Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 1 december 2016 tot en met 13 februari 2018 te [plaats 1] , gemeente Zutphen,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk gevalopzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 2] )
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 764, althanseen groot aantal hennepplanten en
/ofdelen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,terwijl dit gepleegde feit
(mede)betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten
764 hennepplanten, althansmeer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan.