeefster.
De raadsvrouw heeft verder naar voren gebracht dat de context van de situatie waarin het tenlastegelegde zou hebben plaatsgevonden belangrijk is voor de vraag of het ontuchtig karakter van de aan verdachte verweten handelingen kan worden bewezen. Verdachte sloot zich te veel aan bij de minderjarigen die bij hem over de vloer kwamen en hij had daarin meer afstand moeten bewaren. Er was sprake van ‘geouwehoer’ onderling en zijn alcoholgebruik heeft daarnaast een rol gespeeld. Verdachte en aangeefster kenden elkaar wel en er was sprake van een prettig onderling contact, zonder seksuele strekking. De handelingen die volgens de verdediging wel hebben plaatsgevonden, kunnen daarom niet als ontuchtig worden aangemerkt. De raadsvrouw heeft daarom bepleit dat verdachte voor dit feit dient te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
De vragen die de rechtbank moet beantwoorden zijn of de handelingen die zijn tenlastegelegd, wettig en overtuigend te bewijzen zijn en vervolgens of de bewezenverklaarde handelingen aan te merken zijn als ontuchtig in de zin van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank oordeelt als volgt.
Nadat aangeefster op 12 maart 2021 in een informatief gesprek zeden bij de politie had verklaard over de gebeurtenissen op 27 februari 2021, heeft zij op 22 maart 2021 aangifte tegen verdachte gedaan. Daarbij heeft zij de verklaringen die zij tijdens het informatieve gesprek had afgelegd, herhaald en nader toegelicht.
Volgens aangeefster zat zij die avond op de bank en zat verdachte naast haar. Ze waren een tijdje aan het praten. Op enig moment kwam er meer ruimte op de bank en ging aangeefster languit liggen. Verdachte zat naast haar, ter hoogte van haar bovenbeen. Verdachte leunde achter haar rug langs, tussen haar rug en de rugleuning, op de bank, ter hoogte van haar heup. Aangeefster voelde zijn onderarm tegen de zijkant van haar billen. Hij leunde voorover en kwam met zijn gezicht dichtbij het gezicht van aangeefster, waarbij zij zijn adem in haar gezicht voelde en de alcohol rook. Aangeefster voelde zich niet fijn, omdat verdachte zo dichtbij was. Aangeefster is vervolgens naar de spiegel gelopen, tussen de woonkamer, keuken en eetkamer in. Verdachte kwam naar haar toe gelopen en gaf haar vanaf de zijkant een knuffel en kusjes op haar linker wang. Vervolgens is aangeefster op een stoel bij de eettafel gaan zitten, omdat zij bij hem weg wilde en dacht dat de stoel verdachte van haar af zou houden. Verdachte kwam naast haar zitten en praatte tegen haar. [naam slachtoffer 1] en een andere vriendin waren toen in de keuken. Toen zij naar buiten gingen, kwam verdachte dichter bij aangeefster zitten, hij schoof zijn stoel naar haar toe. Aangeefster en verdachte hadden toen opnieuw een gesprek. Tijdens dat gesprek raakte verdachte haar bovenbeen aan terwijl hij naar voren gebogen richting aangeefster zat. Hij kwam veel dichter bij haar. Ook gaf hij haar kusjes op haar rechter wang. Verdachte pakte haar ondertussen met zijn handen ter hoogte van de zijkanten van haar borsten vast. Zij voelde zijn handen zachtjes tegen de zijkant van haar beide borsten. [3]
De rechtbank is van oordeel dat aangeefster consistent heeft verklaard over de handelingen die door verdachte zouden zijn begaan. Zowel in het informatief gesprek als tijdens het doen van aangifte heeft aangeefster specifiek en tot in detail verklaard wat er die avond is gebeurd. Zowel de beschreven handelingen als de volgorde waarin en waar (op de bank, bij de spiegel, aan de eettafel) deze hebben plaatsgevonden, zijn in het informatieve gesprek en in de aangifte gelijkluidend. Het dossier bevat daarnaast bewijsmiddelen die de verklaring van aangeefster ondersteunen of bevestigen. Zo bevindt zich in het dossier een verklaring van [naam slachtoffer 1] , waarin zij aangeeft dat zij zag dat verdachte aangeefster kusjes gaf en haar kont aanraakte. [naam slachtoffer 1] is toen boos weggelopen. Verdachte kwam achter [naam slachtoffer 1] aan, waarbij [naam slachtoffer 1] tegen hem heeft gezegd dat verdachte moest stoppen, wat hij toen ook deed. [4] Daarnaast bevat het dossier een verklaring van [naam vriendin] , die op 8 maart 2021 vertelt dat zij de week ervoor op zaterdag bij [naam slachtoffer 1] was en aangeefster en verdachte in de woonkamer waren. [naam vriendin] zag dat aangeefster op de bank lag en verdachte over haar heen hing en aan haar kont zat. Ze zag dat toen aangeefster vervolgens aan de eettafel ging zitten, verdachte naar haar toe liep en haar kusjes op haar wang gaf. [5]
Verdachte heeft zelf verklaard dat hij die avond naast aangeefster op de bank zat en het zou kunnen dat hij haar bij de spiegel een knuffel heeft gegeven. [6]
De rechtbank ziet gelet op dit alles geen redenen om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster. Op grond van die verklaring, in onderling verband en samenhang met de hiervoor genoemde bewijsmiddelen, acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de tenlastegelegde handelingen, zoals en voor zover door aangeefster in haar aangifte beschreven, hebben plaatsgevonden. In die aangifte heeft aangeefster niet verklaard dat verdachte aangeefster in de nek/hals zou hebben gekust, zodat de rechtbank tot het oordeel komt dat dat specifieke onderdeel van de tenlastelegging niet kan worden bewezen.
