ECLI:NL:RBGEL:2023:6580

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
415861
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg samenwerkingsovereenkomst en betalingsafspraken tussen eenmanszaak en Online Supporter B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 december 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eis.conv./verw.reconv.] en Online Supporter B.V. De zaak betreft een geschil over de uitleg van een samenwerkingsovereenkomst en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen. [eis.conv./verw.reconv.] vorderde betaling van openstaande facturen en schadevergoeding, terwijl Online Supporter B.V. zich verweerde door te stellen dat de overeenkomst was gesloten met een eenmanszaak en dat [eis.conv./verw.reconv.] geen aanspraak kon maken op betaling. De rechtbank oordeelde dat [eis.conv./verw.reconv.] partij was geworden bij de overeenkomst en dat de openstaande bedragen opeisbaar waren. De rechtbank wees de vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] tot betaling van de hoofdsom en buitengerechtelijke kosten toe, maar wees de vordering tot schadevergoeding af. In reconventie werden de vorderingen van Online Supporter B.V. afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een onterechte beëindiging van de overeenkomst door [eis.conv./verw.reconv.]. De rechtbank veroordeelde Online Supporter B.V. in de proceskosten van zowel de conventie als de reconventie.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/415861 / HZ ZA 23-63
Vonnis van 6 december 2023
in de zaak van
[eis.conv./verw.reconv.],
te [plaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eis.conv./verw.reconv.] ,
advocaat: mr. M.C. Franken-Schoemaker te Houten,
tegen
ONLINE SUPPORTER B.V.,
te Twello,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Online Supporter,
advocaat: mr. J.G.H. Jansen te Utrecht.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 juli 2023
- de akte houdende overlegging producties van Online Supporter van 13 oktober 2023
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 23 oktober 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eis.conv./verw.reconv.] is op 30 juni 2021 opgericht. Zij houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software. De heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ) is enig bestuurder en aandeelhouder van [eis.conv./verw.reconv.] .
2.2.
Voorafgaand aan de oprichting van [eis.conv./verw.reconv.] verrichtte [naam 1] werkzaamheden op het gebied van software vanuit een eenmanszaak, (eveneens) genaamd [eis.conv./verw.reconv.] (hierna: de eenmanszaak).
2.3.
Online Supporter is een onderneming die zich met name bezig houdt met de ontwikkeling en hosting van schaalbare e-commerce en klantgedreven oplossingen op IT-gebied.
2.4.
Op of omstreeks 29 september 2020 is tussen de eenmanszaak en Online Supporter een samenwerkingsovereenkomst (hierna: de overeenkomst) ondertekend.
2.5.
In de overeenkomst is onder meer het volgende overeengekomen:
Artikel 6 – Verdeling van de eventuele verliezen
1.
Iedere Partij draagt zelf het eigen risico met betrekking tot zijn eigen inbreng in de Samenwerking. “
Artikel 12 – Aansprakelijkheid
(…)
2. Indien een Partij toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen, zal de andere Partij de Partij die tekortschiet een schriftelijke ingebrekestelling sturen en hem een redelijke termijn geven om alsnog zijn verplichtingen na te komen. Indien de Partij die tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen ook na deze redelijke termijn zijn verplichtingen niet nakomt, zal de Overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd worden door de Partij die de ingebrekestelling heeft verzonden.
3. Partijen zullen, indien een situatie zoals omschreven in lid 2 van dit artikel zich voordoet, in overleg treden over de eventueel ontstane schade. Indien de schade direct verband houdt met de tekortkoming in de nakoming zal de Partij die hier debet aan is, schadeplichtig zijn voor de ontstane schade.
(…)”
Artikel 15 – Einde van de Overeenkomst
1.
Partijen zijn gerechtigd deze Overeenkomst te beëindigen met in achtneming van een opzegtermijn van 3 maanden.
