ECLI:NL:RBGEL:2023:6958

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
10517273
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kwalificatie van een overeenkomst voor het gebruik van een mestverwerkingsinstallatie als huurovereenkomst met betrekking tot gebreken, ontbinding en schadevergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over de kwalificatie van een overeenkomst tussen een varkenshouderij en Mest Verwerking Nederland B.V. (MVN) voor het gebruik van een mestverwerkingsinstallatie. De eiser, [eiser in conv. verw. in reconv.], heeft gesteld dat de overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een huurovereenkomst en dat er gebreken zijn aan de installatie die de werking ervan belemmeren. De procedure begon met een tussenvonnis op 7 juni 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 september 2023. De eiser heeft aangevoerd dat de installatie niet voldeed aan de afgesproken verwerkingscapaciteit van 25.000 m³ mest per jaar en dat er meerdere gebreken waren die het functioneren van de installatie belemmerden. MVN heeft de gebreken betwist en zich beroepen op een exoneratieclausule in de overeenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst inderdaad als een huurovereenkomst moet worden gekwalificeerd en dat er sprake is van gebreken die niet door de eiser zijn veroorzaakt. De rechter heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden en dat MVN de installatie moet demonteren en afvoeren. Tevens is de huurprijs voor de eiser verminderd en is MVN veroordeeld tot betaling van proceskosten. De vordering van MVN in reconventie is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 10517273 \ CV EXPL 23-1369
Vonnis van 20 december 2023
in de zaak van
[eiser in conv. verw. in reconv.],
te [vestigingsplaats eiser] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conv. verw. in reconv.] ,
gemachtigde: mr. Th.J.H.M. Linssen,
tegen
MEST VERWERKING NEDERLAND B.V.,
te Deventer,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: MVN,
gemachtigde: mr. C. van de Kraats.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 juni 2023
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de door mr. Van de Kraats toegezonden producties 14 tot en met 21
- de door mr. Linssen toegezonden productie 16
- de mondelinge behandeling van 14 september 2023, waar door beide gemachtigden spreekaantekeningen zijn overgelegd. Van het overige verhandelde is aantekening gehouden door de griffier
- de e-mail van mr. Van de Kraats van 18 september 2023
- de e-mail van mr. Linssen van 19 september 2023
- de akte uitlating van MVN
- de akte uitlating van [eiser in conv. verw. in reconv.]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Strocon B.V. (hierna: Strocon) is ontwikkelaar en producent van mestverwerkingsinstallaties, waaronder de mestverwerkingsinstallatie waar deze procedure over gaat.
2.2.
[eiser in conv. verw. in reconv.] houdt en fokt varkens en moet uit dien hoofde jaarlijks een aanzienlijke hoeveelheid mest afvoeren. Zij heeft interesse gekregen in een door Strocon gebouwde mestverwerkingsinstallatie.
2.3.
GPS 9 B.V. en MVN werken samen voor wat betreft de exploitatie van de mestverwerkingsinstallatie. Deze installatie is gefinancierd door MVN en in eigendom van GPS 9 B.V.
2.4.
Op 24 mei 2019 is tussen MVN en [eiser in conv. verw. in reconv.] een overeenkomst genaamd ‘Overeenkomst plaatsing Mestverwerkingsinstallatie’ tot stand gekomen. Daarin is, voor zover thans van belang, bepaald:

In aanmerking nemende dat:
-MVN zich bezig houdt met milieutechniek; specifiek met het plaatsen van mestverwerkingsinstallaties bij bedrijven in de intensieve veehouderij die mest scheiden in te verkopen halffabricaten en water;
-Maatschap GPS 9 eigenaar is van de installatie.
-MVN de installatie huurt van maatschap GPS 9
- [eiser in conv. verw. in reconv.] als Varkenshouderij oplossingen zoekt voor het verwerken van de door haar gehouden varkens geproduceerde mest;
- [eiser in conv. verw. in reconv.] hiervoor een mestverwerkingsinstallatie van MVN wenst te laten plaatsen zodat zij de door
haar gehouden varkens geproduceerde mest kan omzetten in door haar te verkopen halffabricaten, reststoffen en loosbaar water;
-MVN aan [eiser in conv. verw. in reconv.] een mestverwerkingsinstallatie ter beschikking wil stellen voor de periode van 7 jaar ingaande vanaf datum ingebruikname;
(…)
Artikel 1. Product, prijs, levering en facturatie
1.1
De Installatie betreft een inrichting bedoeld voor het verwerken van varkensmest, zijnde een
Installatie die mest scheidt in een vaste en een vloeibare massa en de vloeibare massa filtert en zuivert tot water dat geloosd kan worden. De Installatie heeft een verwerkingscapaciteit van
25.000 m3 per jaar bij de in de specificaties van Strocon omschreven mest-samenstelling.
1.2
MVN plaatst een mestverwerkingsinstallatie bij [eiser in conv. verw. in reconv.] voor de periode van 7 jaar, welke installatie wordt gehouden voor maatschap GPS9. De ingebruikname zal op of omstreeks oktober 2019 plaatsvinden.
