ECLI:NL:RBGEL:2023:7217
Rechtbank Gelderland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Transitievergoeding en betalingsverplichting bij opzegging arbeidsovereenkomst
Op 21 september 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de transitievergoeding na opzegging van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever op basis van artikel 7:673 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) aan de werknemer een transitievergoeding van € 10.329,61 bruto verschuldigd is. De werkgever erkende dat hij de verzochte transitievergoeding, althans het restant daarvan, aan de werknemer moet betalen, maar gaf aan momenteel in betalingsonmacht te verkeren. De kantonrechter stelde echter dat deze betalingsonmacht de werkgever niet ontslaat van zijn verplichting om de vergoeding te betalen.
De kantonrechter heeft het verzoek van de werknemer toegewezen en de werkgever veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding, verminderd met een eerdere betaling van € 3.514,89 netto. Daarnaast werd de wettelijke rente toegewezen over de bedragen die nog verschuldigd zijn, evenals de buitengerechtelijke incassokosten van € 878,83. De proceskosten aan de zijde van de werknemer werden begroot op € 615,00, die ook door de werkgever moeten worden vergoed.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers bij het beëindigen van arbeidsovereenkomsten en de rechten van werknemers op een transitievergoeding, ongeacht de financiële situatie van de werkgever. De kantonrechter heeft de zaak in het openbaar behandeld en de uitspraak is vastgelegd op dezelfde dag.