ECLI:NL:RBGEL:2023:6821

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
05/174692-23, 05/174746-23 en 05/153759-23 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere diefstallen in vereniging, heling en het aanwezig hebben van cocaïne

Op 13 december 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen in vereniging, heling en het aanwezig hebben van cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte in de periode van juni 2023 tot en met juni 2023 verschillende diefstallen heeft gepleegd, waaronder de diefstal van een bankpas, portemonnees, en een auto. De verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van cocaïne. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 289 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast is er een taakstraf van 180 uren opgelegd. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf, waaronder een meldplicht en deelname aan behandelingen. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan benadeelde partijen, waaronder bedragen voor materiële schade als gevolg van de diefstallen. De uitspraak is gedaan in het kader van de rechtsgang, waarbij de verdachte en haar raadsvrouw aanwezig waren. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/174692-23, 05/174746-23 en 05/153759-23 (gev. ttz)
Datum uitspraak : 13 december 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1989 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .
Raadsvrouw: mr. R. Shahbazi, advocaat in 's-Gravenhage.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/174692-23
1.
zij op of omstreeks 16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een portemonnee (inhoudende een rijbewijs en/of een (of meer) bankpas(sen) en/of 50 euro en/of een (of meer) (andere) pas(sen) en/of een ov-kaart) in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) in/uit een kluisje van een verpleeghuis ( [verpleeghuis] ) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
zij op of omstreeks 16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
50 euro, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) dat weg te nemen geldbedrag onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door contactloos te betalen met een op naam van die [benadeelde 1] gestelde bankpas en waartoe verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
3.
zij op of omstreeks 16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een tas (inhoudende een t-shirt en/of een bril en/of sigaretten en/of een autosleutel en/of parfum
en/of een (of meer) pasje(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
zij op of omstreeks 16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een auto (Suzuki Swift met kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/auto onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een autosleutel voor welk gebruik zij, verdachte, en haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
5.
zij op of omstreeks 18 juni 2023,
te Velp, gemeente Rheden
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een mobiele telefoon (merk Oppo, type A91), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)
toebehoorde(n) in/uit -bij een benzinepomp- geparkeerde auto heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6.
zij op of omstreeks 15 juni 2023,
te Didam, gemeente Montferland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een bankpas ( [bank] met rekeningnummer [rekeningnummer] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
7.
zij op of omstreeks 15 juni 2023,
te Didam, gemeente Montferland, en/of de gemeente Zevenaar, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
50 euro en/of 24,13 euro en/of 2,67 euro en/of 3,68 euro, althans een (of meer) geldbedrag(en) in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/geldbedrag(en) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door contactloos te betalen met een op naam van die [benadeelde 4] gestelde bankpas en waartoe verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
8.
zij op of omstreeks 18 juni 2023, althans in of omstreeks de periode van 10 juni 2023 tot en met 18 juni 2023, in de gemeente Duiven en/of Velp (gemeente Rheden) en/of in de gemeente Zevenaar, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een auto (merk Toyota Starlet met kenteken [kenteken 2] ), althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Parketnummer 05/174746-23
1.
zij op of omstreeks 29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
- Twee zinken emmers;
- Zinken teil;
- Melktuit;
- Worstmolen;
- Zinken gieter;
- Ronde vuurkorf met een beschermkap erop;
- Een parasol met een grijze hoes omheen;
- Een vogelhuisje;
- Een ouderwetse fietsendrager;
- Zinken vuilnisemmer.
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) (uit een tuin gelegen aan de
[adres 2] ) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen;
2.
zij op of omstreeks 29 april 2023,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, en/althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 3,11 gram cocaïne en/of 1,57 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
3.
zij op of omstreeks 29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd
te Babberich, gemeente Zevenaar tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
- een (zwart) hekwerk en/of
- een vogelhuisje en/of
- werkbank (inhoudende tuingereedschap) en/of
- een cementbak, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) in/uit/vanaf een tuin/erf gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
zij op of omstreeks 29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een rieten mand met violen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 7] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
zij op of omstreeks 29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een (grote) bloempot, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 8] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 5] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6.
zij op of omstreeks 29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een buddha beeld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 9] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Parketnummer 05/153759-23
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 juni 2023 tot en
met 22 juni 2023 te Elst, gemeente Overbetuwe en/of Arnhem, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een goed, te weten een (personen)auto (merk Toyota, type Starlet) en/of
kentekenplaten ( [kenteken 2] ) heeft/hebben verworven, voorhanden gehad en/of
overgedragen terwijl zij en/of haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Parketnummer 05/174692-23 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder feit 6 ten laste gelegde. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat niet vastgesteld kan worden wie de bankpas heeft weggenomen. Met betrekking tot de overige ten laste gelegde feiten heeft de raadsvrouw geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de feiten in chronologische volgorde bespreken.