De tweede vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of die handelingen als ontuchtig aan te merken zijn. Het moet gaan om handelingen van seksuele aard die in strijd met de sociaal-ethische norm zijn. Hierbij dient gekeken te worden naar de omstandigheden van het geval. In dit geval gaat het om het door verdachte betasten van de billen van aangeefster, het meermaals kussen op haar wang en het betasten van (de zijkant van) haar borst(en). Verdachte is de vader van een vriendin van aangeefster. Aangeefster was minderjarig en verdachte is ruim 30 jaar ouder dan zij. Verdachte zat erg dicht bij aangeefster op de bank waarbij hij haar billen heeft aangeraakt, waartoe geen enkele noodzaak bestond. Vervolgens heeft hij haar meermaals op haar wang gekust, geknuffeld en haar borsten betast. Verdachte heeft geweten dat aangeefster dit niet wilde want zij heeft meermaals te kennen gegeven dat ze weg wilde, naar haar vriendin, waarop verdachte reageerde door te zeggen dat dit niet hoefde. Ook is zij meerdere keren bij verdachte weggelopen en heeft zij geprobeerd verdachte bij haar weg te houden door aan de eettafel te gaan zitten, met een stoel tussen hen in. Bovendien heeft verdachte, toen hij naast haar op de stoel aan de eettafel ging zitten, aangeefster - door de manier waarop hij zichzelf en die stoel positioneerde - belet weg te gaan, zodat hij haar kon kussen en betasten. Aangeefster voelde zich daardoor ingesloten. Verdachte heeft een bedreigende en beangstigende situatie voor aangeefster gecreëerd, waarin zij zich niet aan zijn handelingen kon of durfde te onttrekken.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de handelingen van verdachte seksueel van aard zijn en naar hun aard, zeker onder de geschetste omstandigheden in onderlinge samenhang bezien, in strijd zijn met de in de maatschappij geldende sociaal-ethische normen. Ze zijn daarom als ontuchtig aan te merken.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks29 november 2020 te Twello
, althans in Nederland,met zijn kind [naam slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het
op en/ofonder de kleding betasten van de borsten van die [naam slachtoffer 1] en
/ofhet op
en/of onderde kleding betasten van de vagina
en/of schaamstreek van die [naam slachtoffer 1] ;
2.
hij op
of omstreeks de periode van27 februari 2021 te Twello
, althans in Nederland,met [naam slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het betasten van de billen en
/ofde (zijkant van de) borst(en) van die [naam slachtoffer 2] en
/ofhet
(meermalen
)kussen op de wang
en/of in de nek/halsvan die [naam slachtoffer 2] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind;
feit 2:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat verdachte openheid van zaken heeft gegeven en spijt heeft van hetgeen er is gebeurd met [naam slachtoffer 1] . Ook dient rekening te worden gehouden met te voorziene problematische, praktische gevolgen voor verdachte indien hij naar de gevangenis zou moeten, zoals zijn vaste baan en de zorg die hij voor zijn zoon draagt. Om die reden heeft de raadsvrouw bepleit dat aan verdachte een taakstraf wordt opgelegd, eventueel in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen bij twee meisjes van 15 jaar. Eén van deze meisjes is zijn dochter, het andere meisje haar vriendin. De rechtbank rekent verdachte deze feiten zwaar aan. Het is algemeen bekend dat kinderen die slachtoffer zijn geworden van ontuchtige handelingen, hiervan ook op latere leeftijd nog de (psychische) gevolgen (kunnen) ondervinden. Het is dan ook van groot belang dat kinderen worden beschermd tegen seksuele toenadering door volwassenen.
