In zijn akte uitlaten verwijst [eisers] voor de hoogte van de schade naar de dagvaardingwaarin is gesteld dat deze € 1.182.749,87 bedraagt. [eisers] sluit daarbij aan bij het vonnis van deze rechtbank van 5 september 2018en begroot de schade, tot en met de dag waarop [bedrijf 1] in staat van faillissement is verklaard, op:
Gedeelte koopprijs € 200.000,00
Gedeelte koopprijs (geldlening) + 4% rente per jaar over 2 jaar € 648.960,00
Contractuele boete € 100.000,00
Contractuele boete (€ 1.000,00 p/d van 30/09/15 tot 25/9/18) € 1.090.000,00
Handelsrente over de twee boetes (vanaf 30/9/15 tot 25/9/18) € 308.361,87
Proceskosten € 17.938,87
Nakosten € 239,00
Totaal € 2.365.499,74
Omdat [eisers] schadevergoeding vordert voor twee van de vier aandeelhouders van [bedrijf 2] , bedraagt de schade de helft (€ 1.182.749,87), aldus [eisers] Verder stelt [eisers] dat de aandelen [bedrijf 2] inclusief het composteerbedrijf na de transactie met [gedaagden] jarenlang zonder succes in de verkoop hebben gestaan. Uiteindelijk is het composteer-bedrijf met ondergrond, aanhorigheden, inventaris en omgevingsvergunning op 3 maart 2023 voor € 525.000,00 verkocht aan een derde. Volgens [eisers] moet daarom de helft van de netto verkoopopbrengst van deze transactie met de derde, te weten € 203.021,00 (de helft van € 525.000,00 -/- € 75.522 boekwaarde pand -/- € 43.436,00 vennootschapsbelasting) op het schadebedrag in mindering worden gebracht. Daarmee resteert een schade van € 979.728,87 (€ 1.182.749,87 -/- € 203.021,00). De aandelen in [bedrijf 2] zijn nog in bezit van [eisers] maar omdat [bedrijf 2] na verkoop van het composteerbedrijf en de omgevingsvergunning een lege vennootschap is, zal deze worden geliquideerd. Volgens [eisers] moet daarom ook met de negatieve waarde van de aandelen rekening worden gehouden, te weten de helft van het negatief eigen vermogen van [bedrijf 2] van € 116.774,00. Daarmee bedraagt de totale schade volgens [eisers]
€ 1.038.115,87(€ 979.728,87 + (€ 116.774,00 / 2)).