1.3
[eiser in conv. verw. in reconv.] garandeert aan MVN dat zij per jaar minimaal 20.000 m3 vloeibare varkensmestmest
door de mestverwerkingsinstallatie kan laten verwerken en betaalt een vast bedrag per verwerkte
m3 van € 12,50 exclusief BTW aan MVN. Dit bedrag zal jaarlijks, voor het eerst op 1 januari 2021, worden geïndexeerd, met de consumenten prijs index (CPI) 2015 =100.
Voor iedere verwekte m3 varkensmest boven 20.000 m3 betaalt [eiser in conv. verw. in reconv.] slechts€ 1,00 excl. BTW per m3 aan MVN. Dit bedrag zal jaarlijks, voor het eerst op 1 januari 2021, worden geïndexeerd, met de consumenten prijs index (CPI) 2015 =100.
1.4.
Naast dit bedrag dient [eiser in conv. verw. in reconv.] € 4,00 per verwerkte m3 mest te betalen voor het onderhoud van
de mestverwerkingsinstallatie. Dit bedrag zal jaarlijks, voor het eerst op 1 januari 2021, met 5%
worden geïndexeerd, (…).
1.5
Iedere maand zal MVIN een factuur aan [eiser in conv. verw. in reconv.] sturen voor de verwerkte mest van die maand.
Artikel 2 Verplichting [eiser in conv. verw. in reconv.]
(…).
2.2
[eiser in conv. verw. in reconv.] dient jaarlijks Minimaal 20.000 m3 mest te laten verwerken door de mestverwerkingsinstallatie. Indien zij minder dan 20.000 m3 laat verwerken dient zij MVN te vergoeden voor elke m3 die zij minder heeft laten verwerken dan 20.000 m3. Dit tegen de prijs van € 12,50 per rn3 excl. BTW.
2.3
[eiser in conv. verw. in reconv.] draagt er zorg voor dat de samenstelling van de te verwerken m3 mest een droge stof gehalte heeft van gemiddeld 7%.
(…)
Artikel 5. Aanvang, duur en beëindiging
5.1
Deze overeenkomst treedt in werking op dezelfde dag waarop de installatie wordt geplaatst
op de locatie bij [eiser in conv. verw. in reconv.] .
5.2
De overeenkomst wordt aangegaan voor de periode van 7 (…) jaren.
(…)
Artikel 8. Aansprakelijkheid
8.1
MVN is niet aansprakelijk voor directe en/of indirecte schade waaronder begrepen persoon-
en zaakschade, immateriële schade, gevolgschade (gederfde inkomsten, stagnatieschade e.d.)
en iedere andere schade, ontstaan door welke oorzaak dan ook, tenzij sprake is van aantoonbare
grove schuld of opzet van MVN.
(…)
2.5.
MVN heeft de mestverwerkingsinstallatie in 2019 geplaatst op de varkenshouderij van [eiser in conv. verw. in reconv.]
2.6.
De installatie is aan het einde van het jaar 2019 dan wel aan het begin van het jaar 2020 operationeel geworden.
2.7.
Het feitelijk technisch onderhoud werd soms uitgevoerd door Strocon, waarvoor [eiser in conv. verw. in reconv.] een bedrag per m3 betaalde aan MVN.
2.8.
Partijen zijn in elk geval sinds begin januari 2021 met elkaar in gesprek over problemen met het functioneren van de mestverwerkingsinstallatie.
2.9.
Op 13 december 2021 is de mestverwerkingsinstallatie stilgevallen.
2.10.
Bij brief van 31 december 2021 heeft [eiser in conv. verw. in reconv.] , voor zover hier van belang, aan MVN geschreven:

De door u geplaatste mestverwerkingsinstallatie functioneert gewoonweg niet. U tracht dit geheel ten onrechte af te wentelen op cliënte door cliënte allerlei verwijten te maken, welke verwijten cliënte nadrukkelijk betwist. Cliënte wijst uw aansprakelijkstelling nadrukkelijk van de hand.
Zoals u weet, functioneert de installatie op dit moment niet. Dit heeft niets te maken met gebruikelijke onderhoudswerkzaamheden (waarbij cliënte volledigheidshalve opgemerkt dat zij de onderhoudskosten steeds heeft voldaan). De installatie dient gerepareerd te worden.
De kosten hiervan komen voor uw rekening. Ondanks dat u hiermee bekend bent, hebt u tot op heden nagelaten om de installatie te laten repareren.
Cliënte verzoekt en - voor zover nodig — sommeert u om de installatie binnen zeven dagen na heden te laten repareren, opdat u weer de mest van cliënte kunt verwerken.
Tevens stelt cliënte u aansprakelijk voor alle schade die zij heeft geleden en nog zal lijden ten gevolge van de niet-functioneren van de installatie en het niet-nakomen van uw verplichtingen.
