ECLI:NL:RBGEL:2023:7126

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 december 2023
Publicatiedatum
2 januari 2024
Zaaknummer
C/05/429645 / KG RK 23-977
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot leggen van eigenbeslag wegens niet voldoen aan wettelijke vereisten

In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, Team kanton en handelsrecht, is op 27 december 2023 uitspraak gedaan op het verzoek van verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Meerman, tot het leggen van conservatoir beslag onder zichzelf, ook wel eigenbeslag genoemd. Verzoekster heeft gesteld dat zij op 1 augustus 2023 een overeenkomst heeft gesloten met [bedrijf 1], waarbij zij roerende zaken ter waarde van € 150.000,00 heeft verkregen. Deze zaken zijn in bruikleen gegeven aan [bedrijf 1]. Verzoekster vreesde schade te lijden door een executoriaal beslag dat [bedrijf 2] op 30 november 2023 op de roerende zaken had gelegd, en wenste eigenbeslag te leggen ter bescherming van haar vordering op [bedrijf 1].

De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat verzoekster niet aan de wettelijke vereisten voor het leggen van eigenbeslag voldoet. Volgens artikel 724 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan een schuldeiser onder zichzelf beslag leggen, maar verzoekster heeft niet summierlijk aangetoond dat [bedrijf 1] een vordering op haar heeft of dat er een reeds bestaande rechtsverhouding is. De gestelde feiten en omstandigheden zijn onvoldoende om het verzoek te honoreren. Daarom is het verzoek tot het leggen van eigenbeslag afgewezen.

De beschikking is ondertekend door mr. G.J. Meijer en mr. G.F. van den Berg, en is openbaar uitgesproken op 27 december 2023.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rekestnummer: C/05/429645 / KG RK 23-977
Beschikking van 27 december 2023
op het verzoek van
[verzoekster],
wonende te [plaats] ,
verzoekster,
advocaat mr. J. Meerman te ‘s-Hertogenbosch.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 22 december 2023, met 3 producties;
  • de op 22 december 2023 door mr. Meerman telefonisch aan de griffier gegeven toelichting op het verzoekschrift.
1.2.
Tenslotte is beschikking bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoek strekt tot het verkrijgen van verlof voor het leggen van conservatoir beslag onder verzoekster zelf (eigenbeslag).
2.2.
Verzoekster heeft gesteld dat tussen haar en de gerekwestreerde - [bedrijf 1] , gevestigd te [plaats] (hierna: [bedrijf 1] ) - op 1 augustus 2023 een overeenkomst is gesloten, op grond waarvan zij, tegen contante betaling, de eigendom heeft verkregen van roerende zaken (voornamelijk keukens) met een waarde van in totaal € 150.000,00 die vervolgens in bruikleen zijn gegeven aan [bedrijf 1] . Daarnaast heeft zij gesteld dat [bedrijf 1] met een derde (hierna: [bedrijf 2] ) een conflict heeft, naar aanleiding waarvan [bedrijf 2] - op grond van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 7 juni 2023 - op 30 november 2023 op de roerende zaken executoriaal beslag heeft doen leggen. [bedrijf 2] heeft geen gehoor gegeven aan verzoeken van [bedrijf 1] om het beslag door te laten halen en heeft aangekondigd de roerende zaken executoriaal te doen verkopen op 29 december 2023. Als gevolg van de eventuele executoriale verkoop zal verzoekster schade lijden. [bedrijf 2] heeft de overeenkomst tussen verzoekster en [bedrijf 1] (buitengerechtelijk) vernietigd op grond van vermeend paulianeus handelen. In het geval [bedrijf 2] zich daarvoor wendt tot de rechter en die vordering wordt toegewezen, dan heeft [bedrijf 1] een vordering op verzoekster. Volgens verzoekster heeft zij de roerende zaken onder zich, omdat zij inmiddels de winkel van [bedrijf 1] exploiteert. Verzoekster wenst eigenbeslag te leggen als zekerheid voor haar vordering op [bedrijf 1] en ter bescherming van haar roerende zaken.
2.3.
In artikel 724 lid 1 Rv is (onder meer) bepaald dat een schuldeiser onder zichzelf beslag kan leggen op de in artikel 479h Rv bedoelde goederen. In laatstgenoemd artikel is bepaald dat een schuldeiser ook beslag kan leggen op de vorderingen die zijn schuldenaar op hem heeft of uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen, alsook op de aan zijn schuldenaar toebehorende roerende zaken die hij voor deze onder zich heeft en die geen registergoederen zijn.
2.4.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het verzoek niet aan de vereisten voor het leggen van eigenbeslag voldoet. Verzoekster heeft niet summierlijk aangetoond dat [bedrijf 1] een vordering op haar heeft of uit een reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen; hooguit is sprake van een eventuele toekomstige vordering. De door verzoekster gestelde feiten en omstandigheden zijn niet dusdanig dat toch verlof verleend kan worden. Het voorgaande betekent dat het verzoek moet worden afgewezen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.J. Meijer en op 27 december 2023 in het openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. G.F. van den Berg.