In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 3 maart 2023 een zorgmachtiging verleend op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van deze zorgmachtiging was ingediend door de officier van justitie, naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van de betrokkene, die lijdt aan een bipolaire I stoornis en middelen gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een aanzienlijk risico op ernstige psychische schade bestaat, niet alleen voor de betrokkene zelf, maar ook voor haar familie. Ondanks het wilsbekwaam verzet van de betrokkene, heeft de rechtbank geoordeeld dat de noodzaak voor verplichte zorg prevaleert, gezien de ernst van de situatie en het gebrek aan vrijwillige zorgopties. De rechtbank heeft de betrokkene en haar advocaat gehoord, evenals een psychiater van GGNet, en heeft geconcludeerd dat de betrokkene niet in staat is om de gevolgen van haar gedrag te overzien. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.