In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is TTH B.V. de eisende partij tegen een nog niet nader genoemde gedaagde partij. De zaak, geregistreerd onder het nummer C/05/419191 / HZ ZA 23-148, betreft een vordering tot betaling van € 20.855,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 12 april 2023. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 november 2023 is besloten dat de zaak, gezien het bedrag van de vordering, dient te worden verwezen naar de kantonrechter. Partijen hebben ingestemd met deze verwijzing en zijn geïnformeerd over de gevolgen, waaronder de mogelijkheid om zonder advocaat te verschijnen bij de kantonrechter.
De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om van de vorderingen kennis te nemen en heeft de zaak doorverwezen naar de kamer voor kantonzaken, waar mr. M. Stempher de behandeling zal voortzetten. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen een regeling getroffen, waarbij de gedaagde partij € 10.000,00 aan TTH B.V. zal betalen in termijnen. Bij niet-tijdige betaling wordt het resterende bedrag direct opeisbaar. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is op 13 december 2023 uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.