Uitspraak
1.de besloten vennootschap [verzoekende partij 1] IN LIQUIDATIE,
2.2. [verzoekende partij 2]
B&V LEISCHIP B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
[adres+plaats] , [items gehuurde], en zoals nader vastgelegd in artikel 10 van het gehuurde (hierna: het gehuurde).
opslagruimte en/of bedrijfswoning.
1 maart 2016.
tenminste een (1) maanden.
3.Het verzoek en de beoordeling ervan
voor de beantwoording van de vraag of een huurovereenkomst moet worden aangemerkt als huur van woonruimte dan wel als huur van bedrijfsruimte, beslissend is hetgeen partijen, mede in aanmerking genomen de inrichting van het gehuurde, omtrent het gebruik daarvan voor ogen heeft gestaan”. [2]
een bedrijfswoning op de eerste etage. In artikel 1.2 van de huurovereenkomst is bovendien bepaald dat het gehuurde bestemd is om te worden gebruikt als
opslagruimte en/of bedrijfswoning.