ECLI:NL:RBGEL:2023:7055

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
024156-22 en 024157-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Schadevergoedingsuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding wegens inverzekeringstelling met medische complicaties

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van verzoekster, geboren in 1988, die op 13 januari 2015 was aangehouden en in verzekering was gesteld. Verzoekster werd op 14 januari 2015 in vrijheid gesteld, nadat de officier van justitie had besloten haar niet verder te vervolgen. Verzoekster heeft op 26 oktober 2022 een verzoekschrift ingediend voor schadevergoeding op grond van artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering, waarbij zij een vergoeding van € 500,-- vroeg voor immateriële schade die zij had geleden door de inverzekeringstelling, die zij als onterecht en onbillijk beschouwde gezien haar medische situatie. De officier van justitie heeft geen bezwaar gemaakt tegen de gevraagde vergoeding en erkende dat verzoekster voorafgaand aan haar aanhouding had aangegeven dat zij vanwege medische redenen niet te lang achter elkaar verhoord kon worden.

De rechtbank heeft de zaak zonder mondelinge behandeling afgedaan en heeft geoordeeld dat de omstandigheden van het geval aanleiding geven tot een hogere schadevergoeding dan gebruikelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster twee dagen in voorarrest heeft doorgebracht, waarbij de dagen van inverzekeringstelling en invrijheidstelling als volledige dagen zijn geteld. Gezien de medische omstandigheden en de impact van de inverzekeringstelling op verzoekster, heeft de rechtbank besloten om een vergoeding van € 250,-- per dag toe te kennen, wat resulteert in een totaalbedrag van € 500,-- voor de dagen in verzekering. Daarnaast is er een vergoeding van € 340,-- toegekend voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift, wat het totaal op € 840,-- brengt. De rechtbank heeft de beslissing op 1 maart 2023 uitgesproken door rechter I. Linssen, in aanwezigheid van griffier G.C.F.J. Derkx.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
raadkamernummers : 024156-22 en 024157-22
datum : 1 maart 2023
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het verzoek op grond van artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[verzoekster] ,

geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: verzoekster.
Raadsman: mr. R.A.C. Frijns, advocaat te Arnhem.

Feiten

Verzoekster is op 13 januari 2015 aangehouden en in verzekering gesteld. Op 14 januari 2015 is zij in vrijheid gesteld.
De officier van justitie heeft beslist verzoekster niet verder te vervolgen en heeft dat bij brief van 26 juli 2022 aan verzoekster meegedeeld. Deze beslissing is onherroepelijk geworden. De door de officier van justitie aan de niet (verdere) vervolging verbonden voorwaarden zijn vervuld.

Procedure

Het verzoekschrift is op 26 oktober 2022 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft de raadsman en de officier van justitie op 26 februari 2023 bericht dat het verzoekschrift zonder mondelinge behandeling kan worden afgedaan.