Diefstal [benadeelde 4] op 15 juni 2023 (feit 6)
Niet ter discussie staat dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) op 15 juni 2023 samen bij [benadeelde 4] op bezoek zijn geweest en dat de bankpas van de [bank] met rekeningnummer [rekeningnummer] van [benadeelde 4] is weggenomen. Vervolgens heeft zowel verdachte als [medeverdachte] op 15 juni 2023 met de bankpas van [benadeelde 4] gepind. [2]
Verdachte heeft verklaard dat zij zelf niets met de diefstal van de bankpas te maken heeft, maar dat zij wel wist dat de bankpas was gestolen. [3] [medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat verdachte de bankpas in de keuken had gevonden, en dat hij na het verlaten van de woning van [benadeelde 4] in de auto wist dat verdachte de bankpas had gestolen. [4]
Gelet op de verklaringen van verdachte en [medeverdachte] stelt de rechtbank vast dat de bankpas van [benadeelde 4] op 15 juni 2023 door verdachte of [medeverdachte] is gepakt en uit de woning is meegenomen. Verder volgt uit de aangehaalde bewijsmiddelen dat verdachte en [medeverdachte] tezamen naar de woning van [benadeelde 4] zijn gegaan en de woning tezamen hebben verlaten. Direct daarna hebben zij samen in de auto gezeten, terwijl zij in het bezit waren van de gestolen bankpas en zij beiden wisten dat de bankpas was gestolen. Zij hebben bovendien samen besloten om de bankpas te gebruiken. Dit alles maakt dat er naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een gezamenlijke uitvoering en dus van het samen en in vereniging plegen van de diefstal van de bankpas van [benadeelde 4] . Dat de rechtbank niet kan vaststellen wie de pas daadwerkelijk heeft gepakt omdat de verdachten naar elkaar lijken te wijzen, staat aan dit oordeel niet in de weg.
Concluderend acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich tezamen en in vereniging met een ander schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van de bankpas van [benadeelde 4] .
Diefstal met valse sleutel [benadeelde 4] op 15 juni (feit 7)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [benadeelde 4] , p. 85-86;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 1] op 16 juni 2023 (feit 1)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] , p. 11-12;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 2] op 16 juni 2023 (feit 3)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] , p. 73-74;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal met valse sleutel [benadeelde 1] op 16 juni 2023 (feit 2)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] , p. 11-12;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal met valse sleutel [benadeelde 2] op 16 juni 2023 (feit 4)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] , p. 73-74;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 3] op 18 juni 2023 (feit 5)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] , p. 160-162;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Heling Toyota Starlet op 18 juni 2023 (feit 8)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 167-174;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, te weten:
  • op 15 juni 2023 de diefstal in vereniging van de bankpas van [benadeelde 4] (feit 6) en het pinnen met die pinpas (feit 7);
  • op 16 juni 2023 de diefstal in vereniging van de portemonnee van [benadeelde 1] (feit 1), de tas van [benadeelde 2] (feit 3) en de auto van [benadeelde 2] (feit 4) en het contactloos betalen met de pinpas van [benadeelde 1] (feit 2);
  • op 18 juni 2023 de diefstal in vereniging van de telefoon van [benadeelde 3] (feit 5) en de opzetheling van een Toyota Starlet (feit 8).
