ECLI:NL:RBGEL:2023:6606

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 december 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
05.128288.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van de productie en het bezit van methamfetamine in een drugslab te Wezep

Op 4 december 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de productie van methamfetamine in een drugslab. De verdachte, geboren in 1988 en op dat moment gedetineerd, werd beschuldigd van het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verkopen en vervoeren van methamfetamine en andere stoffen die onder de Opiumwet vallen. De feiten vonden plaats op of omstreeks 21 mei 2023 in Wezep, waar de verdachte samen met anderen een drugslab runde. Tijdens een melding van brandgerucht troffen de autoriteiten de verdachte aan in het pand, waar verschillende chemicaliën en apparatuur voor de productie van methamfetamine werden aangetroffen.

De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de productie en het bezit van methamfetamine. De verdachte had een coördinerende rol en was een essentiële schakel in het productieproces. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 24 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en verklaarde de in beslag genomen iPhone verbeurd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de risico's voor de volksgezondheid die gepaard gaan met de productie van synthetische drugs. De verdachte werd schuldig bevonden aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, en de rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/128288-23
Datum uitspraak : 4 december 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. H.L. Heemskerk, advocaat in Rotterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 21 mei 2023 te Wezep tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een pand aan de [adres 2] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine(-olie) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde methamfetamine(-olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 21 mei 2023 te Wezep tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van methamfetamine(-olie) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- (een) locatie('s) aan de [adres 2] heeft gehuurd/betreden en/of deze locatie('s) ter beschikking heeft gesteld voor de productie van methamfetamine(-olie),
- een of meer goederen welke worden gebruikt bij de productie van methamfetamine(-olie) heeft/hebben gekocht,
- voorwerpen, vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door het voorhanden hebben van (onder andere)
- een (grote) hoeveelheid grondstof(fen) (te weten (in totaal) (ongeveer) 60 liter zoutzuur, 35 liter aceton, 107,75 liter tolueen, 20,26 kilogram caustic soda en/of 11,22 kilogram wijnsteenzuur) en/of
- een of meer centrifuges en/of
- een kookopstelling en/of
- een of meer jerrycan(s) en/of
- een scheitrechter
ten behoeve van de productie van die methamfetamine(-olie) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
hij op of omstreeks 21 mei 2023 te Wezep, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- (in totaal) ongeveer 61,16 kilogram metamfetaminetartraat, in elk geval een hoeveelheid vaste substantie metamfetamine en/of
- (in totaal) ongeveer 4,16 kilogram metamfetamine.HC1, in elk geval een hoeveelheid vast substantie metamfetamine en/of
- (in totaal) ongeveer 200 milliliter metamfetamine(-olie)
in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine(-olie),
zijnde methamfetamine, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
Op 21 mei 2023 waren verbalisanten naar aanleiding van een melding brandgerucht aan de [adres 2] in Wezep. Daar troffen zij verdachte [verdachte] die onder controle werd gehouden door een groep brandweermannen. De brandweermannen vertelden dat zij een drugslab hadden aangetroffen en dat de man die zij op de grond vasthielden uit het pand kwam rennen. [2] Aan de achterzijde van het pand zag een brandweerman bij de schutting met de achterburen twee mensen staan. Eén van die personen is gepakt en op een stoel gezet. [3] Dit was medeverdachte [medeverdachte 1] . [4] Een van de brandweermannen zag een persoon over de schutting klimmen. [5] Medeverdachte [medeverdachte 2] is kort daarna aangehouden op een perceel aan [adres 3] in Wezep terwijl hij achter een betonnen muurtje lag [6] en heeft verklaard dat hij is gaan rennen en op dit terrein is gaan liggen. [7]
