ECLI:NL:RBGEL:2023:7122

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
2 januari 2024
Zaaknummer
C/05/429021 KG RK 23-938
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de wrakingskamer niet-ontvankelijk wegens te late indiening

Op 12 december 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoekster, vertegenwoordigd door haar secretaris en voorzitter, per e-mail op 11 december 2023. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de rechters mr. J.M. Graat, mr. J.A. van Schagen en mr. A.S.W. Kroon, die betrokken waren bij eerdere procedures van de verzoekster. De verzoekster maakte bezwaar tegen een eerdere beslissing van de wrakingskamer, waarin zij meende dat de rechters onterecht hadden beweerd dat de verzoekster hen wilde wraken vanwege uitstel. De verzoekster stelde dat de wrakingskamer partijdig was en dat haar recht op een eerlijk proces in het geding was.

De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek te laat was ingediend, aangezien het gericht was tegen een eindbeslissing die op 9 oktober 2023 was genomen. De wet staat geen wraking toe nadat een einduitspraak is gedaan. Hierdoor kon de verzoekster niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen. De wrakingskamer oordeelde dat er geen reden was om het verzoek mondeling te behandelen, omdat het verzoek niet kon worden toegewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

De wrakingskamer verklaarde de verzoekster niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Beslissing

RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen

Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/429021 KG RK 23-938
Beslissing van 12 december 2023
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoekster]
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mr. J.M. Graat, mr. J.A. van Schagen en mr. A.S.W. Kroon,
rechters in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechters.

1.De procedure

1.1.
Per e-mailbericht van 11 december 2023 (het e-mailbericht van verzoekster) hebben [naam 1] (secretaris van [verzoekster] ) en [naam 2] (voorzitter van [verzoekster] ) een wrakingsverzoek ingediend. Naar de wrakingskamer begrijpt, hebben zij dit wrakingsverzoek ingediend namens de [verzoekster] die partij is in de procedures met nummers ARN AWB 21/606 en ARN AWB 21/1739 welke in behandeling zijn bij de meervoudige belastingkamer van deze rechtbank.

2.Het verzoek

2.1.
In het e-mailbericht van verzoekster staat het wrakingsverzoek als volgt geformuleerd:

Naar aanleiding van de uitspraak die in onderhavige zaak (met bovengenoemde zaaknummers: ARN 21/606 en 21/1739) is gedaan, mailen wij u het volgende.
Wij maken bezwaar tegen dit besluit en wij wraken de hele wrakingskamer omdat zij hebben gebouwd op de vermoedens van de andere rechters die onterecht beweren dat wij hen zouden wraken omdat wij uitstel willen. Wij hebben zowel mondeling als schriftelijk onze wrakingsgronden verduidelijkt. Wij hebben nooit misbruik gemaakt van het wrakingsinstrument. Het feit dat de wrakingskamer hierin is meegegaan met de gewraakte rechters, bewijst hun partijdigheid en dat zij de wraking niet op een objectieve wijze in behandeling hebben genomen. Tevens heeft een van de leden van de wrakingskamer tijdens de zitting zich op een onheuse, onterechte en onbehoorlijke wijze
hebben geuit jegens [naam 2] door zich jegens hem in de richting te uiten dat hij wantrouwen zou hebben tegen het Nederlandse rechtsstelsel. Dit is een kwalijke beschuldiging waar wij ons van distantiëren. Tenslotte neemt de wrakingskamer ons een fundamenteel recht waarmee ons recht op een eerlijk proces in het geding raakt.
3. De beoordeling
3.1.
Het wrakingsverzoek is op 11 december 2023 ontvangen en is - gelet op de onder 2.1 geciteerde tekst - gericht tegen de op 9 oktober 2023 gegeven beslissing van de wrakingskamer in de wrakingsprocedure met zaaknummer C/05/424276 / KG RK 23-707. Dit betreft een eindbeslissing op een op 26 augustus 2023 ingediend wrakingsverzoek van verzoekster.
3.2.
De wet geeft geen mogelijkheid om rechters te wraken nadat deze een einduitspraak hebben gedaan. Daarom kan verzoekster niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen.
3.3.
Er is dan ook geen reden om het wrakingsverzoek mondeling te behandelen. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt niet toegekomen. Vast staat immers dat het wrakingsverzoek niet kan worden toegewezen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
De beslissing is gegeven door mr. E. Schippers, voorzitter, mr. S.C.A.M. Janssen en mr. A.A. Roodenburg, leden in tegenwoordigheid van de griffier […] en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.