Parketnummer 05/174746-23 [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
Diefstal [benadeelde 5] (feit 1)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 5] , p. 10;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Aanwezig hebben cocaïne (feit 2)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 44;
- een schriftelijk bescheid, te weten het rapport NFiDENT van 4 mei 2023, p. 63;
- een schriftelijk bescheid, te weten het rapport NFiDENT van 4 mei 2023, p. 64;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 6] (feit 3)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] , p. 19-20;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Ter terechtzitting heeft verdachte ten aanzien van de cementbak verklaard dat zij dacht dat deze cementbak aan haar of aan [medeverdachte] toebehoorde. [medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat de cementbak van hem is. De rechtbank is van oordeel dat het dossier - mede in het licht van de door verdachten afgelegde verklaringen - onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte, al dan niet in vereniging, de cementbak heeft weggenomen. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
Diefstal [benadeelde 7] (feit 4)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 7] , p. 24;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 8] (feit 5)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 8] , p. 28;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 9] (feit 6)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 9] , p. 13;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 29 april 2023 de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, te weten:
de diefstal in vereniging van:
  • twee zinken emmers, een zinken teil, een melktuit, een worstmolen, een zinken gieter, een ronde vuurkorf met een beschermkap erop, een parasol met een grijze hoes er omheen, een vogelhuisje, een ouderwetse fietsendrager en een zinken vuilnisemmer van [benadeelde 5] (feit 1);
  • een (zwart) hekwerk, een vogelhuisje en een werkbank (inhoudende tuingereedschap) van [benadeelde 6] (feit 3);
  • een rieten mand met violen van [benadeelde 7] (feit 4);
  • een grote bloempot van [benadeelde 8] (feit 5);
  • een buddha beeld van [benadeelde 9] (feit 6);
en
het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne (feit 2).
Parketnummer 05/153759-23 [6]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 53;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Anders dan de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor opzet- dan wel schuldheling van de kentekenplaten. Gelet op de aangifte van [aangever 3] stelt de rechtbank vast dat de kentekenplaten voorzien van kentekennummer [kenteken 2] zijn gestolen. Daarnaast staat niet ter discussie dat verdachte en de medeverdachte op 23 juni 2023 in een gestolen auto voorzien van deze gestolen kentekenplaten hebben gereden en vervolgens zijn aangehouden. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij wist dat de auto van diefstal afkomstig was, maar dat zij niet wist dat de kentekenplaten ook van diefstal afkomstig waren. De rechtbank is van oordeel dat het dossier - mede in het licht van de door verdachte afgelegde verklaring - onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte wist of had moeten weten dat de kentekenplaten van diefstal afkomstig waren. De rechtbank zal verdachte daarom hiervan vrijspreken.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op meerdere tijdstippen in de periode van 19 juni 2023 tot en met 22 juni 2023 in Elst, gemeente Overbetuwe en in Arnhem schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzetheling.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummers 05/174692-23, 05/174746-23 en 05/153759-23 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/174692-23
1.
zij op
of omstreeks16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een portemonnee
(inhoudende een rijbewijs en
/of een (ofmeer
dere)bankpas
(sen
)en
/of50 euro en
/of een (ofmeer
dere) (andere
)pas
(sen
)en
/ofeen ov-kaart
) in elk geval enig goed,
dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n
) in/uit een kluisje van een verpleeghuis
([verpleeghuis]
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
zij op
of omstreeks16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
50 euro,
althans een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofhaar mededader
(s)dat weg te nemen geldbedrag onder
haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door contactloos te betalen met een op naam van die [benadeelde 1] gestelde bankpas en waartoe verdachte en
/ofhaar mededader
(s)niet gerechtigd
was/waren;
3.
zij op
of omstreeks16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
een tas
(inhoudende een t-shirt en
/ofeen bril en
/ofsigaretten en
/ofeen autosleutel en
/ofparfum
en
/of een (ofmeer
dere)pasje
(s
),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
zij op
of omstreeks16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
een auto
(Suzuki Swift met kenteken [kenteken 1]
),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)
toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofhaar mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/of dat/die weg te nemen
goed/auto onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een autosleutel voor welk gebruik zij, verdachte, en haar mededader
(s)niet gerechtigd
was/waren;
5.
zij op
of omstreeks18 juni 2023,
te Velp, gemeente Rheden
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een mobiele telefoon
(merk Oppo, type A91
), in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 3]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)
toebehoorde
(n) in/uit
een-bij een benzinepomp- geparkeerde auto heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6.