2.11.
In januari 2022 heeft Strocon een pomp van de mestverwerkingsinstallatie vervangen.
2.12.
Bij brief van 7 maart 2022 heeft [eiser in conv. verw. in reconv.] MVN gesommeerd om de mestverwerkingsinstallatie binnen zeven dagen op te starten, alsmede om Strocon opdracht te verstrekken om één maand lang minimaal één uur per dag begeleiding te bieden.
2.13.
Bij e-mail van 29 maart 2022 heeft MVN, voor zover hier van belang, aan [eiser in conv. verw. in reconv.] geschreven:

Ik begrijp van Strocon dat je de vraag hebt gesteld of MVN de opdracht heeft gegeven om de
installatie op te starten samen met jou.
Ik heb Strocon hierover een aantal keren benaderd, maar zij geven aan dat jij de installatie prima
kan opstarten zoals dat afgelopen twee jaar is gedaan en dat Strocon klaar staat wanneer je extra
begeleiding nodig hebt. Je kan ze dan altijd bellen. Een opdracht is dan ook niet nodig.
(…)
De installatie staat nu drie maanden stil. Een onwenselijke situatie die zeer eenvoudig op te lossen
is. Ik hoor graag z.s.m. van je wanneer je bereid bent de installatie weer in gebruik te nemen. (…)
2.14.
Op 26 augustus 2022 heeft [eiser in conv. verw. in reconv.] DLV Intensief Advies B.V. (hierna: DLV Advies) en Kempfarm B.V. (hierna: Kempfarm) opdracht gegeven een expertise-onderzoek uit te voeren. Op 22 september 2022 hebben DLV Advies en Kempfarm een onderzoek ter plaatse verricht. De bevindingen zijn vastgelegd in een deskundigenrapport d.d. 11 november 2022. Daarin staat - voor zover in dit geding van belang - het volgende:

3. Bevindingen
De volgende vragen worden behandeld in deze rapportage:
(…)
Vraag 1; Werkt de mestverwerkingsinstallatie op een dusdanige wijze zoals [eiser in conv. verw. in reconv.] op grond van de
overeenkomst met NVM mocht verwachten? Met andere woorden: is er sprake van een deugdelijke
machine?
MVN heeft [eiser in conv. verw. in reconv.] een mestverwerkingsinstallatie geleverd die conform overeenkomst jaarlijks tenminste 25.000 m³ mest zou kunnen verwerken. Deskundigen concluderen dat het met de huidige installatie onmogelijk is om deze hoeveelheid te halen. Reeds hierom voldoet de machine niet aan de
verwachtingen die [eiser in conv. verw. in reconv.] mocht hebben op grond van het contract met MVN.
Daar komt bij dat het volgens deskundigen ook niet mogelijk is, om met de huidige installatie op
continue wijze mest te verwerken. Dit komt doordat de wijze waarop de machine is gebouwd,
dusdanig veel gebreken vertoont, dat er nooit een vloeiend probleemloos proces van mestwerking kan
plaatsvinden. Dit terwijl voor mestverwerking vereist is dat er sprake is van een continue proces.
Het antwoord op de eerste vraagt is dan ook dat hier geen sprake is van een deugdelijke en werkende
installatie, zoals [eiser in conv. verw. in reconv.] dat had mogen verwachten.
(…)
Vraag 2; Zo nee, wat is volgens deskundigen gebrekkig aan de machine?
(…)
Deskundigen komen derhalve uit op een tiental gebreken aan de mestverwerkingsinstallatie:
Gebrek 1: Polymeer wordt onjuist opgelost en in de meststroom gebracht.
Gebrek 2: De vijzelpers is niet geschikt voor deze toepassing. Afwijkend van de meeste installaties
is geen zeefbandpers opgenomen in het systeem.
Gebrek 3: Dunne fractie en reinigingsvloeistof komen bij elkaar in de dunne fractie.
Gebrek 4: Breukgevoeligheid filter vijzelpers en de wijze van reparatie.
Gebrek 5: Dubbele facturatie doordat retourstromen door de meter van ingaande mest gaan.
Gebrek 6: Ontbreken monitoring per micro filtratie buis en enorme hoeveelheid spuiwater als
retour.
Gebrek 7: Geen techniek aanwezig om polymeer en vetten te verwijderen voor osmose.
Gebrek 8: Geen monitoring/sturing van pH, geleidbaarheid en temperatuur t.b.v. reiniging.
Gebrek 9: Onvoldoende circulatiepomp capaciteit in Osmose stap.
Gebrek 10: Reiniging van MF en omgekeerde Osmose niet professioneel uitgevoerd.
Dit alles maakt dat de installatie vooraleerst nooit de beloofde capaciteit van 25.000 m3 zal halen en
dat de installatie, zoals in de praktijk ook blijkt te zijn, simpelweg niet geschikt is voor mestverwerking met als gevolg dat de installatie stilgevallen is. Door ontwerpfouten heeft [eiser in conv. verw. in reconv.] bovendien ten onrechte een grote hoeveelheid mest tenminste tweemaal betaald.