Door het team landelijke faciliteit ontmantelen (LFO) is het pand onderzocht. Op de begane grond werden onder andere een centrifuge met daarin een kussensloop met wit poeder en een kuip met een zwarte vuilniszak met wit poeder aangetroffen. Dit poeder kleurde positief op de aanwezigheid van metamfetamine. Er werd een pan met vloeistof aangetroffen waar damp vanaf kwam. De temperatuur van de vloeistof was circa 50 graden Celcius. [8] Verder werden een scheitrechter, diverse kuipen, waaronder een kuip met paarskleurige kristallen en jerrycans met vloeistoffen aangetroffen. De paarse kristallen kleurden positief op de aanwezigheid van metamfetamine. Verder zijn aangetroffen, diverse jerrycans met schone oplosmiddelen, zoutzuur en zakken met caustic soda en met wijnsteenzuur. [9]
De aangetroffen poeders, kristallen en vloeistoffen bevatten metamfetamine, metamfetaminetartraat, metamfetamine HCI, BMK en BMK-OH. BMK-OH is een syntheseverontreiniging van de vervaardiging van metamfetamine uit BMK. [10]
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen de aangetroffen poeders, kristallen en vloeistoffen in combinatie met het aantreffen van centrifuges en zuren en soda de conclusie dat de locatie is gebruikt voor het bewerken van verdovende middelen, te weten het scheiden van gemengde metamfetamineolie met behulp van wijnsteenzuur en het kristalliseren van de verkregen gescheiden metamfetamineolie naar metamfetamine.HCI. Bij het scheiden van d-metamfetamine en l-metamfetamine wordt wijnsteenzuur gebruikt. Hiermee kan l-metamfetamine worden neergeslagen als metamfetaminetartraat. Het mengsel van d-metamfetamineolie en metamfetaminetartraat kan vervolgens van elkaar worden gescheiden met behulp van centrifuges. De gescheiden metamfetamineolie wordt gekristalliseerd door de metamfetamine op te lossen in een oplosmiddel en hier vervolgens zoutzuur aan toe te voegen. De metamfetamine slaat vervolgens neer als metamfetamine.HCl als een vaste stof. [11]
Op de zitting heeft verdachte verklaard dat hij ice, waarmee hij bedoelt amfetamine en crystal meth, heeft bereid. Hij was altijd met een ander in het pand. Hij was de chefkok in het lab en hij was bezig met de pan toen de brandweer binnenkwam. [12]
Verdachte is samen met de twee medeverdachten aangehouden. Zij waren alle drie in het pand aanwezig op het moment dat er daadwerkelijk geproduceerd werd.
In zijn verhoor bij de politie heeft medeverdachte [medeverdachte 2] verklaard dat ze altijd met zijn drieën waren. [13]
Gelet op het voorgaande is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een of meer anderen opzettelijk methamfetamine(-olie) en andere stoffen vermeld op lijst I van de Opiumwet heeft bereid, bewerkt en verwerkt. Dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de omstandigheid dat er op 21 mei 2023 drie personen, waaronder verdachte, aanwezig waren in het pand terwijl metamfetamine werd bereid en één van hen heeft verklaard dat zij altijd met zijn drieën waren. Ook verdachte heeft verklaard dat hij altijd met een ander in het pand was. Dit pand had op dat moment geen andere bestemming dan het bereiden van synthetische drugs. Naar het oordeel van de rechtbank hebben alle verdachten een wezenlijke en significante bijdrage geleverd aan de productie van methamfetamine(-olie).
Ten aanzien van feit 2
In het pand aan de [adres 2] in Wezep zijn centrifuges, een kookopstelling, meerdere jerrycans en een scheitrechter aangetroffen. [14]
Verder is aangetroffen:
12 jerrycans van 5 liter gevuld met een rokende vloeistof, die zoutzuur bevat; [15]
1 jerrycan van 20 liter voor ¼ gevuld met vervuilde aceton [16] en een jerrycan van 30 liter geheel gevuld met aceton; [17]
3 jerrycans van 20 liter geheel gevuld met een vloeistof die, tolueen bevat, [18] een maatbeker met 2,75 liter vloeistof die tolueen bevat, en 1 jerrycan van 25 liter, die onder andere tolueen bevat; [19]
- Een witte geopende zak met opdruk “caustic soda” van 25 kg met een gewicht van 20,26 kg; [20]
- Zakken met een bruto gewicht van 9,8 kg en 1,42 kilogram die wijnsteenzuur bevatten. [21]
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij heeft gezegd welke spullen hij nodig had om ice te maken. Hij heeft een paar jerrycans zelf meegenomen. Hij heeft gezegd hoe de spullen moesten worden opgezet. [22]
Gelet op het voorgaande en wat ten aanzien van feit 1 is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een of meer anderen voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, bestemd voor de voorbereiding van een feit als bedoeld in artikel 10 lid 4 of 5 van de Opiumwet.