zij op
of omstreeks15 juni 2023,
te Didam, gemeente Montferland
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een bankpas
([bank] met rekeningnummer [rekeningnummer]
),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 4]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
7.
zij op of omstreeks 15 juni 2023,
te Didam, gemeente Montferland, en
/ofde gemeente Zevenaar
, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
50 euro en
/of24,13 euro en
/of2,67 euro en
/of3,68 euro,
althans een (of meer) geldbedrag(en) in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 4]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofhaar mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/of dat/die weg te nemen
goed/geldbedrag
(en
)onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door contactloos te betalen met een op naam van die [benadeelde 4] gestelde bankpas en waartoe verdachte en
/ofhaar mededader
(s)niet gerechtigd
was/waren;
8.
zij op of omstreeks 18 juni 2023
, althans in of omstreeks de periode van 10 juni 2023 tot en met 18 juni 2023,in
de gemeente Duiven en/ofVelp
(gemeente Rheden
) en/of in de gemeente Zevenaar, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
een auto
(merk Toyota Starlet met kenteken [kenteken 2]
),
althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen,
terwijl zij en haar mededader
(s)ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist
(en
)dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Parketnummer 05/174746-23
1.
zij op
of omstreeks29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
- Twee zinken emmers;
- Zinken teil;
- Melktuit;
- Worstmolen;
- Zinken gieter;
- Ronde vuurkorf met een beschermkap erop;
- Een parasol met een grijze hoes
eromheen;
- Een vogelhuisje;
- Een ouderwetse fietsendrager
;
- Zinken vuilnisemmer
.
,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 5]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n
) (uit een tuin gelegen aan de
[adres 2]
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen;
2.
zij op
of omstreeks29 april 2023,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, en/althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer3,11 gram cocaïne en
/of1,57 gram cocaïne,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
zij op
of omstreeks29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd
te Babberich, gemeente Zevenaar tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
- een
(zwart
)hekwerk en
/of
- een vogelhuisje en
/of
-
eenwerkbank
(inhoudende tuingereedschap
) en/of
- een cementbak, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 6]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n
) in/uit
/vanafeen tuin
/erfgelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
zij op
of omstreeks29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een rieten mand met violen,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 7]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
zij op
of omstreeks29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een
(grote
)bloempot
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 8] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 5] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6.
zij op
of omstreeks29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een buddha beeld
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 9] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Parketnummer 05/153759-23
zij op
een ofmeer
deretijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 19 juni 2023 tot en
met 22 juni 2023 te Elst, gemeente Overbetuwe en
/ofArnhem
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
een goed, te weten een
(personen
)auto
(merk Toyota, type Starlet
) en/of
kentekenplaten ( [kenteken 2] ) heeft/hebben verworven,voorhanden
heeftgehad
en/of
overgedragenterwijl zij en
/ofhaar mededader
(s)ten tijde van
de verwerving ofhet
voorhanden krijgen van dit
/diegoed
(eren)wist
(en
), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden,dat het
(een
)door misdrijf verkregen goed
(eren)betrof.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/174692-23
feiten 1, 3, 5 en 6, telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
feiten 2, 4 en 7, telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
feit 8:
medeplegen van opzetheling.