(…)
5. Conclusies
Op basis van de opgezette analyse komen deskundigen tot de volgende conclusies:
1. De installatie kan de toegezegde capaciteit van 25.000 m3 niet halen;
2. Er zijn te veel gebreken aan de huidige installatie om van een goed werkende installatie te spreken. Een opeenstapeling van ontwerpfouten en verkeerde materiaalkeuze maakt dat er géén werkende meststroom kan plaatsvinden in de installatie;
3. Het scheidingsrendement van de huidige installatie is verwaarloosbaar tot negatief, er komen evenveel mest-eindproducten uit als er in gegaan zijn. Het gefilterde water is gelijk aan de hoeveelheid water die in het proces is gebracht;
Aanpassing van de installatie leidt er toe dat er nauwelijks iets van de huidige installatie over blijft.
Tevens is de huidige ruimte, waar de installatie nu staat, te klein.
4. De vereiste investeringen in de installatie van ruim 9 ton leidt tot hogere kosten voor de totale
verwerking dan zonder verwerking gerealiseerd zouden worden op basis van reguliere afzet van onbewerkte mest;
5. [eiser in conv. verw. in reconv.] heeft over de jaren 2020 en 2021 ten onrechte 8.000 ton mest tenminste tweemaal afgerekend. Dat maakt dat [eiser in conv. verw. in reconv.] een bedrag van tussen de € 88.712,50 - € 135.300,- te veel in rekening gebracht is door MVN”.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser in conv. verw. in reconv.] vordert - samengevat - dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht zal verklaren dat [eiser in conv. verw. in reconv.] bij dagvaarding de tussen partijen bestaande huurovereenkomst ten aanzien van de mestverwerkingsinstallatie rechtsgeldig heeft ontbonden, althans de huurovereenkomst alsnog zal ontbinden;
2. MVN zal veroordelen om de door haar geplaatste installatie binnen vier weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis bij [eiser in conv. verw. in reconv.] te demonteren en af te voeren zulks op verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag of dagdeel dat MVN weigert aan deze veroordeling te voldoen;
3. de op [eiser in conv. verw. in reconv.] rustende betalingsverplichting ten aanzien van de huur van de
mestverwerkingsinstallatie als volgt zal verminderen:
- over 2022 en verder is [eiser in conv. verw. in reconv.] géén enkele huur en/of onderhoudsverplichting aan MVN verschuldigd;
- over 2020 en 2021 is [eiser in conv. verw. in reconv.] slechts verplicht de daadwerkelijk door haar verwerkte m³ mest conform overeenkomst te vergoeden;
4. MVN zal veroordelen om aan [eiser in conv. verw. in reconv.] te betalen een bedrag van € 112.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
5. MVN zal veroordelen om aan [eiser in conv. verw. in reconv.] te vergoeden de door [eiser in conv. verw. in reconv.] als gevolg van de gebrekkige mestverwerkingsinstallatie geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 december 2021, althans vanaf de dag van het verzuim, tot aan de dag van algehele voldoening;
6. MVN zal veroordelen om aan [eiser in conv. verw. in reconv.] te vergoeden de kosten van buitengerechtelijke rechtsbijstand ad € 925,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
7. MVN zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[eiser in conv. verw. in reconv.] legt aan haar vordering, bezien tegen de achtergrond van de feiten, het volgende ten grondslag.
De tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst kwalificeert als een huurovereenkomst. Er is sprake van gebreken aan het gehuurde in de zin van artikel 7:204 BW. MVN is in de gelegenheid gesteld die gebreken te herstellen, maar is hiertoe niet overgegaan. De tekortkomingen van MVN in de nakoming van de verbintenissen die uit hoofde van de huurovereenkomst op haar rusten, rechtvaardigen de ontbinding van de huurovereenkomst. Op grond van artikel 6:271 BW is MVN gehouden de mestverwerkingsinstallatie terug te nemen. Op grond van artikel 7:207 BW heeft [eiser in conv. verw. in reconv.] verder recht op huurprijsvermindering. Ook maakt [eiser in conv. verw. in reconv.] op grond van artikel 7:208 BW aanspraak op vergoeding van de door de gebreken veroorzaakte schade. Ten slotte is door [eiser in conv. verw. in reconv.] over de jaren 2020 en 2021 een bedrag van € 112.000,00 onverschuldigd aan MVN betaald.
3.3.
MVN voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser in conv. verw. in reconv.] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in conv. verw. in reconv.] in de kosten van de procedure en de nakosten. Subsidiair verzoekt MVN een langere verwijderingstermijn en matiging van de dwangsom.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
MVN vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. [eiser in conv. verw. in reconv.] zal veroordelen tot betaling aan MVN van een bedrag van € 618.467,20, te
vermeerderen met de (lopende) wettelijke handelsrente over de respectievelijke facturen, te
rekenen vanaf 31 maart 2023, tot de dag van algehele betaling, te voldoen binnen 14 dagen
na dagtekening van het vonnis;
b. [eiser in conv. verw. in reconv.] zal veroordelen in de kosten in het geding in reconventie, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en - voor het geval voldoening binnen voornoemde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf genoemde termijn, alsmede te veroordelen in de nakosten.