Ten aanzien van feit 3
In het pand is 9,2, 3,06, 41,88 en 7,02 kg poeder, brokjes, kristallen dan wel bezinksel aangetroffen die metamfetaminetartaat bevatten. [23] Verder is 0,76 kg poeder en 3,4 kg kristallen aangetroffen die metamfetamine HCI bevatten. [24] Ook is 200 ml olieachtige vloeistof aangetroffen die metamfetamine bevat. [25]
Metamfetaminetartraat is het wijnsteenzure zout van metamfetamine. Metamfetamine HCI is het zoutzure zout van metamfetamine. [26] Op grond van artikel 1, tweede lid, van de Opiumwet worden de zouten van de substanties met die substanties gelijkgesteld voor de toepassing van de Opiumwet.
Gelet op het voorgaande en wat ten aanzien van feit 1 is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een of meer anderen de onder 3 ten laste gelegde middelen opzettelijk aanwezig heeft gehad. Hij kon daarover samen met zijn medeverdachten feitelijke macht uitoefenen in de zin dat hij daarover kon beschikken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
hij op
of omstreeks21 mei 2023 te Wezep tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,opzettelijk (in een pand aan de [adres 2] ) heeft
geteeld en/ofbereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,(telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine(-olie) en
/ofeen of meer ander
(e
)stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde methamfetamine(-olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;2
hij op
of omstreeks21 mei 2023 te Wezep tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden
en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk
telen,bereiden, bewerken, verwerken
, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren,en
/of- het opzettelijk vervaardigen van methamfetamine(-olie) en
/ofeen of meer ander
(e
)stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet-
(een
)locatie
('s)aan de [adres 2] heeft
gehuurd/betreden
en/of deze locatie('s) ter beschikking heeft gesteld voor de productie van methamfetamine(-olie),- een of meer goederen welke worden gebruikt bij de productie van methamfetamine(-olie) heeft
/hebbengekocht,
- voorwerpen,
vervoermiddelenen
/ofstoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en
/ofzijn mededader
(s
), wist
(en
) of ernstige reden had(den) om te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door het voorhanden hebben van (onder andere)
- een
(grote
)hoeveelheid grondstof
(fen
)(te weten (in totaal)
(ongeveer
)60 liter zoutzuur, 35 liter aceton, 107,75 liter tolueen, 20,26 kilogram caustic soda en
/of11,22 kilogram wijnsteenzuur) en
/of-
een ofmeer centrifuges en
/of- een kookopstelling en
/of-
een ofmeer jerrycan
(s
)en
/of- een scheitrechter
ten behoeve van de productie van die methamfetamine(-olie) en
/ofeen of meer ander
(e
)stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
hij op
of omstreeks21 mei 2023 te Wezep, tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,opzettelijk aanwezig heeft gehad
- (in totaal) ongeveer 61,16 kilogram metamfetaminetartraat
, in elk geval een hoeveelheid vaste substantie metamfetamineen
/of- (in totaal) ongeveer 4,16 kilogram metamfetamine.HC1,
in elk geval een hoeveelheid vast substantie metamfetamineen
/of- (in totaal) ongeveer 200 milliliter metamfetamine(-olie)
in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine(-olie),zijnde methamfetamine, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
feit 2:
Medeplegen van het om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
feit 3:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf, met aftrek van het voorarrest, en een geldboete van € 5.000,- te vervangen door 60 dagen hechtenis. Deze strafeis is hoger dan in de zaken van medeverdachten, gelet op de coördinerende rol van verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat sprake is van voortgezette handeling dan wel samenloop en dat dit geen cumulatief hogere straf rechtvaardigt. Verder heeft de raadsman bepleit dat de rechtbank andere zaken op de justitiële documentatie van verdachte niet bij de strafmaat kan betrekken, omdat hij daarvoor enkel als verdachte is aangemerkt. De rechtbank moet rekening houden met de beperkte rol van verdachte.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het produceren en aanwezig hebben van verschillende vormen van methamfetamine (crystal meth) en aan de voorbereiding van de bereiding daarvan. Als degene met kennis van het productieproces, die hij naar eigen zeggen had opgedaan op een productielocatie in Utrecht, was hij een essentiële schakel in het geheel.