(…)”
Artikel 18 – Conflicten
(…) 2. Indien onderling overleg niet leidt tot beslechting van het geschil, zullen Partijen een onafhankelijke mediator inschakelen teneinde een oplossing voor het ontstane geschil te vinden. (…)”
2.6.
[naam 1] heeft in de periode van 2020 tot en met 16 december 2022 voor klanten van Online Supporter werkzaamheden op het gebied van softwareontwikkeling verricht. Deze werkzaamheden heeft hij maandelijks gefactureerd aan Online Supporter.
2.7.
In een e-mail van 24 januari 2022 heeft [eis.conv./verw.reconv.] aan Online Supporter onder meer het volgende geschreven:
“(…) Van factuur 2021026 zal op 1 februari 2022 5.000 euro worden voldaan plus het BTW bedrag van deze factuur zijnde euro 1.962,19. Het restant van deze factuur uiterlijk 1 maart 2022. Onze nieuwe afspraak om de BTW betalingen mee te nemen in de maandelijkse voorschot zullen daarna maandelijks worden voortgezet en de restant betalingen dienen uiterlijk een maand na het voorschot te worden voldaan. (…)”
2.8.
Bij brief van 16 en 25 november en 2 december 2022 heeft de incassogemachtigde van [eis.conv./verw.reconv.] Online Supporter gesommeerd om openstaande (restanten van) facturen te betalen. De bedragen zijn tot nu toe niet betaald door Online Supporter.
2.9.
Per e-mail van 16 december 2022 heeft [eis.conv./verw.reconv.] de overeenkomst met Online Supporter per direct beëindigd.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eis.conv./verw.reconv.] vordert - samengevat - veroordeling van Online Supporter tot het volgende:
I. betaling van een bedrag van € 51.773,64 (hoofdsom vermeerderd met wettelijke rente tot en met 22 december 2022), te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 23 december 2022 tot de dag van algehele betaling, althans een in goede justitie door de rechtbank te bepalen bedrag,
II. betaling van een bedrag van € 1.151,42 aan buitengerechtelijke incassokosten,
III. betaling van een bedrag van € 40.277,85 aan schadevergoeding, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente over de schadevergoeding tot de dag van algehele betaling,
IV. vergoeding van de kosten van de procedure, de btw over de deurwaarderskosten daaronder begrepen, te vermeerderen met wettelijke rente als niet binnen
14 dagen na het te wijzen vonnis hieraan is voldaan door Online Supporter,
V. betaling van de proceskosten van dit geding, waaronder begrepen salaris advocaat en nakosten, bij niet voldoening door Online Supporter te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
[eis.conv./verw.reconv.] baseert haar vorderingen op nakoming van de betalingsafspraken die tussen partijen zijn gemaakt. De openstaande facturen zijn volgens haar opeisbaar verschuldigd en moeten door Online Supporter worden betaald. Doordat Online Supporter de openstaande facturen niet heeft betaald, heeft [eis.conv./verw.reconv.] zich genoodzaakt gezien om de overeenkomst tussen partijen per direct op te zeggen. Daardoor heeft zij schade geleden in de vorm van verlies van inkomsten over een periode van drie maanden. Online Supporter is aansprakelijk voor die schade en gehouden om deze te vergoeden, aldus [eis.conv./verw.reconv.] .
3.3.
Online Supporter voert verweer. Zij stelt dat de overeenkomst is gesloten met de eenmanszaak, zodat [eis.conv./verw.reconv.] geen aanspraak kan maken op betaling van de gevorderde bedragen en niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Voor zover [eis.conv./verw.reconv.] toch ontvankelijk zou zijn in haar vorderingen in deze procedure, betwist Online Supporter dat de gevorderde bedragen opeisbaar zijn. Zij beroept zich daarnaast op schuldeisersverzuim en opschorting van haar betalingsverplichtingen en ze betwist dat [eis.conv./verw.reconv.] door de opzegging schade heeft geleden die door Online Supporter vergoed zou moeten worden. Online Supporter concludeert daarom dat de vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] moeten worden afgewezen.
in reconventie
3.4.
