3.1.[eiseres] vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primairte verklaren voor recht dat [eiseres] de op 10 oktober 2022 terzake het paard [naam paard] gesloten koopovereenkomst op 17 november 2022, althans 10 februari 2023, rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd ex artikel 6:228 BW, althans deze te vernietigen;
subsidiairte verklaren voor recht dat [eiseres] de op 10 oktober 2022 terzake het paard [naam paard] gesloten koopovereenkomst op 17 november 2022, althans 10 februari 2023, rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft ontbonden ex artikel 6:265 jo. 7:22 BW, althans deze te ontbinden;
primair en subsidiair
- [gedaagden] , hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen om binnen een termijn van 14 dagen na het wijzen van het vonnis tegen voldoende bewijs van kwijting aan [eiseres] een bedrag van € 29.500,00 te voldoen, zijnde de restitutie van de door [eiseres] voor het paard [naam paard] betaalde koopsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verzuim, zijnde 18 februari 2023, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum tot de dag der algehele voldoening;
- [gedaagden] , hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen om binnen een termijn van 14 dagen na het wijzen van het vonnis tegen voldoende bewijs van kwijting aan [eiseres] een bedrag van € 13.199,83 + p.m. te voldoen, zijnde de vergoeding van de door [eiseres] geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verzuim zijnde de dag waarop de schade is geleden, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum tot de dag der algehele voldoening;
- [gedaagden] te gebieden om binnen een termijn van 14 dagen na restitutie aan [eiseres] van de door haar voor het paard [naam paard] betaalde koopsom, vermeerderd met de wettelijke rente en vergoeding van de door [eiseres] geleden schade, vermeerderd met de wettelijke rente, het paard bij [eiseres] op te halen en weer in bezit te nemen op straffe van een door [gedaagden] hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 1.000,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijven om aan dit gebod te voldoen;
- [gedaagden] hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.454,42 althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente;
met veroordeling van [gedaagden] , hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten en het nasalaris, te vermeerderen met wettelijke rente.