3.6.
MVN legt daaraan, bezien tegen de achtergrond van de feiten en hetgeen zij in conventie als verweer heeft gevoerd, het volgende ten grondslag.
[eiser in conv. verw. in reconv.] is in gebreke gebleven met de tijdige betaling van de overeengekomen vergoedingen. Op grond van artikel 4.1 van de overeenkomst is [eiser in conv. verw. in reconv.] daardoor tevens wettelijke handelsrente en 15% incassokosten verschuldigd geworden.
3.7.
[eiser in conv. verw. in reconv.] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van MVN, dan wel tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van MVN in de kosten van deze procedure.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
De eerste vraag die moet worden beantwoord is of tussen partijen een huurovereenkomst tot stand is gekomen, zoals [eiser in conv. verw. in reconv.] stelt en MVN bestrijdt.
4.1.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 7:201 lid 1 BW moet er, om te kunnen concluderen dat er sprake is van een huurovereenkomst, sprake zijn van twee essentiële kenmerken, te weten (i) het verschaffen van het gebruik van een zaak door de verhuurder en (ii) het verrichten van een tegenprestatie door de huurder. Gelet daarop wordt als volgt overwogen.
4.1.2.
In de considerans van de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst staat vermeld dat MVN de mestverwerkingsinstallatie huurt van GPS 9 en dat MVN de mestverwerkingsinstallatie voor de duur van zeven jaar ter beschikking wil stellen aan [eiser in conv. verw. in reconv.] In artikel 1.2 wordt herhaald dat MVN de mestverwerkingsinstallatie bij [eiser in conv. verw. in reconv.] plaatst voor een periode van 7 jaar. Ook in artikel 5.2 staat dat de overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 7 jaren. Dit strookt niet met de uitleg van MVN dat zij enkel is overeengekomen dat zij de installatie bij [eiser in conv. verw. in reconv.] plaatst. Een redelijke uitleg van de considerans en de hiervoor genoemde artikelen brengt mee dat MVN niet alleen verplicht is de installatie bij [eiser in conv. verw. in reconv.] te plaatsen, maar ook om het gebruik van die installatie te verschaffen, zodat [eiser in conv. verw. in reconv.] daarvan 7 jaar gebruik kan maken. Verder blijkt uit de artikelen 1.3 en 2.2 van de overeenkomst dat [eiser in conv. verw. in reconv.] gehouden is daarvoor een vergoeding van tenminste € 250.000,00 exclusief btw per jaar (= € 12,50 x 20.000 m³) aan MVN te betalen. De stelling van MVN dat dit bedrag enkel en alleen betrekking heeft op installatiekosten zal als niet onderbouwd en ongeloofwaardig worden gepasseerd. Bovendien doet die stelling er niet aan af dat er sprake is van het verschaffen van gebruik waar een tegenprestatie tegenover staat. Hiermee is naar het oordeel van de kantonrechter voldaan aan de essentialia van artikel 7:201 BW, zodat de overeenkomst tussen partijen wordt gekwalificeerd als een huurovereenkomst. Niet valt in te zien dat vanwege de inhoud van de overeenkomst de toepasselijkheid van het daarmee samenhangende beschermende regime in dit geval niet gerechtvaardigd is.
4.2.
[eiser in conv. verw. in reconv.] stelt dat zij de huurovereenkomst met MVN rechtsgeldig heeft ontbonden. Zij stelt daartoe dat sprake is van gebreken aan het gehuurde. MVN was op grond van artikel 7:206 BW gehouden de gebreken te verhelpen, maar is daarmee in gebreke gebleven, aldus [eiser in conv. verw. in reconv.] MVN betwist dat sprake is van gebreken aan het gehuurde.
4.2.1.
Op grond van artikel 7:204 lid 2 BW is een gebrek een staat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft.
4.2.2.