Primair vordert Online Supporter - samengevat - het volgende:
I. een verklaring voor recht dat de bedragen die Online Supporter aan [eis.conv./verw.reconv.] heeft betaald uit hoofde van de overeenkomst onverschuldigd zijn betaald en moeten worden terugbetaald,
II. [eis.conv./verw.reconv.] te gebieden om opgave te doen van de bedragen die Online Supporter aan [eis.conv./verw.reconv.] heeft betaald en deze terug te betalen en tot het moment waarop dat nog niet is gebeurd [eis.conv./verw.reconv.] te gebieden om Online Supporter te vrijwaren tegen alle claims van [naam 1] uit hoofde van of gerelateerd aan de overeenkomst of de door of namens [naam 1] ten behoeve van Online Supporter verrichte werkzaamheden.
III. veroordeling van [eis.conv./verw.reconv.] in de kosten van de procedure, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van het vonnis.
3.5.
Subsidiair vordert Online Supporter:
I. te verklaren voor recht dat de overeenkomst ten onrechte met onmiddellijke ingang door [eis.conv./verw.reconv.] is beëindigd;
II. de overeenkomst voor zover deze ziet op de geheel of gedeeltelijk onbetaald gebleven facturen te ontbinden met ingang van 16 december 2022, althans een in goede justitie door de rechtbank te bepalen dag;
III. te verklaren voor recht dat Online Supporter uit hoofde van of gerelateerd aan de overeenkomst, al dan niet uit hoofde van ongedaanmaking, geen financiële of andere verplichtingen meer heeft jegens [eis.conv./verw.reconv.] ;
IV. [eis.conv./verw.reconv.] te veroordelen tot vergoeding van de door Online Supporter als gevolg van [eis.conv./verw.reconv.] ’ handelen veroorzaakte schade, waaronder de schade als gevolg van de onder I. bedoelde beëindiging alsmede de overige in de conclusie van antwoord beschreven tekortkomingen door [eis.conv./verw.reconv.] in de nakoming van de overeenkomst, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
V. [eis.conv./verw.reconv.] te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van het vonnis.
3.6.
Online Supporter stelt zich op het standpunt dat voor zover zij bedragen of facturen voor de werkzaamheden van [naam 1] aan [eis.conv./verw.reconv.] heeft betaald, zij die bedragen onverschuldigd heeft betaald omdat [eis.conv./verw.reconv.] geen partij is bij de overeenkomst en dus niets te vorderen heeft. Voor zover [eis.conv./verw.reconv.] wel partij zou zijn geworden bij de overeenkomst tussen de eenmanszaak en Online Supporter, heeft [eis.conv./verw.reconv.] volgens Online Supporter ten onrechte de overeenkomst tussen partijen met onmiddellijke ingang beëindigd nu daarvoor geen grond of noodzaak aanwezig was. Omdat [eis.conv./verw.reconv.] verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst niet is nagekomen, vordert Online Supporter geheel of gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst zodat zij de restant facturen niet meer verschuldigd is aan [eis.conv./verw.reconv.] . Vanwege de tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst is [eis.conv./verw.reconv.] bovendien aansprakelijk voor de daardoor door Online Supporter geleden schade, zo stelt Online Supporter.
3.7.
[eis.conv./verw.reconv.] betwist een en ander en vraagt de rechtbank om de vorderingen in reconventie van Online Supporter af te wijzen.

4.De beoordeling

in conventie
Ontvankelijkheid van [eis.conv./verw.reconv.]
4.1.
De eerste vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of [eis.conv./verw.reconv.] partij is geworden bij de overeenkomst tussen Online Supporter en de eenmanszaak en of zij dus ontvankelijk is in haar vorderingen in deze procedure. De rechtbank zal deze vraag bevestigend beantwoorden en licht dat als volgt toe.
4.2.
