In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, vorderden Stichting Researchfonds en een andere eiser (hierna gezamenlijk aangeduid als Stichting Researchfonds c.s.) dat het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) hen zou verplichten om een Clinical Trial Agreement (CTA) te ondertekenen. De achtergrond van het geschil ligt in de weigering van de Raad van Bestuur van het CWZ om de CTA te ondertekenen, ondanks dat de interne aanvraagprocedure voor de uitvoering van een klinisch onderzoek naar het medicijn Milvexian succesvol was doorlopen. De Raad van Bestuur stelde dat zij eindverantwoordelijk is voor het medisch wetenschappelijk onderzoek en dat er nog bezwaren waren die een ondertekening in de weg stonden. De eisers voerden aan dat de Raad van Bestuur geen inhoudelijke toets meer mocht uitvoeren, nu alle stappen van de procedure waren doorlopen en er wilsovereenstemming zou zijn bereikt. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de Raad van Bestuur wel degelijk een eigen afweging mocht maken en dat de vorderingen van Stichting Researchfonds c.s. niet konden worden toegewezen. De rechter concludeerde dat de goedkeuring en ondertekening van de CTA niet slechts een formaliteit was en dat de Raad van Bestuur niet onrechtmatig handelde door de ondertekening te weigeren. De vorderingen werden afgewezen en Stichting Researchfonds c.s. werden veroordeeld in de proceskosten.