ECLI:NL:RBGEL:2023:7211

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
10826114 \ VV EXPL 23-171
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over loonvordering met verstek

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 15 december 2023 een vonnis gewezen in een kort geding, waarin [eiser] een loonvordering heeft ingediend tegen [gedaagde]. De procedure is gestart met een dagvaarding op 6 december 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 december 2023. [gedaagde] is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het spoedeisend belang van de vordering voortvloeit uit de aard van de vordering en de stellingen van [eiser]. De vordering is toegewezen, met uitzondering van het loon over december 2023, dat nog niet verschuldigd is. De kantonrechter heeft een bedrag van € 4.533,69 bruto per maand toegewezen voor de maanden augustus tot en met november 2023, evenals de gevorderde wettelijke verhoging en rente. Daarnaast is een dwangsom opgelegd voor het niet verstrekken van salarisspecificaties en de arbeidsovereenkomst. [gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten dragen, die zijn begroot op € 615,00. De kantonrechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10826114 \ VV EXPL 23-171 \ 693\415
uitspraak van
vonnis in kort geding
in de zaak van
[eiser]
wonende te [woonplaats eiser]
eisende partij
gemachtigde mr. P.A. van der Waal
procederende krachtens toevoegingsnummer 4PV2069
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats gedaagde]
gedaagde partij
niet verschenen
Partijen worden hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 december 2023 met producties 1 tot en met 6
- het e-mailbericht van de gemachtigde van [eiser] van 13 december 2023 met producties 7 tot en met 9.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgehad op 14 december 2023.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald

2.De beoordeling

2.1.
Het spoedeisend belang van de vordering vloeit voort uit de aard van de vordering en de stellingen van [eiser] .
2.2.
[eiser] heeft de veroordeling gevorderd van [gedaagde] , overeenkomstig de – aan dit vonnis gehechte en daarvan deel uitmakende – dagvaarding, op de gronden als in de dagvaarding vermeld.
2.3.
De dagvaarding is op de bij de wet voorgeschreven wijze betekend aan het adres van [gedaagde] . Zij is niet verschenen in deze procedure, zodat tegen haar verstek wordt verleend.
2.4.
De vordering zal, nu deze niet is weersproken en deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, worden toegewezen, met dien verstande dat de kantonrechter het loon (inclusief bijtelling van de auto) over de maand december 2023 niet kan toewijzen, nu dit nog niet verschuldigd is. Dit geldt eveneens voor de gevorderde salarisspecificatie voor de maand december 2023. Voor wat betreft het loon (inclusief de bijtelling) voor de maanden augustus 2023 tot en met november 2023 wijst de kantonrechter een bedrag van € 4.533,69 bruto per maand toe. De gevorderde wettelijke verhoging ex artikel 7:625 Burgerlijk Wetboek wordt toegewezen, zoals hierna bepaald. Dit geldt eveneens over de gevorderde wettelijke rente over het loon (inclusief de bijtelling). De door [eiser] gevorderde dwangsom wordt toegewezen en gemaximeerd zoals hierna bepaald.
2.5.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. Vanwege het ontbreken van een wettelijke grondslag is een kostenveroordeling met de verplichting tot betaling van de exploot- en/of advertentiekosten aan de griffier niet mogelijk. De gevorderde nakosten worden toegewezen tot een half salarispunt van het toegewezen salaris met een maximum van € 132,00

3.De beslissing

De kantonrechter
rechtdoende als voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt[gedaagde] om binnen 7 dagen na dagtekening van dit vonnis aan [eiser] te voldoen een bedrag van € 18.134,76 bruto (4 maal € 4.533,69), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf het moment van opeisbaarheid tot aan de dag van volledige betaling, met de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van het verschuldigde maandelijkse salaris vanaf december 2023 zolang de arbeidsovereenkomst tussen partijen voortduurt en niet rechtsgeldig beëindigd is;
3.2.
veroordeelt[gedaagde] om binnen 7 dagen na dagtekening van dit vonnis aan [eiser] te voldoen de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over € 18.134,76 bruto;
3.3.
veroordeelt[gedaagde] om binnen 7 dagen na dagtekening van dit vonnis aan [eiser] te verstrekken de salarisspecificaties over de periode juli 2022 tot en met november 2023 en de tussen partijen getekende arbeidsovereenkomst, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,00 voor iedere dag of dagdeel dat zij in gebreke blijft hieraan te voldoen, met een maximum van € 2.500,00;
3.4.
veroordeelt[gedaagde] in de proceskosten tot deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 615,00 in totaal – welk bedrag bestaat uit € 86,00 aan griffierecht en € 529,00 aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.5.
veroordeelt[gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.6.
verklaartdeze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijsthet meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. A.J. Weerkamp-Beens en in het openbaar uitgesproken op