Voor contractsovername is een akte vereist tussen [eis.conv./verw.reconv.] en de eenmanszaak en daarnaast medewerking door Online Supporter (artikel 6:159 BW). [eis.conv./verw.reconv.] heeft ter zitting toegelicht dat de eenmanszaak door middel van de notariële akte van oprichting van [eis.conv./verw.reconv.] is ingebracht in [eis.conv./verw.reconv.] . Online Supporter heeft dit niet weersproken, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat alle rechten en verplichtingen uit de overeenkomst zijn overgegaan naar [eis.conv./verw.reconv.] . Bovendien is sprake van medewerking aan de contractsovername. De door artikel 6:159 BW vereiste medewerking is vormvrij en kan daarom ook zijn gelegen in gedragingen of in stilzwijgen door Online Supporter; daarvan is hier sprake. [eis.conv./verw.reconv.] stelt – en Online Supporter heeft dat niet of onvoldoende weersproken – dat de facturen voor de werkzaamheden van [naam 1] na de oprichting van [eis.conv./verw.reconv.] op naam van [eis.conv./verw.reconv.] zijn komen te staan met vermelding van het nieuwe btw-nummer en het nieuwe KvK-nummer. Uit de overgelegde e-mailcorrespondentie van [naam 1] aan Online Supporter blijkt bovendien dat [naam 1] zijn e-mails ondertekende met een e-mailhandtekening waarin duidelijk de naam van de BV (met het nieuwe KvK-nummer) staat vermeld en ook de brieven van 16 en 25 november en 2 december 2022 van de incassogemachtigde van [eis.conv./verw.reconv.] zijn namens de BV gestuurd en niet namens de eenmanszaak. Dit zijn duidelijke aanwijzingen dat [eis.conv./verw.reconv.] de overeenkomst van de eenmanszaak heeft overgenomen en voortgezet. Door hier niet tegen te protesteren, maar de facturen te betalen en de samenwerking onverminderd voort te zetten, heeft Online Supporter naar het oordeel van de rechtbank (impliciet) haar medewerking verleend aan de contractsovername, althans, dat gerechtvaardigde vertrouwen bij [eis.conv./verw.reconv.] gewekt. Dat het rekeningnummer, e-mailadres, de handelsnaam en de contactpersoon van de eenmanszaak ( [naam 1] ) hetzelfde zijn gebleven, maakt dit niet anders. Ook het vereiste van voorafgaande schriftelijke toestemming in artikel 10 van de overeenkomst, waarop Online Supporter wijst, maakt dit niet anders. Voor zover artikel 10 van de overeenkomst (waarboven ‘cessie’ staat) al ziet op contractsovername, heeft Online Supporter achteraf alsnog haar medewerking aan die contractsovername verleend, gelet op het voorgaande. [eis.conv./verw.reconv.] is daarom de nieuwe contractspartij van Online Supporter geworden, zodat zij ontvankelijk is in haar vorderingen.
Betaling facturen
4.3.
De volgende vraag is of Online Supporter nog € 50.925,90 aan [eis.conv./verw.reconv.] dient te betalen. Anders dan Online Supporter betoogt en zoals hieronder zal worden toegelicht, komt de rechtbank tot het oordeel dat de (restant) factuurbedragen opeisbaar zijn, zodat zij de vordering van [eis.conv./verw.reconv.] tot betaling van dit bedrag zal toewijzen.
4.4.
Partijen verschillen van mening over wat zij hebben afgesproken over het tijdstip van de betaling van de facturen van [eis.conv./verw.reconv.] . Niet in geschil is dat [eis.conv./verw.reconv.] aan het eind van iedere maand haar werkzaamheden over die maand factureerde. Ook is niet in geschil dat partijen zijn overeengekomen dat Online Supporter in de daaropvolgende maand in ieder geval een bedrag van € 5.000,00 en het bedrag aan btw van de betreffende factuur aan [eis.conv./verw.reconv.] diende te betalen (het zogenaamde ‘voorschot’), ongeacht de hoogte van het factuurbedrag. [eis.conv./verw.reconv.] stelt dat daarnaast is overeengekomen dat het restantbedrag van de betreffende factuur in de daaropvolgende maand diende te worden betaald door Online Supporter. Online Supporter betwist dit. Zij voert aan dat is overeengekomen dat zij het restantbedrag van de facturen pas hoefde te betalen als zij zelf betaald heeft gekregen van de betreffende klant.
