In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 19 december 2023, stond de verdachte terecht op verdenking van opzetheling en schuldheling van verschillende motorvoertuigen. De tenlastelegging omvatte onder andere de vervreemding en het voorhanden hebben van een motorfiets van het merk Husqvarna, een snorfiets van het merk Piaggio, en andere motoren en motorblokken, die vermoedelijk van misdrijf afkomstig waren. De verdediging stelde dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege ernstige vormverzuimen, waaronder het onbevoegd inzetten van pseudokoop. De officier van justitie betoogde echter dat er geen sprake was van pseudokoop en dat er voldoende reden was voor de aanhouding van de verdachte.
De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van pseudokoop, omdat de politie niet het initiatief had genomen voor de afspraak tussen de getuige en de verdachte. De rechtbank concludeerde dat er wel degelijk een redelijk vermoeden van schuld bestond, wat de aanhouding en de daaropvolgende inbeslagname rechtvaardigde. Echter, bij de beoordeling van de bewijsvoering kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op enig moment wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen van misdrijf afkomstig waren. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.
Daarnaast werd er een geldbedrag van € 1.040,00 in beslag genomen, maar omdat de verdachte van het tenlastegelegde werd vrijgesproken, werd de teruggave van dit bedrag aan de verdachte gelast. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in de rechtbank.