ECLI:NL:RBGEL:2023:7216
Rechtbank Gelderland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Transitievergoeding en betalingsonmacht in arbeidsrechtelijke geschil
In deze zaak heeft de kantonrechter op 21 september 2023 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijk geschil tussen een verzoeker en een verwerende partij. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D. Dekker, heeft een verzoek ingediend om betaling van een transitievergoeding van € 9.622,99 bruto, die volgens artikel 7:673 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) verschuldigd is aan de verzoeker, omdat de arbeidsovereenkomst door de verwerende partij is opgezegd. De verwerende partij, die in persoon procedeerde, erkende de verplichting tot betaling van de transitievergoeding, maar stelde dat hij op dit moment in betalingsonmacht verkeert. De kantonrechter oordeelde echter dat deze betalingsonmacht de verwerende partij niet ontslaat van zijn verplichting om de transitievergoeding te betalen. De kantonrechter heeft het verzoek van de verzoeker toegewezen en de verwerende partij veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 juni 2023 tot aan de dag van algehele voldoening. Daarnaast is de verwerende partij ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de verzoeker tot op heden zijn begroot op € 615,00. De uitspraak is gedaan in het openbaar en vastgelegd op dezelfde dag.