4.5.
Online Supporter wordt niet in dit standpunt gevolgd. Uit de tekst van de overeenkomst blijkt niet van een afspraak dat het restant van de facturen van [eis.conv./verw.reconv.] pas verschuldigd is als de klant Online Supporter heeft betaald. Online Supporter verwijst naar artikel 6 van de overeenkomst waarin staat dat iedere partij zelf het eigen risico draagt met betrekking tot zijn eigen inbreng in de samenwerking. Naast het feit dat uit deze tekst zelf niet de door Online Supporter aangevoerde afspraak volgt, zijn partijen het bovendien met elkaar eens dat de overeenkomst weliswaar is opgesteld als een samenwerkingsovereenkomst, maar feitelijk anders door hen is uitgevoerd, namelijk als een overeenkomst van opdracht waarbij Online Supporter als opdrachtgever optrad van [eis.conv./verw.reconv.] . Sommige bepalingen in de overeenkomst zijn volgens beide partijen dan ook niet (zonder meer) van toepassing of partijen hebben (later) andere afspraken gemaakt. In zoverre kan niet zonder meer van de tekst van de overeenkomst worden uitgegaan.
4.6.
Ook de overige overgelegde stukken bieden geen aanknopingspunten voor het bestaan van de door Online Supporter voorgestelde afspraak. In tegendeel, de e-mail van
24 januari 2022 (rechtsoverweging 2.8 van dit vonnis) waarin [eis.conv./verw.reconv.] nieuwe betalingsafspraken aan Online Supporter lijkt te bevestigen, wijst juist op het bestaan van de door [eis.conv./verw.reconv.] gestelde afspraak. Uit overige e-mailcorrespondentie (onder andere e-mails van 27 juni 2022 en 17 oktober 2022) blijkt dat [eis.conv./verw.reconv.] Online Supporter nadien regelmatig heeft verzocht om over te gaan tot betaling van achterstallige factuurbedragen (waaronder restantbedragen van facturen). In haar reacties op die verzoeken (onder meer e-mails van 2 februari 2022, 16 maart 2022, 4 juli 2022, 15 juli 2022, 4 oktober 2022 en 20 oktober 2022) betwist Online Supporter de opeisbaarheid van die restantbedragen niet; integendeel, zij lijkt juist te erkennen dat zij die bedragen moet betalen doordat zij in een groot deel van haar reacties mededeelt dat zij op geld wacht en door een inschatting te geven van wanneer zij denkt over te gaan tot betaling van een of meerdere bedragen. Daarbij verwijst Online Supporter weliswaar naar betalingen die zij van klanten verwacht te ontvangen en waarna zij zelf wil overgaan tot betaling, maar zij beroept zich in geen van die e-mails op de vermeende afspraak dat de restantfactuur op grond van de afspraken nog niet verschuldigd is en zij nog niet hoeft te betalen omdat de betreffende klant nog niet heeft betaald. Dat had wel voor de hand gelegen als een dergelijke afspraak was gemaakt. Ook in haar reacties van 12 en 14 december 2022 op de sommatiebrieven van de incassogemachtigde en in haar reactie van 28 december 2022 op een sommatiebrief van
21 december 2022 van de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.] (productie 5 bij conclusie van antwoord) beroept Online Supporter zich niet op een afspraak dat zij het restant van de facturen pas hoeft te betalen als haar klant heeft betaald, maar stelt zij dat ze met [eis.conv./verw.reconv.] heeft afgesproken dat deze (in ieder geval) de helft van zijn facturen betaald zou krijgen. Gelet hierop heeft Online Supporter het bestaan van de door [eis.conv./verw.reconv.] gestelde afspraak onvoldoende gemotiveerd betwist. De rechtbank gaat daarom uit van de door [eis.conv./verw.reconv.] gestelde afspraak over de betaling van de facturen.
