ECLI:NL:RBGEL:2023:7180

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
16 januari 2024
Zaaknummer
C/05/428314 KG RK 23-904
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een wrakingsverzoek op basis van vermeende vooringenomenheid van de rechter

In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland op 6 november 2023 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was bij een eerdere procedure, stelde dat de rechter, mr. L.J.P. Lambooij, vooringenomen was omdat deze eerder een vonnis had uitgesproken in een andere zaak waarin verzoeker ook partij was. De wrakingskamer oordeelde dat enkel de omstandigheid dat de rechter eerder heeft geoordeeld in een andere procedure niet voldoende is om (de schijn van) vooringenomenheid aan te nemen. De wet vereist dat er bijzondere omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat verzoeker concrete omstandigheden moet aanvoeren die zijn vrees voor partijdigheid objectief rechtvaardigen. Aangezien verzoeker geen dergelijke omstandigheden had aangedragen, werd het verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 7 december 2023, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/428314 / KG RK 23-904
Beslissing
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. L.J.P. Lambooij,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 20 november 2023.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer 10496145 CV Expl 23-3207 tussen verzoeker en [belanghebbende 1] .
2.2
Verzoeker heeft blijkens het schriftelijke wrakingsverzoek aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat de rechter op 22 maart 2023 een vonnis heeft uitgesproken, in een zaak tussen verzoeker en [belanghebbende 2] , dat, volgens verzoeker, oneerlijk en onrechtvaardig was.

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem bekend zijn geworden.
3.2.
Verzoeker vindt de rechter vooringenomen omdat deze naar zijn mening eerder een onjuiste beslissing heeft genomen in een andere zaak. Uit enkel de omstandigheid dat de rechter eerder heeft geoordeeld in een andere procedure waarin verzoeker ook procespartij was, kan niet zonder meer (de schijn van) vooringenomenheid worden afgeleid.
Nog daargelaten dat gesteld noch gebleken is dat de onderhavige zaak enig verband heeft met die eerdere zaak, kan de juistheid van die eerdere rechterlijke beslissing alleen worden beoordeeld als daartegen een rechtsmiddel (zoals hoger beroep) is aangewend. De wrakingsprocedure is daarvoor niet bestemd. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
- wijst het verzoek tot wraking af.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.J.C. Cremers, voorzitter, mr. E.H.T. Rademaker en mr. A.M.P.T. Blokhuis, leden in tegenwoordigheid van de griffier mr. [griffier] en in openbaar uitgesproken op: 7 december 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.