Verdachte heeft zich laten leiden door zijn eigen (seksuele) behoeftes en heeft geen oog gehad voor de gevolgen van zijn handelen op het welzijn van de slachtoffers. Uit het dossier blijkt dat de handelingen van verdachte ingrijpende emotionele gevolgen voor [naam slachtoffer 1] hebben gehad. Zo heeft zij verklaard dat zij na het incident ’s nachts niet sliep en overdag haar slaap inhaalde als verdachte aan het werk was. Ze was bang dat het nog een keer zou gebeuren. Ook tijdens de terechtzitting heeft [naam slachtoffer 1] in een emotionele slachtofferverklaring verteld dat ze het verdachte heeft vergeven, maar het nooit zal vergeten. Daarnaast neemt de rechtbank het verdachte kwalijk dat de ontuchtige handelingen met [naam slachtoffer 1] geen op zichzelf staand incident zijn geweest. Verdachte wist dat wat hij bij [naam slachtoffer 1] deed, volstrekt niet door de beugel kon, maar dat heeft hem er kennelijk toch niet van weerhouden om enkele maanden later ook ontuchtige handelingen bij [naam slachtoffer 2] te plegen.
De rechtbank betrekt anderzijds bij het bepalen van de strafmaat het feit dat verdachte voor wat betreft zijn handelen bij [naam slachtoffer 1] openheid van zaken heeft gegeven, uit zichzelf hulp is gaan zoeken en is gaan werken aan zijn alcoholprobleem. Verder heeft verdachte meermaals bij [naam slachtoffer 1] aangegeven dat hij spijt heeft van het incident en heeft hij dit ook op de terechtzitting een aantal malen benoemd. Ook houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte de benodigde zorg draagt voor zijn zoon [naam zoon] die bij hem woont, en verdachte goed contact heeft met zijn andere kinderen.
De Reclassering schat in dat het hier gaat om een man, die zich sociaal-emotioneel te veel aansloot bij zijn adolescente kinderen en hun vrienden. Hij gebruikte daarbij grote hoeveelheden alcohol en is mogelijk (de rechtbank begrijpt: mede daardoor) ongeremd, seksueel overschrijdend gedrag gaan vertonen richting vrouwen die binnen zijn handbereik lagen. Uit het reclasseringsrapport volgt dat het recidiverisico wordt ingeschat als laag. Geadviseerd wordt om een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank houdt tot slot rekening met het strafblad van verdachte. Daaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit, zodat dat niet strafverhogend of -verlagend werkt.
Strafoplegging
Indien alleen zou worden gekeken naar de ernst van de bewezenverklaarde feiten zelf, zouden deze de oplegging van een (al dan niet deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf zonder meer rechtvaardigen. De rechtbank zal daar in deze zaak echter niet toe overgaan. Zij wil in de straf zeker laten doorklinken dat het om ernstige feiten gaat, maar moet ook rekening houden met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden.
De rechtbank acht het niet alleen van belang om met een straf het door verdachte aan de slachtoffers aangedane leed te vergelden, maar wil met de strafoplegging ook bereiken dat verdachte niet nog een keer strafbare feiten pleegt, zéker niet dit soort feiten. Daarom zal zij aan verdachte in deze zaak wel een gevangenisstraf opleggen, maar geheel in voorwaardelijke vorm. De rechtbank zal aan verdachte daarnaast een forse - onvoorwaardelijke - werkstraf opleggen, om hem ook te laten voelen dat wat bewezen is verklaard, zeer ernstige feiten betreft.
Op grond van al het voorgaande acht de rechtbank de oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden, met een proeftijd van 2 jaren, met daarnaast een taakstraf van 200 uren, hier passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 247 en 248 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 legt op een
taakstrafvan
200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Klaasen (voorzitter), mr. A. Tegelaar en mr. A. van Maanen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Benbouazza, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 februari 2023.
mr. S. Benbouazza is buiten staat
dit vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ONRBC21433, onderzoek Baken/ONRBC21433, gesloten op 23 augustus 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 februari 2023.
3.Het proces-verbaal van aangifte van 22 maart 2021, p. 22-28 (zaaksdossier).
4.Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van 12 maart 2021, p. 4 (zaaksdossier).
5.Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van 1 april 2021, p. 7 (zaaksdossier).
6.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 februari 2023.