Door [eiser in conv. verw. in reconv.] is gesteld dat de mestverwerkingsinstallatie de in artikel 1.1 van de overeenkomst opgenomen verwerkingscapaciteit van 25.000 m³ mest per jaar niet kan halen. Daarnaast is sprake van zoveel gebreken aan het gehuurde dat er nooit een vloeiend probleemloos proces van mestverwerking kan plaatsvinden, terwijl voor de mestverwerking juist een continue proces vereist is. [eiser in conv. verw. in reconv.] heeft haar stellingen gemotiveerd door het weergeven van haar bevindingen uit de praktijk, die er in de kern op neerkomen dat er vanaf in ieder geval 2021 problemen aan het licht kwamen met de mestverwerkingsinstallatie en dat [eiser in conv. verw. in reconv.] telkens probeerde dit met MVN en/of Strocon vlot te trekken, maar dit steeds slechter ging totdat de mestverwerkingsinstallatie helemaal uitviel eind 2021. Daarnaast onderbouwt [eiser in conv. verw. in reconv.] haar stellingen met het rapport van DLV Advies en Kempfarm. Daarin is na bezichtiging van de installatie geconstateerd dat sprake is van voormelde gebreken. De beantwoording van de vraag of sprake was van deugdelijke mestinstallatie en de op dat onderdeel door hen gegeven motivering, die inzichtelijk is en mede gebaseerd is op hun bijzondere kennis en ervaring, komt de kantonrechter overtuigend voor. Er zijn een tiental gebreken door de deskundigen geconstateerd. Geconcludeerd is dat de mestverwerkingsinstallatie nooit de in artikel 1.1 genoemde verwerkingscapaciteit van 25.000 m³ per jaar kan halen en ook dat de installatie simpelweg niet geschikt is voor mestverwerking met als gevolg dat de machine is stilgevallen.
4.2.3.
MVN betwist deze conclusie weliswaar, maar die betwisting is onvoldoende onderbouwd. MVN heeft geen tegenonderzoek laten verrichten en ook geen inhoudelijke argumenten aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van de conclusie van de deskundigen dat de installatie niet het genot heeft verschaft dat [eiser in conv. verw. in reconv.] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De overgelegde verklaringen van Strocon en MVN zelf zijn daarvoor onvoldoende. Zij stellen dat de installatie in stilstand en zonder kennis van deze specifieke installatie niet goed kon worden beoordeeld, maar juist als dat zo is, had van MVN verwacht mogen worden dat zij een onafhankelijk deskundige had geraadpleegd, die haar stellingen op dit punt had kunnen bevestigen. Dit heeft zij nagelaten. Strocon is de producent van de installatie en om die reden niet onafhankelijk te noemen. Het verweer van MVN wordt om die reden als onvoldoende onderbouwd verworpen.
4.2.4.
Voor zover MVN met haar stellingen dat [eiser in conv. verw. in reconv.] te weinig dagelijkse controles en onderhoud heeft uitgevoerd, dat de samenstelling van de mest niet goed is geweest, dat de filters niet goed zijn gereinigd en dat er brand is geweest bij [eiser in conv. verw. in reconv.] heeft bedoeld aan te voeren dat de door de deskundigen geconstateerde gebreken door toedoen van [eiser in conv. verw. in reconv.] zijn ontstaan en om die reden voor rekening van [eiser in conv. verw. in reconv.] moeten blijven, geldt dat die stellingen evenmin deugdelijk zijn onderbouwd, zodat daaraan om die reden voorbij moet worden gegaan. Daar komt nog bij dat die stellingen miskennen dat de problemen met de mestverwerkingsinstallatie fundamenteel zijn en niet alleen te maken hebben met onderhoud en/of gebruik.
4.3.
De conclusie is dat sprake is van dusdanige gebreken die meebrengen dat de installatie de overeengekomen verwerkingscapaciteit niet kan halen en dat de installatie niet geschikt is voor mestverwerking, als gevolg waarvan de machine uiteindelijk is stilgevallen. [eiser in conv. verw. in reconv.] is dus eerst beperkt geraakt in het huurgenot en vanaf december 2021 heeft zij in het geheel geen huurgenot meer, terwijl zij dat op grond van de overeenkomst wel mocht verwachten.
4.4.
Voor zover het verhelpen van de gebreken al mogelijk was, is MVN in ieder geval daarmee in verzuim geraakt door ondanks verzoeken van [eiser in conv. verw. in reconv.] niet tot herstel over te gaan. Dat [eiser in conv. verw. in reconv.] op enigerlei wijze dat herstel zou hebben gefrustreerd, is - gelet op haar gemotiveerde betwisting - onvoldoende onderbouwd en ook gezien het belang van [eiser in conv. verw. in reconv.] bij het functioneren van de machine onaannemelijk. De machine is niet door [eiser in conv. verw. in reconv.] uitgezet, maar stilgevallen als gevolg van gebreken. Ondanks herhaaldelijk verzoek van [eiser in conv. verw. in reconv.] om de installatie te repareren en opnieuw op te starten weigert MVN om daarbij te (laten) helpen. Ter zitting is door MVN erkend dat de installatie onder deskundige begeleiding weer moet worden opgestart. Dat sprake is van schuldeisersverzuim aan de zijde van [eiser in conv. verw. in reconv.] is dan ook niet vast komen te staan.
4.5.
Evenmin is door [eiser in conv. verw. in reconv.] te laat geklaagd. Naarmate de installatie vaker werd gebruikt, namen de problemen toe. Partijen zijn daarover in elk geval sinds begin 2021 met elkaar in gesprek geweest. Uiteindelijk is de machine in december 2021 definitief stilgevallen en daarvan is MVN binnen bekwame tijd op de hoogte gesteld.
