ECLI:NL:RBGEL:2023:7074
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 21 december 2023 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een verdachte die betrokken was bij een prostitutiebedrijf. De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het bedrag van € 321.460,- vaststelde als wederrechtelijk verkregen voordeel en de verdachte verplichtte tot betaling aan de Staat. Tijdens de zitting op 24 november 2023 zijn zowel de verdachte als zijn raadsman gehoord. De officier van justitie stelde dat het wederrechtelijk verkregen voordeel berekend kon worden op basis van verklaringen van vrouwen die betrokken waren bij de prostitutie, maar de verdediging betwistte de betrouwbaarheid van deze verklaringen en stelde dat de geldstromen naar een buitenlandse bankrekening van een medeverdachte gingen, buiten de invloedssfeer van de verdachte.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld aan de hand van het procesdossier en het vonnis in de onderliggende strafzaak. De rechtbank concludeerde dat niet voldoende aannemelijk was dat de verdachte wederrechtelijk voordeel had verkregen uit de bewezen verklaarde feiten. Hoewel de verdachte een rol speelde binnen het prostitutiebedrijf, was het onduidelijk hoeveel voordeel hij daadwerkelijk had genoten. De rechtbank oordeelde dat de inkomsten uit de prostitutiewerkzaamheden voornamelijk naar de medeverdachte gingen en dat de verdachte niet de beschikking had over de bankrekening waar de betalingen naartoe gingen. Daarom werd de vordering van de officier van justitie afgewezen.