Parketnummer 05/174746-23
feiten 1, 3, 4, 5 en 6, telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Parketnummer 05/153759-23
medeplegen van opzetheling.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast vordert de officier van justitie dat aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld zoals geadviseerd in de rapportage van de reclassering van 13 oktober 2023 en de dadelijke uitvoerbaarheid hiervan.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gewezen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte en bepleit om aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die langer is dan de duur van de ondergane voorlopige hechtenis. Daarnaast heeft verdachte expliciet gevraagd om aan een eventueel voorwaardelijk strafdeel als bijzondere voorwaarde een contactverbod met de medeverdachte [medeverdachte] te verbinden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met haar toenmalige partner schuldig gemaakt aan 12 diefstallen. Daarnaast heeft verdachte cocaïne aanwezig gehad en zich schuldig gemaakt aan opzetheling. De eerste vijf diefstallen zijn in een strooptocht in de nacht gepleegd. Terwijl de slachtoffers lagen te slapen, heeft verdachte samen met de mededader diverse goederen uit verschillende tuinen weggenomen. Nog geen twee maanden later hebben ze wederom samen in een korte periode eigendommen van anderen weggenomen. Verdachten hebben een bankpas gestolen van een kwetsbaar persoon en vervolgens met deze bankpas meerdere bedragen gepind. Een dag later hebben ze samen bij een verpleeghuis een portemonnee en tas met inhoud van twee werknemers weggenomen. In de portemonnee vonden ze een bankpas en hebben hiermee een geldbedrag gepind. In de tas vonden ze een autosleutel. Met deze sleutel is verdachte later op de dag teruggegaan en heeft ze de bijbehorende auto weggenomen. Nog weer twee dagen later zagen ze bij een tankstation een auto staan die niet afgesloten werd. Toen de inzittenden van de auto in de winkel bij het tankstation waren, namen ze een telefoon weg uit de auto. Met haar handelen heeft verdachte aangetoond geen enkel respect te hebben voor het eigendomsrecht van anderen. Bovendien is verdachte na de eerste strooptocht en aanhouding door blijven gaan met het plegen van vermogensdelicten.
De rechtbank heeft kennis genomen van de justitiële documentatie van verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte al eerder in aanraking met politie en justitie is geweest voor het plegen van een diefstal in vereniging, hetgeen in het nadeel van verdachte werkt. Daarnaast is artikel 63 Sr van toepassing.
De rechtbank houdt verder rekening met de rapportage van de reclassering van 13 oktober 2023. Uit deze rapportage blijkt dat het risico op recidive wordt ingeschat als hoog-gemiddeld. De reclassering vindt het opvallend dat verdachte pas in beeld komt bij justitie nadat zij een relatie krijgt met medeverdachte. De reclassering ziet een delict patroon op het verkrijgen van vermogen. Haar relatie met medeverdachte kenmerkt de reclassering als criminogeen en direct delict gerelateerd. Daarnaast zijn haar middelengebruik en financiële situatie van invloed geweest. De reclassering heeft verdachte aangemeld bij een beschermd wonen organisatie. Hier kan op korte termijn een plek gerealiseerd worden. Door haar belaste verleden heeft verdachte op jonge leeftijd trauma’s opgelopen. Om een stabiel, delictvrij leven op te kunnen bouwen ligt een plan van aanpak in de rede. De reclassering hoopt onder andere door middel van behandelingen te kunnen werken aan een gedragsverandering zodat verdachte weerbaarder wordt en haar grenzen aan durft te geven, om zo de kans op recidive te verminderen. De reclassering adviseert aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank heeft bij de oplegging van de straf acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting die rechters hanteren. De ernst en hoeveelheid van de feiten, bezien in het licht van de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, rechtvaardigen een forse gevangenisstraf. De rechtbank ziet echter in de persoonlijke omstandigheden van verdachte aanleiding om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de door verdachte ondergane inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis op te leggen, zodat de reeds ingezette begeleiding door de reclassering kan worden voortgezet. Verdachte is bezig om aan zichzelf te werken en de rechtbank is van mening dat deze ontwikkeling niet doorkruist moet worden. Om te zorgen dat verdachte deze ontwikkeling voortzet, zal de rechtbank aan verdachte wel een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met een proeftijd van drie jaren met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Verder zal de rechtbank, om de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen, aan verdachte ook nog een onvoorwaardelijke taakstraf opleggen.
De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd. Blijkens artikel 14e Sr kan dadelijke uitvoerbaarheid worden bevolen indien ‘er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen’. De veroordeling van verdachte ziet enkel op vermogensfeiten zodat de rechtbank geen ruimte ziet om de dadelijke uitvoerbaarheid te bevelen.
Alles overziend, zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 289 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank zal naast de algemene voorwaarden bijzondere voorwaarden opleggen in de vorm van een meldplicht, meewerken aan diagnostisch onderzoek en ambulante behandeling, het meewerken aan middelencontrole, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een contactverbod en dagbesteding, zoals door de reclassering is geadviseerd in het rapport van 13 oktober 2023. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis, opleggen.