4.6.
De conclusie is dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van MVN, zodat ten tijde van de dagvaarding voldaan was aan de voorwaarden voor ontbinding (artikel 6:265 lid 2 BW). De door [eiser in conv. verw. in reconv.] gevorderde verklaring voor recht dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden zal dan ook worden toegewezen.
4.7.
Op grond van het bepaalde in artikel 6:271 BW is MVN gehouden de installatie retour te nemen. De vordering tot demontage en afvoer van de installatie is dan ook toewijsbaar. Van de zijde van MVN is aangevoerd dat zij dit niet zelf kan, maar daarvoor gespecialiseerd personeel moet inhuren. Dit is door [eiser in conv. verw. in reconv.] niet weersproken, zodat van de juistheid daarvan wordt uitgegaan. Hierin wordt aanleiding gezien de termijn waarbinnen de installatie gedemonteerd en afgevoerd moet zijn op twaalf weken te stellen. De gevorderde dwangsom wordt gematigd en gemaximeerd als in het dictum vermeld.
4.8.
[eiser in conv. verw. in reconv.] heeft sinds het stilvallen van de machine in december 2021 geen huurgenot gehad. Op grond van het bepaalde in artikel 7:207 lid 1 BW heeft zij vanaf het stilvallen van de installatie recht op een evenredige vermindering van de huurprijs. De vordering van [eiser in conv. verw. in reconv.] tot het verminderen van de huurpenningen tot nihil over de periode vanaf 1 januari 2022 tot heden is dan ook toewijsbaar. Ten aanzien van de jaren 2020 en 2021 vordert [eiser in conv. verw. in reconv.] een vermindering van de huurprijs in die zin dat zij enkel gehouden is aan MVN de overeengekomen vergoeding voor daadwerkelijk door haar verwerkte m³ mest te betalen. Vanwege de geconstateerde gebreken heeft [eiser in conv. verw. in reconv.] de door haar toegezegde jaarproductie van 20.000 m³ in die jaren niet kunnen halen, zodat ook dit deel van de vordering tot huurprijsvermindering toewijsbaar is.
4.9.
[eiser in conv. verw. in reconv.] vordert verder op grond van het bepaalde in artikel 7:208 BW vergoeding van de schade die is veroorzaakt door de gebreken aan de mestverwerkingsinstallatie.
4.9.1.
MVN voert daartegen verweer. MVN beroept zich op de in artikel 8.1 van de huurovereenkomst opgenomen exoneratie.
Anders dan [eiser in conv. verw. in reconv.] kennelijk meent, is vernietiging van de exoneratie op grond van artikel 6:233 BW in dit geval niet aan de orde, omdat het exoneratiebeding niet is aan te merken als een algemene voorwaarde als bedoeld in afdeling 6.5.3. BW. In artikel 6:231 onder a BW staat als definitie voor ‘algemene voorwaarden’ dat dat een of meer bedingen zijn, die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen (met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven). Dat in deze zaak de algemene bepalingen bedoeld zijn om door MVN in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, is niet gesteld of gebleken. Dit maakt dat [eiser in conv. verw. in reconv.] geen beroep toekomt op de artikelen van afdeling 6.5.3. BW. Voor zover [eiser in conv. verw. in reconv.] aanvoert dat een beroep op de exoneratieclausule in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, geldt dat de rechter dit terughoudend moet toetsen. In het algemeen geldt dat een beroep op een exoneratieclausule naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zal zijn als sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de schuldenaar. Daarvan is in dit geval echter niet gebleken. Of de redelijkheid en billijkheid een beroep op het exoneratiebeding onaanvaardbaar maken, is verder afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, zoals de aard en de verdere inhoud van de overeenkomst waarin het beding voorkomt, de maatschappelijke posities en de onderlinge verhoudingen van partijen, de wijze waarop de clausule tot stand is gekomen en de mate waarin de wederpartij zich van de strekking van de clausule bewust is geweest. De kantonrechter overweegt in dit verband dat [eiser in conv. verw. in reconv.] op het gebied van mestverwerking als professional is aan te merken. Dit maakt dat een beroep op een exoneratie minder snel onaanvaardbaar is. Van [eiser in conv. verw. in reconv.] mag op dit gebied immers kennis van zaken en alertheid verondersteld worden, ook als het gaat om exoneratieclausules. [eiser in conv. verw. in reconv.] stelt weliswaar dat MVN de schadeclaim kan doorschuiven naar GPS 9 B.V. of kan indienen bij haar aansprakelijkheidsverzekering, maar die stelling is niet onderbouwd. Ook anderszins zijn geen omstandigheden gesteld die maken dat het beroep van MVN op de exoneratie in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De conclusie is dat de vordering van [eiser in conv. verw. in reconv.] tot vergoeding van de schade die als gevolg van het gebrek is geleden, afstuit op de exoneratieclausule in het contract.
4.10.
