Uitspraak
1.De procedure
- de akte verandering van verzoek en overlegging producties van [verzoeker] ,
2.De feiten2.1. [verzoeker] , geboren op [datum] 1975, is op [datum] 2008 in dienst getreden bij Spoortotaal in de functie van Medewerker Projecten. Zijn maandsalaris bedraagt € 3.160,98 bruto per maand.
‘Gaat iets beter. Laten dinsdag aanhouden. (…)’. [verzoeker] is die dinsdag (9 mei 2023) niet op het werk verschenen en heeft evenmin iets van zich laten horen.
Een broer van [verzoeker] heeft vervolgens een opname in een verslavingskliniek voor [verzoeker] geregeld.
‘zich gaat beraden over de ontstane situatie welke ongetwijfeld zal gaan leiden tot ontslag’.
‘Hoi [naam 1] , kun je mij contact gegevens toesturen van de bedrijfsarts Gr. [verzoeker] ’.Om 19.14 uur heeft Spoortotaal hierop geantwoord:
“Beste [verzoeker] , vandaag hebben wij, nadat jij wederom geen contact met ons opgenomen hebt, besloten jou met ingang van heden op staande voet te ontslaan. Jij ontvangt vandaag daarover een mail en morgen versturen wij aangetekend de brief. Mocht je mij alsnog willen spreken dan ben ik daar altijd toe bereid. Gr. [naam 1] ”.2.7 Spoortotaal heeft het ontslag op staande voet schriftelijk bevestigd in een brief aan [verzoeker] , waarin zij onder andere het volgende schrijft:
“(…) Ook na het Politieonderzoek heeft Spoortotaal tevergeefs getracht om contact met u op te nemen. (…) reden waarom de heer [naam 1] de brief van 22 mei 2023 heeft achtergelaten in uw postbus. In deze brief werd u onder meer dringend verzocht om uiterlijk 25 mei 2023 contact met de heer [naam 1] op te nemen. Ook op dit contactverzoek van Spoortotaal heeft u geen gehoor gegeven. Naast het feit dat u ongeoorloofd niet op het werk bent verschenen en - ondanks meerdere
“(…) De gegevens daaruit leiden tot de aanname dat betrokkene als aanzienlijk verminderd arbeidsgeschikt aan gemerkt dient te worden. Met name voor werk dat ook de geschiktheidseisen niveau 1 van de Regeling Spoorwegpersoneel 2011 met zich meebrengt valt een volledige arbeidsongeschiktheid aan te nemen. Naar verwachting zal betrokkene over 8 -20 maanden wel weer volledig arbeidsgeschikt zijn, met name ook conform de geschiktheidseisen niveau 1 van de Regeling Spoorwegpersoneel 2011.
3.3. De verzoeken
1. veroordeling van Spoortotaal tot betaling van:
- de gefixeerde schadevergoeding van € 15.344,00 bruto,
- de transitievergoeding van € 23.387,34 bruto
- een billijke vergoeding van € 200.000,00 bruto en € 7.500,00 netto, althans een in goede justitie te bepalen bedrag
- € 317,62 voor het consult van de bedrijfsarts
- achterstallig vakantiegeld van € 10.158,03 bruto, met de maximale wettelijke verhoging,
- € 8.197,75 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten,
- € 12.095,17 voor de volledige kosten van rechtsbijstand
alles te vermeerderen met wettelijke rente
2. Spoortotaal te gebieden om deugdelijke bruto/netto specificaties te verstrekken waaronder de eindafrekening en jaaropgave 2023, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
3. Spoortotaal te veroordelen in de proceskosten, met wettelijke rente en nasalaris.
4.De beoordeling
Ter beoordeling staat of het ontslag op staande voet al dan niet terecht is gegeven. [verzoeker] stelt dat dit niet het geval is en dat daardoor sprake is van onregelmatige opzegging en ernstig verwijtbaar handelen van Spoortotaal, wat moet leiden tot toekenning van een aantal vergoedingen.
Zeker in combinatie met het voortduren van de afwezigheid van [verzoeker] is het zeer onlogisch om deze app op te vatten als betermelding. Spoortotaal had een bedrijfsarts moeten inschakelen om de ziekmelding van [verzoeker] te laten beoordelen, vooral ook als zij van mening was dat [verzoeker] , ondanks ‘betermelding’ ongeoorloofd afwezig bleef.
25 mei 2023 geen reden zijn voor het ontslag.
Hoewel het te prijzen valt dat Spoortotaal moeite heeft gedaan om te achterhalen waarom [verzoeker] niet op het werk kwam en, uiteraard, erg geschrokken is van wat er vervolgens aan problematiek is gebleken, had Spoortotaal zich moeten realiseren dat [verzoeker] als verslaafde ziek is en dat het zwijgen over/ontkennen van de verslaving een onderdeel is van die ziekte.
Het verschil zit in de vraag of de vergoeding voor Lanzendienst meegenomen moet worden bij het maandinkomen. Ook is in discussie welk bedrag aan onregelmatigheidstoeslag meegenomen moet worden en of de bedragen op de loonspecificaties al dan niet inclusief vakantietoeslag zijn. Er is geen discussie dat de termijn, waarop de schadevergoeding ziet,
3 maanden en 6 dagen betreft.
Ten aanzien van de overwerkvergoeding kan aan de hand van de overgelegde specificaties worden vastgesteld dat dit gemiddeld in de periode mei 2022 tot en met mei 2023
(€ 959,07 + € 999,28 + € 1.066,76 + € 485,31 + € 329,00 + € 1.117,61+ € 955,84 + € 626,75 + € 675,74 + € 701,41 + € 935,87 + € 1.042,31 + € 903,50 = € 10.798,45 : 13 =) € 830,65 bedroeg.
Productie 5 lijkt er inderdaad van uit te gaan dat de overwerkvergoeding inclusief vakantietoeslag wordt toegekend. Maar het aan het eind van die productie vermelde ‘uit te betalen’ bedrag van € 1.042,31 komt op de loonspecificatie van maart 2023 als zodanig niet voor. Verder is op de salarisspecificaties te zien, dat maandelijks alleen een reservering van 8% over het basis maandsalaris wordt opgenomen bij de component ‘reservering vakantiegeld’ en bedroeg het in mei en november 2022 uitbetaalde vakantiegeld ook kennelijk alleen de vakantietoeslag over het basissalaris. Spoortotaal erkent dat in elk geval over de Lanzenvergoeding wel vakantietoeslag verschuldigd is, maar de component ‘reservering vakantiegeld’ is in 2023, toen die vergoeding toegekend werd, niet omhoog gegaan, zodat kennelijk de reservering daar kennelijk (ook) niet op ziet. Daarmee blijft onduidelijk of de vakantietoeslag in het bedrag aan overwerkvergoeding is opgenomen. Spoortotaal zal zich hierover nader kunnen uitlaten.
5.De beslissing
De gefixeerde schadevergoeding bedraagt dan:
3 x € 4.244,51 € 12.733,53
6/31 x € 4.244,51
€ 821,52€ 13.555,05 bruto
plus 3 x 428,14 € 1.284,42
6/31 x € 428,14
€ 82,87