Gelet op de duur van de opgelegde onvoorwaardelijke vrijheidsstraf zal de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partij [benadeelde 3]
De benadeelde partij [benadeelde 3] heeft in verband met het onder parketnummer 05/174692-23 feit 5 bewezenverklaarde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 99,64 (dagwaarde gestolen telefoon en screenprotector) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk dient te worden toegewezen.
De verdediging heeft geen verweer gevoerd met betrekking tot de materiële schade.
Overweging van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [benadeelde 3] als gevolg van het bewezenverklaarde schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank overweegt dat de schadeposten niet zijn betwist. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de gevorderde kosten voldoende onderbouwd en komt de vordering de rechtbank op dit punt gegrond voor. Toegewezen wordt daarom een bedrag van € 99,64.
De wettelijke rente ten aanzien van de materiële schade is toewijsbaar vanaf 18 juni 2023.
De rechtbank overweegt dat verdachte en de medeverdachte ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover de medeverdachte de schade heeft vergoed.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f Sr de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft in verband met de onder parketnummer 05/174692-23 feiten 1 en 2 bewezenverklaarde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 254,10 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Bij de materiële schade zijn de volgende schadeposten opgegeven: rijbewijs opnieuw aangevraagd (€ 44,65), nieuwe pasfoto’s (€ 13,50), anonieme OV met saldo (€ 40,00), nieuwe anonieme OV (€ 8,00), contactloos gepind m.b.v. [betaalpas] (€ 50,00), contant geld in portemonnee (€ 50,00), aanvraag nieuwe betaalpas (€ 4,95), een pas (opmerking rechtbank: onleesbaar om wat voor pas het gaat) (€ 10,00), nieuwe portemonnee (€ 25,00) en reiskosten (€ 8,00).
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk dient te worden toegewezen.
De verdediging heeft geen verweer gevoerd met betrekking tot de materiële schade.
Overweging van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [benadeelde 1] als gevolg van het bewezenverklaarde schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank overweegt dat de schadeposten niet zijn betwist. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de gevorderde kosten voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs (€ 44,65), de nieuwe anonieme OV (€ 8,00) en het contactloos pinnen (€ 50,00) voldoende onderbouwd en komt de vordering de rechtbank op deze punten gegrond voor. Toegewezen wordt daarom een bedrag van € 102,65.
Ten aanzien van de schadeposten nieuwe pasfoto’s (€ 13,50), anonieme OV met saldo
(€ 40,00) contant geld in portemonnee (€ 50,00), aanvraag nieuwe betaalpas (€ 4,95) en nieuwe portemonnee (€ 25,00) komt de vordering de rechtbank eveneens gegrond voor. Toegewezen wordt daarom een bedrag van € 133,45.
Ten aanzien van de schadeposten pas (€ 10,00) en de reiskosten (€ 8,00) is de rechtbank van oordeel dat er niet of onvoldoende is gebleken dat de materiële schade rechtstreeks is toegebracht door het onder parketnummer 05/174692-23 feiten 1 en 2 bewezenverklaarde. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij ten aanzien van deze schadeposten niet-ontvankelijk in de vordering verklaren. De benadeelde partij kan de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
Toegewezen wordt in totaal een bedrag van € 236,10 aan materiële schade.
De wettelijke rente ten aanzien van de materiële schade is toewijsbaar vanaf 16 juni 2023.
De rechtbank overweegt dat verdachte en de medeverdachte ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover de medeverdachte de schade heeft vergoed.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f Sr de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De benadeelde partij [benadeelde 4]
De benadeelde partij [benadeelde 4] heeft in verband met de onder parketnummer 05/174692-23 feiten 6 en 7 bewezenverklaarde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 36,30 (reiskosten) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk dient te worden toegewezen.
De verdediging heeft gesteld dat de schadepost staatsloten moet worden afgewezen. Ten aanzien van de schadepost reiskosten heeft de verdediging geen verweer gevoerd.
Overweging van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat bij de omschrijving van de materiële schade op de vordering twee staatsloten à € 17,50 worden genoemd. Het bedrag van deze staatsloten is echter niet opgenomen bij het totaalbedrag van de materiële schade. De rechtbank laat deze schadepost dan ook buiten beschouwing.
