ECLI:NL:RBGEL:2023:7071

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
05.213250.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld in Arnhem, waarbij verdachte een gouden ketting van slachtoffer heeft weggenomen

Op 21 december 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 24 augustus 2023 in Arnhem een gouden ketting van een slachtoffer heeft gestolen. De verdachte heeft het slachtoffer geprobeerd te tackelen en tegelijkertijd met kracht de ketting van zijn nek getrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de diefstal gepaard ging met geweld, wat wettig en overtuigend bewezen is verklaard. De verdachte, geboren in 2002 of 2005, was op het moment van de uitspraak gedetineerd. De officier van justitie had een gevangenisstraf van tien maanden geëist, terwijl de verdediging pleitte voor een straf van maximaal vier maanden. De rechtbank heeft uiteindelijk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, rekening houdend met de ernst van het feit en de recidive van de verdachte. De rechtbank heeft ook de teruggave van een goudkleurige ketting gelast, omdat deze niet de van het slachtoffer gestolen ketting bleek te zijn. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer in Arnhem, waarbij de rechtbank de straffen in soortgelijke zaken als referentie heeft genomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05.213250.23
Datum uitspraak : 21 december 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2002 (volgens Informatiestaat SKDB-persoon), dan wel op [geboortedatum 1] 2005 (volgens verdachte) in [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. J.G. Roethof, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 24 augustus 2023 te Arnhem, een gouden ketting, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld van geweld tegen die [benadeelde] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
immers heeft verdachte die gouden ketting met kracht van de nek van die [benadeelde] getrokken
terwijl hij die [benadeelde] tevens probeerde te tackelen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
Wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, omdat slechts sprake is van een poging tot diefstal met geweld, nu verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij de ketting op de grond heeft laten liggen. Een poging is echter niet ten laste gelegd. Subsidiair bepleit de raadsman dat geen sprake is van de strafverzwarende omstandigheid ‘met geweld’, omdat verdachte alleen een voetbeweging maakte om de aandacht af te leiden, hij het slachtoffer daarbij niet raakte en hij het slachtoffer verder alleen maar een tik in de nek gaf om de ketting te grijpen.
Beoordeling door de rechtbank
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben verklaard dat zij op donderdag 24 augustus 2023 omstreeks 22.37 uur op de kruising Varkensstraat met de Munterstraat in Arnhem aantroffen het slachtoffer [benadeelde] . Zij hoorden dat het slachtoffer het volgende verklaarde:
- Dat hij vanaf de Korenmarkt, over Munterstraat naar de Varkensstraat liep.
- Dat hij een gouden ketting om zijn nek had.
- Dat hij op de hoek van de Munterstraat en Korenmarkt al twee personen zag staan waarbij hij een slecht gevoel kreeg.
- Dat hij zag dat deze twee personen hem en zijn vrouw over de Munterstraat volgde.
- Dat een van de twee personen naast hem kwam lopen.
- Dat deze persoon aan het slachtoffer om een vuurtje vroeg.
- Dat deze persoon hem daarop probeerde te tackelen maar dit mislukte.
- Dat deze persoon vervolgens hem met zijn hand een klap op de voorzijde van zijn nek gaf.
- Dat hij tijdens de klap voelde dat zijn gouden ketting werd vastgepakt door deze persoon.
- Dat hij voelde dat deze persoon zijn ketting losrukte van zijn nek.
- Dat hij zag dat deze persoon zich omkeerde en over de Munterstraat richting de Korenmarkt liep.
- Dat de tweede persoon zich aansloot bij de persoon die de ketting had gepakt.
- Dat beide personen samen wegliepen in de richting van de Korenmarkt.
Terwijl verbalisanten in gesprek waren met het slachtoffer, werden zij aangesproken door een medewerker van [café] , gelegen aan de [adres 1] te Arnhem. Zij hoorden dat deze man zei dat hij camerabeelden van de diefstal had en dat hij die kon tonen op zijn telefoon. Verbalisanten zagen op deze camerabeelden dat het verhaal van het slachtoffer overeenkwam met hetgeen zij op de camerabeelden zagen. [2]
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] werden op vrijdag 25 augustus 2023 om 03:45 uur naar hotel [hotel] aan de [adres 2] te Arnhem gestuurd in verband met drie gasten op een hotelkamer die zich door de beveiliger niet lieten wegsturen. Nadat verbalisanten ter plaatse waren gekomen en de beveiliger de bewuste hotelkamerdeur opende, zagen en hoorden verbalisanten dat de beveiliger in de deuropening van de kamer de nog twee aanwezige gasten beval op te staan en de kamer te verlaten. Verbalisanten herkenden de mannen in de hotelkamer direct en zonder enige twijfel als de dader van de beroving en de man die bij hem liep. Zij herkenden hen aan hun kleding, schoenen, rugtas, schoudertas en petjes. De man die door verbalisanten herkend werd als dader van de beroving gaf op het politiebureau op te zijn [verdachte] , [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ). [3]
Verbalisant [verbalisant 3] heeft de camerabeelden bekeken die afkomstig waren van de beveiligingscamera van de [café] in Arnhem. De camera hing in de Munterstraat en was gericht op de Varkensstraat. Op de camerabeelden met bestandsnaam 'Video.mov' zag verbalisant dat op 24 augustus 2023, om 21:17:34 uur (still 1), een man en een vrouw in de Munterstraat liepen in de richting van de Varkensstraat. Er kwam een man naast hen lopen. Verbalisant herkende deze man als zijnde verdachte. Hij herkende verdachte aan de opvallende schoenen die hij droeg, het petje van het merk 'North Face' en de rugtas van het merk Nike. Deze kleding droeg verdachte ook toen verbalisanten hem troffen en foto's van hem maakten. Verbalisant zag dat verdachte naast het slachtoffer en de vrouw kwam lopen en dat verdachte het slachtoffer een handdruk wilde geven. Het slachtoffer ging hierop in. Verbalisant zag dat verdachte met zijn rechterhand de rechterhand van het slachtoffer vastpakte en dat hij zijn linkerhand in de nek van het slachtoffer legde (still 2). Verbalisant zag dat verdachte om 21:17:52 uur (still 3) twee maal een tackelende beweging maakte richting het slachtoffer, waarna verdachte zijn linkerarm erg snel naar achter trok, zich omdraaide en wegliep. Het slachtoffer en de vrouw liepen verder door de Varkensstraat en verdachte liep samen met de andere man die op ongeveer tien meter afstand had gestaan terug door de Munterstraat. Verbalisant zag dat verdachte iets in zijn handen hield en dat hij iets in zijn mond stopte (still 4). [4]