[eiser in conv. verw. in reconv.] vordert ten slotte terugbetaling van een onverschuldigd betaald bedrag van € 112.000,00. Zij legt daaraan de stelling ten grondslag dat zij over de jaren 2020 en 2021 dubbel heeft betaald voor tussen de 7.097 en 8.200 ton aan verwerkte mest, omdat door gebreken aan de installatie mest en verwante vloeistoffen meermaals de volumemeter hebben gepasseerd. Zij onderbouwt haar stelling met het rapport van DVL en Kempfarm.
4.10.1.
MVN heeft deze vordering gemotiveerd betwist. Volgens MVN is dubbeltelling onmogelijk. Zij voert daartoe het volgende aan. De meter van de mestverwerkingsinstallatie is geijkt. De flowmeters van het merk Siemens zijn gekalibreerd door Siemens. Dit is op locatie nogmaals gecontroleerd door Strocon. Als extra controle-instrument wordt gemeten hoeveel mest er elke keer in de mestput wordt gepompt. Dit gaat automatisch en met vaste hoeveelheden. De reststromen worden door de operator gestuurd waar hij ze wil hebben. Ze kunnen onmogelijk retour naar de mestput. [eiser in conv. verw. in reconv.] heeft in de jaren 2020 en 2021 ook nooit aangegeven dat in dit proces dingen niet goed gaan. Pas ruim negen maanden nadat de mestinstallatie is stilgevallen, is deze conclusie getrokken, aldus nog steeds MVN.
4.10.2.
Het had na deze gemotiveerde betwisting op de weg van [eiser in conv. verw. in reconv.] gelegen om haar vordering op dit punt nader te onderbouwen, bijvoorbeeld door DVL en Kempfarm om een nadere reactie op het door MVN gevoerde verweer te vragen. Dit heeft zij nagelaten. Daarmee is niet vast komen te staan dat sprake is van dubbeltelling. De vordering op grond van onverschuldigde betaling moet dan ook als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
4.11.
[eiser in conv. verw. in reconv.] heeft onvoldoende concreet gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De ter zake gevorderde vergoeding ad € 925,00 wordt daarom afgewezen.
4.12.
De nieuwe stellingen onder 2.1 tot en met 2.4 van MVN in haar akte uitlating zijn niet relevant en zijn niet meegewogen bij het voorgaande, nog los van de vraag of deze stellingen te laat zijn geponeerd.
4.13.
MVN zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, met dien verstande dat het salaris gemachtigde zal worden afgestemd op hetgeen toewijsbaar is gebleken.
in reconventie
4.14.
Gelet op hetgeen in conventie is overwogen, ligt de door MVN in reconventie gevorderde betaling van de huur ad in totaal € 513.468,91 voor afwijzing gereed. Datzelfde geldt voor de daaraan verbonden nevenvorderingen.
4.15.
MVN zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Gelet op de samenhang van deze vordering met de vordering in conventie zullen de proceskosten in reconventie worden gesteld op de helft van de kosten in conventie.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat [eiser in conv. verw. in reconv.] de tussen partijen bestaande huurovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden;
5.2.
veroordeelt MVN om de door haar geplaatste mestverwerkingsinstallatie binnen twaalf weken na betekening van het vonnis bij [eiser in conv. verw. in reconv.] te demonteren en af te voeren, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.250,00 per dag of gedeelte van een dag dat MVN in gebreke blijft om hieraan te volden, met een maximum van € 50.000,00;
5.3.
bepaalt dat de huurprijs als volgt wordt verminderd:
- over de periode vanaf 1 januari 2022 tot heden is [eiser in conv. verw. in reconv.] geen huur aan MVN verschuldigd;
- over de jaren 2020 en 2021 is [eiser in conv. verw. in reconv.] slechts gehouden de daadwerkelijk door haar verwerkte m³ mest conform overeenkomst te vergoeden;
5.4.
veroordeelt MVN in de proceskosten tot op heden aan de zijde van [eiser in conv. verw. in reconv.] vastgesteld op:
€ 108,41 aan dagvaardingskosten;
€ 1.384,00 aan griffierecht;
€ 1.058,00 aan salaris gemachtigde;
te vermeerderen, indien deze kosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis zijn voldaan, met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag;
5.5.
veroordeelt MVN, onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [eiser in conv. verw. in reconv.] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
€ 132,00 aan salaris gemachtigde, zijnde een half salarispunt van het toe te wijzen salaris van de gemachtigde met een maximum van € 132,00,
- vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening;
5.6.
verklaart de veroordelingen onder 5.2. tot en met 5.5. uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het anders of meer gevorderde af;
in reconventie
5.8.
wijst de vordering af;
5.9.
veroordeelt MVN de proceskosten tot op heden aan de zijde van [eiser in conv. verw. in reconv.] vastgesteld op: € 529,00 aan salaris gemachtigde;
te vermeerderen, indien deze kosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis zijn voldaan, met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag;
5.10.
verklaart het vonnis wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2023.
(mk)