Verzoek

Het verzoek strekt tot vergoeding van de immateriële schade die verzoekster als gevolg van ondergane verzekering heeft geleden tot een bedrag van in totaal € 500,--.
Verzoekster acht een vergoeding van € 250,-- per dag op zijn plaats, omdat voorafgaand aan de aanhouding reeds met de zaaksofficier van justitie gecorrespondeerd is over het gegeven dat verzoekster vanwege zwaarwegende medische redenen niet te lang achter elkaar verhoord kan worden en bovenal ook naar huis moet kunnen gaan. Desondanks heeft verzoekster toch moeten overnachten op het politiebureau. De impact van de inverzekeringstelling was derhalve veel groter dan op een ander, waardoor een hoger bedrag per dag gerechtvaardigd is.
Daarnaast verzoekt verzoekster om vergoeding van de kosten van haar raadsman voor het indienen van het verzoekschrift conform de daarvoor gebruikelijke forfaitaire bedragen, te weten € 340,-- indien het verzoekschrift wordt afgedaan zonder behandeling ter zitting en
€ 680,-- indien het verzoekschrift wordt afgedaan met behandeling ter zitting.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie verzet zich niet tegen het toekennen van de gevraagde vergoeding.
Er is tevoren duidelijk verzocht om rekening te houden met medische problemen waarmee verzoekster kampte en waardoor zij beperkt belastbaar was en er is tevoren ook expliciet aangegeven dat verzoekster bereid was om haar medewerking aan het onderzoek te
verlenen. Desondanks heeft verzoekster een nacht op het politiebureau moeten verblijven. Bij de noodzaak daarvan kunnen vraagtekens gezet worden. Hoewel het stelsel van forfaitaire vergoedingen juist in het leven is geroepen om discussie over de hoogte van vergoedingen in individuele gevallen te voorkomen, kan in uitzonderlijke gevallen van de standaardbedragen worden afgeweken. In dit geval is een afwijking gerechtvaardigd en de verzochte verhoging niet onbillijk.
Daarnaast stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat een vergoeding van de kosten voor het opstellen, indienen en eventueel behandelen van het verzoekschrift voor de forfaitaire vergoeding in aanmerking komt.

Beoordeling

De rechtbank is bevoegd en het verzoek is tijdig ingediend.
De toekenning van een schadevergoeding heeft steeds plaats, indien en voor zover daartoe, naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
De rechtbank acht die gronden aanwezig voor het verzochte.
De rechtbank gaat uit van de volgende data:
  • inverzekeringstelling: 13 januari 2015
  • invrijheidstelling: 14 januari 2015
Bij het bepalen van het aantal dagen dat verzoekster in voorarrest heeft doorgebracht, wordt zowel de dag waarop de inverzekeringstelling is aangevangen als de dag van de invrijheidstelling naar de maatstaf van een volledige dag vergoed. Ook indien de inverzekeringstelling is aangevangen én geëindigd op een en dezelfde dag (en het voorarrest dus tot enkele uren beperkt is gebleven) wordt een vergoeding toegekend naar de maatstaf van een volledige dag.
Verzoekster heeft 2 dagen haar vrijheid moeten missen.
Gelet op de medische omstandigheden die destijds namens verzoekster naar voren zijn gebracht, waardoor zij niet te lang achter elkaar gehoord kon worden en niet zou kunnen overnachten op het politiebureau, heeft zij toch een nacht in de politiecel doorgebracht. De rechtbank is met verzoekster en de officier van justitie van oordeel dat de gevraagde verhoging van de gebruikelijke vergoeding in dit geval billijk is. Ook het toekennen van een forfaitair bedrag voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift acht de rechtbank billijk.
De rechtbank zal als vergoeding toekennen € 250,-- voor elke dag die door verzoekster in verzekering is doorgebracht.
De rechtbank zal een vergoeding toekennen voor:
elke in verzekering doorgebrachte dag, 2x € 250 = € 500,--
kosten voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift € 340,--
Totaal € 840,--

Beslissing

De rechtbank:
- kent aan verzoeker ten laste van de Staat een vergoeding toe van € 840,--.
Deze beschikking is gegeven door mr. I. Linssen, rechter, in tegenwoordigheid van G.C.F.J. Derkx, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op
1 maart 2023.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor de officier van justitie binnen veertien dagen daarna en voor de gewezen verdachte of zijn erfgenamen binnen een maand na de betekening hoger beroep open bij het gerechtshof.

BEVELSCHRIFT VAN TENUITVOERLEGGING

De rechtbank beveelt de tenuitvoerlegging van vorenstaande beslissing als de zaak onherroepelijk is en de betaling ten laste van ’s Rijks kas door de griffier van deze rechtbank van een bedrag van:
€ 840,-- (zegge: achthonderdveertig euro), ten gunste van verzoekster,
door overmaking van voornoemd bedrag op rekeningnummer [Ibannummer] ten gunste van [tgv] onder vermelding van [ovv] .