Ten aanzien van de reiskosten is niet of onvoldoende gebleken dat de (materiële) schade rechtstreeks is toegebracht door de onder parketnummer 05/174692-23 feiten 6 en 7 bewezenverklaarde feiten. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren. De benadeelde partij kan de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
De benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft in verband met de onder parketnummer 05/174692-23 feiten 3 en 4 bewezenverklaarde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 407,40 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Bij de materiele schade zijn de volgende schadeposten opgegeven: aanvraag rijbewijs
(€ 44,65), aanvraag paspoort (€ 77,75), contant geld in portemonnee (€ 200,00), twee bankpassen (€ 10,00), diepe reiniging auto (€ 50,00) en vervoerskosten auto ophalen in Arnhem (€ 25,00).
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft geen verweer gevoerd met betrekking tot de materiële schade.
Overweging van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [benadeelde 2] als gevolg van het onder parketnummer 05/174692-23 feiten 3 en 4 bewezenverklaarde schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank overweegt dat de schadeposten niet zijn betwist.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de gevorderde kosten voor aanvraag rijbewijs
(€ 44,65), aanvraag paspoort (€ 77,75), contant geld in portemonnee (€ 200,00) en twee bankpassen (€ 10,00) voldoende onderbouwd en komt de vordering de rechtbank op dit punt gegrond voor. Toegewezen wordt daarom een bedrag van € 332,40.
Ten aanzien van de schadeposten diepe reiniging auto (€ 50,00) en vervoerskosten auto ophalen in Arnhem (€ 25,00) is er niet of onvoldoende gebleken dat de (materiële) schade rechtstreeks is toegebracht door de onder parketnummer 05/174692-23 feiten 3 en 4 bewezenverklaarde feiten. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren voor deze schadeposten. De benadeelde partij kan de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
De wettelijke rente ten aanzien van de materiële schade is toewijsbaar vanaf 16 juni 2023.
De rechtbank overweegt dat verdachte en de medeverdachte ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover de medeverdachte de schade heeft vergoed.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f Sr de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 47, 57, 63, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
289 (tweehonderdennegenentachtig) dagen;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 180 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet gehouden heeft aan de volgende voorwaarden:
• stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
• stelt als bijzondere voorwaarden dat:
  • verdachte zich meldt binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres Nieuwe Oeverstraat 65, 6811 JB Arnhem. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • verdachte zich laat diagnosticeren en daaruit voortvloeiend mogelijk behandelen door de Jan Arends of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
  • verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
  • indien blijkt dat het middelengebruik van verdachte aanleiding geeft tot zorgen verdachte meewerkt aan een behandeling gericht op haar middelengebruik door Iris Zorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start wanneer dat nodig is. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
  • indien de reclassering dat nodig acht verdachte verblijft bij Zorgtrium of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zodra dat mogelijk is. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
  • verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de heer [medeverdachte] ( [geboortedatum 2] ) zal opnemen, zoeken of hebben, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt;
  • verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur;
• stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte haar medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte haar medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
• geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 legt op een
taakstrafvan
180 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 3] , [benadeelde 1] , [benadeelde 4] en [benadeelde 2]
 veroordeelt verdachte in verband met de onder parketnummer 05/174692-23 feiten 1, 2, 3, 4 en 5 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [benadeelde 3] , [benadeelde 1] en [benadeelde 2] van de volgende bedragen aan materiële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente

1. [benadeelde 3] € 99,64 18 juni 2023;

2. [benadeelde 1] € 236,10 16 juni 2023;

3. [benadeelde 2] € 332,40 16 juni 2023;

 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde parten mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schadevergoeding;
 verklaart de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] voor het overige niet-ontvankelijk in de vorderingen tot materiële schade;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Gijzeling
1. [benadeelde 3] € 99,64 1 dag;
2. [benadeelde 1] € 236,10 4 dagen;

3. [benadeelde 2] € 332,40 6 dagen.

 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt, dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Verkroost (voorzitter), mr. M.A. van Leeuwen en mr. L.F. Bögemann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Wisseborn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 december 2023.
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023283342, gesloten op 16 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [benadeelde 4] , p. 85-86 en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
3.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 21 en 23.
5.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023188049, gesloten op 20 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
6.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023282144, gesloten op 28 juni 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.