De (chemische processen bij de) vervaardiging van synthetische drugs, de ongecontroleerde opslag van chemicaliën ten behoeve van deze vervaardiging en dumpingen van drugsafval brengen grote veiligheidsrisico’s en risico’s voor de volksgezondheid met zich. Het is algemeen bekend dat crystal meth extreem verslavend is en dat het gebruik ervan de gezondheid van de gebruikers enorm aantast. De productie van en handel in harddrugs gaat gepaard met vele andere vormen van criminaliteit die verdachte door zijn handelen heeft bevorderd of mede in stand heeft gehouden.
De ernst van de strafbare feiten maakt dat enkel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur passend en geboden is. De rechtbank ziet geen aanleiding om een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf of, zoals door de officier van justitie gevorderd, een geldboete op te leggen. Ten aanzien van de feiten 1 en 2 is sprake van eendaadse samenloop; ten aanzien van de feiten 1 en 3 van een voortgezette handeling.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het drugslab niet worden beschouwd als grootschalig en het productieproces niet als bijzonder professioneel. Verder lijkt de locatie slechts relatief korte tijd in bedrijf te zijn geweest. Mede daarom ziet de rechtbank aanleiding een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd. Desondanks acht de rechtbank een forse onvoorwaardelijk gevangenisstraf passend, gelet op de ernst van het feit. De rechtbank zal, alles afwegende, aan verdachte een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van het beslag

De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen iPhone verbeurd wordt verklaard.
De verdediging heeft hierover geen standpunt ingenomen.
De rechtbank zal de iPhone, met behulp waarvan de bewezenverklaarde feiten zijn begaan en voorbereid, verbeurd verklaren.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 47, 55, 56 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart verbeurd de iPhone.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.L. van de Sande (voorzitter), mr. J.M.J.M. Doon en mr. S.C.A.M. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.I. Tuk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 december 2023.
mr. Janssen en mr. Tuk zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer ON3R023048 (Onderzoek Virton), gesloten op 12 augustus 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 134-136.
3.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] , p. 112-113.
4.Proces-verbaal van aanhouding verdachte [medeverdachte 1] , p. 7-8 van het persoonsdossier verdachte [medeverdachte 1] .
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 117-119.
6.Proces-verbaal aanhouding verdachte [medeverdachte 2] , p. 7-8 van het persoonsdossier verdachte [medeverdachte 2] .
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 26 van het persoonsdossier verdachte [medeverdachte 2] .
8.Proces-verbaal van eerste bevindingen, p. 26-28.
9.Proces-verbaal van eerste bevindingen, p. 26-28.
10.NFI-rapport 8 september 2023.
11.Proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023, p. 7.
12.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 november 2023.
13.Proces-verbaal verhoor medeverdachte [medeverdachte 2] , p. 185.
14.Proces-verbaal van eerste bevindingen, p. 26-28.
15.P. 5-6 van het proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023; p. 5 van het NFI-rapport 8 september 2023.
16.P. 6 van het proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023; p. 5 van het NFI-rapport 8 september 2023.
17.P. 2 en 6 van het proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023.
18.P. 5 van het proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023; P. 5 van het NFI-rapport van 8 september 2023.
19.P. 6 van het proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023; P. 5 van het NFI-rapport van 8 september 2023.
20.P. 6 van het proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023.
21.P. 2 en 6 van het proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023.
22.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 november 2023.
23.P. 2-3 van het proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023; P. 4 van het NFI-rapport van 8 september 2023.
24.P. 2-4 van het proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023; P. 4-5 van het NFI-rapport van 8 september 2023.
25.P. 3 van het proces-verbaal LFO van 3 oktober 2023; P. 4 van het NFI-rapport van 8 september 2023.
26.NFI-rapport 8 september 2023.