Verdachte heeft op 28 augustus 2023 bij de rechter-commissaris verklaard dat hij iemands ketting heeft weggenomen en daarmee een hotelkamer heeft gehuurd. Hij was met een andere jongen en die heeft de ketting ingewisseld bij een goudwinkel. Verdachte heeft verklaard dat hij schuldig is en het heeft gedaan. [5]
Op grond van voormelde bewijsmiddelen is bewezen dat niet slechts sprake van een poging tot diefstal, maar van een voltooide diefstal. Uit niets blijkt dat de ketting op de grond is gevallen en daar is blijven liggen. Verdachte heeft enkele dagen na zijn aanhouding zelf erkend dat hij de ketting heeft weggenomen en daarmee een hotelkamer heeft gehuurd, waarin hij een aantal uren na de diefstal ook werd aangetroffen. Daarmee acht de rechtbank zijn veel later afgelegde, andersluidende, verklaring ter terechtzitting ongeloofwaardig.
Voorts is naar het oordeel van de rechtbank de combinatie van het proberen te tackelen en het min of meer tegelijkertijd met kracht losrukken van een ketting van iemands nek een geweldshandeling die erop gericht is de diefstal voor te bereiden en te vergemakkelijken. De rechtbank acht de ten laste gelegde diefstal met geweld dan ook wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks24 augustus 2023 te Arnhem, een gouden ketting,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde] , heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld van geweld tegen die [benadeelde] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken,
en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,immers heeft verdachte die gouden ketting met kracht van de nek van die [benadeelde] getrokken terwijl hij die [benadeelde] tevens probeerde te tackelen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een gevangenisstraf voor de duur van ten hoogste vier maanden. De diefstal ging slechts gepaard met een voetbeweging en een tik om de ketting te grijpen zodat aansluiting moet worden gezocht bij het landelijke oriëntatiepunt voor straftoemeting van het LOVS van een tasjesroof met een enkele duw/ruk. Verder verzoekt de raadsman de rechtbank om rekening te houden met de uitzichtloze positie van verdachte. Hij heeft geen verblijfsrecht, was onder invloed van drank en drugs en is hier naartoe gekomen om te zorgen dat er geld binnenkwam voor zijn gezin.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal, die werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen het slachtoffer. Daarbij heeft verdachte in het centrum van Arnhem het slachtoffer proberen te tackelen en min of meer tegelijkertijd met kracht de ketting van zijn nek losgerukt. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich kennelijk alleen heeft laten leiden door de zucht naar eigen financieel gewin en geen belang heeft gehecht aan de kosten voor de ander noch aan de gevoelens van angst en onveiligheid die hij het slachtoffer hierdoor heeft laten ervaren. Dergelijke feiten veroorzaken ook in de maatschappij in het algemeen gevoelens van onrust en onveiligheid.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf acht geslagen op de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank heeft hiervoor aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten voor strafoplegging, die de rechtbanken en gerechtshoven onderling hebben afgesproken. De rechtbank overweegt dat in dit geval de oriëntatiepunten voor een tasjesroof met een enkele duw/ruk en voor een straatroof met licht geweld of verbale bedreiging het bewezenverklaarde het meest benaderen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 26 oktober 2023. Daaruit blijkt dat verdachte op 7 juli 2022 door de Kinderrechter in de rechtbank Limburg is veroordeeld tot 30 dagen jeugddetentie voor diefstal door twee of meer verenigde personen (zakkenrollerij) en dat hij op 13 april 2021 door de Kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland is veroordeeld tot 28 dagen jeugddetentie waarvan 21 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. Deze eerdere veroordelingen hebben verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw de fout in te gaan.
In geval van recidive gaat het oriëntatiepunt voor een tasjesroof uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden en gaat het oriëntatiepunt voor een straatroof uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht maanden.
Alles afwegende zal de rechtbank in dit geval aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van zes maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de teruggave van de goudkleurige ketting (omschrijving PL0600-2023389300-3040803) - waarover zowel slachtoffer als verdachte verklaren dat dit niet de van het slachtoffer geroofde ketting is - aan verdachte gelasten, omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10. De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast de teruggave van de goudkleurige ketting (omschrijving PL0600-2023389300-3040803) aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Wevers (voorzitter), mr. drs. T.P.E.E. van Groeningen en mr. H.C. Leemreize, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Gameren, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 december 2023.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023389300, gesloten op 26 augustus 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 9-10.
3.Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 38.
4.Proces-verbaal van bevindingen met bijbehorend fotoblad, p. 16 en 19-22.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte toetsing rechtmatigheid inverzekeringstelling en vordering tot bewaring, d.d. 28 augustus 2023.