ECLI:NL:RBGEL:2023:7163

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
05.212807.23.ONTN
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepkwekerij

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 12 januari 2024 uitspraak gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in het kader van een hennepkwekerij. De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, dat door de officier is vastgesteld op € 301.371,42. De verdediging betwistte de vordering en stelde dat uit de onderzoeksbevindingen niet blijkt dat er drie oogsten hebben plaatsgevonden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is voor het genieten van wederrechtelijk voordeel door de veroordeelde. Dit is onderbouwd met verklaringen van medeveroordeelden en de eigenaar van de loods waar de hennep werd gekweekt. De rechtbank concludeert dat de hennepkwekerij is gestart tijdens de bouwvakvakantie van 2022 en dat er één keer is geoogst. De opbrengst van deze oogst is berekend op basis van het aantal planten en de gemiddelde opbrengst per plant.

De rechtbank heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 100.457,13, na aftrek van kosten. De veroordeelde is verplicht gesteld dit bedrag aan de Staat te betalen. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft ook de duur van de gijzeling bepaald die kan worden gevorderd door de officier van justitie.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Gelderland, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De griffier heeft de uitspraak genoteerd, maar was niet in de gelegenheid deze mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Tegenspraak
Parketnummer : 05/212807-23 (ontneming)
Datum uitspraak : 12 januari 2024
uitspraak van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[naam verdachte],
geboren op [geboortedag] 1969 in [geboortedag] ,
wonende aan de [straatnaam] , [woonplaats] .
Raadsman: mr. E.P.M. Smit, advocaat in Vught.

1.De inhoud van de vordering

De officier van justitie vordert dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel, welk voordeel door de officier van justitie is geschat op € 301.371,42 .

2.De procedure

De zaak is op openbare terechtzittingen onderzocht.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij de vordering. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat uit de onderzoeksbevindingen niet volgt dat sprake is geweest van drie oogsten.

3.De beoordeling van de vordering

De rechtbank heeft kennisgenomen van het tegen veroordeelde gewezen vonnis van 12 januari 2024 waarbij hij voor medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 180 uur.
De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten en baseert zich op de volgende bewijsmiddelen. [1]
Medeveroordeelde [naam] heeft verklaard dat hij de sleutel van de loods in juli 2022 heeft afgegeven aan mensen die hij kende uit het drugsmilieu en bij wie hij schulden had. [2]
De eigenaar van de loods, [naam] , heeft verklaard dat hij net voor de bouwvakvakantie nog bij het pand is geweest. Rond de bouwvak heeft de inspectie van de verzekering het bewuste pand geïnspecteerd. [3]
Gelet hierop gaat de rechtbank ervan uit dat niet eerder dan tijdens de bouwvakvakantie van 2022 is gestart met het telen van hennep in de loods.
Op 20 december 2022 zijn agenten in verband met een op 19 december 2022 gedane melding van een inbraak naar het pand gegaan. Uit de omstandigheid dat de hennepplanten uit de bakken waren geknipt en alles overhoop lag, hebben de agenten opgemaakt dat deze kwekerij was ‘geript’. [4]
De rechtbank stelt vast dat de periode tussen 25 juli 2022 (de start van de bouwvakvakantie in 2022) en 19 december 2022 (de datum waarop de inbraak in het pand is gemeld) 21 weken is en een gemiddelde kweekcyclus tien weken bedraagt.
Dat er voor de geripte oogst van december 2022 een keer is geoogst, volgt verder uit het Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij (hierna: rapport). Daarin is beschreven dat in de kwekerij de volgende indicatoren voor eerdere oogst(en) zijn aangetroffen:
- droge resten van hennepplanten;
- op kalk gelijkende afzetting;
- stof op koolstoffilters en vervuiling van het filterdoek;
- meerdere gebruikte assimilatielampen;
- stof op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen, de aanwezige elektra, het rotorblad van de ventilator en de kachel;
- knipschaartjes met hennepresten;
- lege jerrycans groeimiddelen;
- kalkaanslag en algengroei in afvoeren en in de waterpomp/dompelpomp;
- gebruikte transformatoren. [5]
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat er één keer is geoogst.
Op basis van het rapport komt de rechtbank tot de volgende berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
In de eerste kweekruimte stonden minimaal 467 hennepplanten en/of potten. De oppervlakte van de beplanting in die ruimte was 30 m2. Per m2 stonden er 16 hennepplanten en/of potten. De opbrengst aan hennep per plant van de eerste kweekruimte is minimaal 27,7 gram. De bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt voor deze kweekruimte: 467 planten x 27,7 gram = 12,9359 kilogram.
In de tweede kweekruimte stonden minimaal 495 hennepplanten en/of potten. De oppervlakte van de beplanting in deze kweekruimte was 31 m2. Per m2 stonden er 16 hennepplanten en/of potten. De opbrengst aan hennep per plant van de tweede kweekruimte is minimaal 27,7 gram. De bruto opbrengst aan hennep per oogst voor deze kweekruimte bedraagt: 495 planten x 27,7 gram = 13,7115 kilogram.
De totale opbrengst van één oogst komt daarmee op 26,6474 kilogram.
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens informatie van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal € 4.070,- per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 26,6474 kilogram x € 4.070,- =
€ 108.454,91 .
In het rapport is rekening gehouden met afschrijvingskosten, kosten van hennepstekken en variabele kosten. Voor beide kweekruimtes samen komt dit voor één oogst op een bedrag van € 3.891,23 + € 4.106,55 = € 7.997,78 . [6]
Op grond van het bovenstaande stelt de rechtbank het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op een bedrag van € 100.457,13 ( € 108.454,91 minus € 7.997,78 ).
De rechtbank zal veroordeelde de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen.

4.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

5.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op een bedrag van € 100.457,13 ;
- legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van dit bedrag;
- bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste door de officier van justitie kan worden gevorderd met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering op 1.080 dagen.
Aldus gegeven door mr. A.J.H. Steenweg, voorzitter, mr. M.E. Snijders en mr. F.J.H. Hovens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Korevaar, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 januari 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid
deze uitspraak mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [naam] van de politie Eenheid Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022589206, gesloten op 1 augustus 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam] , p. 259.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] , p. 253.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 13 en proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, p. 15-17.
5.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij, p. 293-298.
6.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij, p. 296-298.