Verschuldigdheid van restantfacturen
4.7.
Het voorgaande betekent dat conform de afspraak tussen partijen de openstaande restantbedragen van de facturen 2022014 van 31 mei 2022, 2022017 van 30 juni 2022, 2022020 van 31 juli 2022, 2022024 van 31 augustus 2022 en 2022032 van 31 oktober 2022 in de maanden juli 2022 tot en met december 2022 opeisbaar verschuldigd zijn geworden en hadden moeten worden betaald door Online Supporter. Van de facturen 2022034 van
30 november 2022 en 2022038 van 22 december 2022 heeft Online Supporter in het geheel geen bedragen voldaan, terwijl volgens de afspraken tussen partijen het voorschot van deze facturen uiterlijk in december 2022 en januari 2023 en het restantbedrag in januari 2023 en februari 2023 hadden moeten worden voldaan. In zoverre kan de vordering onder I. van [eis.conv./verw.reconv.] dan ook worden toegewezen.
Andere redenen om niet te hoeven betalen?
4.8.
Online Supporter heeft ook om andere redenen betwist de bedragen verschuldigd te zijn. Zij betwist allereerst dat de tekortkoming in de nakoming (het uitblijven van betaling van de facturen) aan haar kan worden toegerekend. Zij heeft zich naar eigen zeggen aan de afspraken tussen partijen gehouden door tijdig alle voorschotbedragen te voldoen. Dit argument gaat niet op omdat het berust op de eigen uitleg van Online Supporter van de tussen partijen gemaakte betalingsafspraken. Zoals hiervoor is overwogen, volgt de rechtbank die uitleg niet en is zij van oordeel dat Online Supporter factuurbedragen niet tijdig heeft betaald, wat haar kan worden toegerekend.
4.9.
Ook beroept Online Supporter zich op overmacht waardoor het uitblijven van tijdige betaling niet aan haar kan worden toegerekend. Volgens haar moet artikel 6 van de overeenkomst zo worden uitgelegd dat dit ook ziet op overmacht die het gevolg is van het niet volledig en/of tijdig betalen van rekeningen door klanten, zoals hier aan de orde is. Dat artikel 6 hierop ziet, blijkt niet uit de tekst van de overeenkomst zelf. Online Supporter heeft ook overigens niets overgelegd waaruit blijkt dat dit de bedoeling van partijen is geweest en dat artikel 6 op deze wijze moet worden uitgelegd. Nu dit niet is komen vast te staan, slaagt het beroep op overmacht niet.
4.10.
Tot slot beroept Online Supporter zich op schuldeisersverzuim van de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] omdat [eis.conv./verw.reconv.] zelf is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst. Online Supporter stelt dat [eis.conv./verw.reconv.] : 1) artikel 18 van de overeenkomst niet is nagekomen, 2) haar werkzaamheden niet zorgvuldig heeft uitgevoerd, 3) ten onrechte met onmiddellijke ingang de overeenkomst tussen partijen heeft opgezegd, 4) haar werkzaamheden vervolgens zonder overdracht uit handen heeft laten vallen, 5) geen correcte opgave van (leer)uren heeft gedaan, zoals was overeengekomen en 6) een vergoeding heeft gevraagd voor uren die niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. Deze gronden voor opschorting slagen naar oordeel van de rechtbank niet, zoals zij hieronder zal toelichten.
4.11.
De stelling onder 1) dat [eis.conv./verw.reconv.] artikel 18 van de overeenkomst niet is nagekomen omdat partijen eerst tot mediation hadden moeten overgaan en dit niet is gebeurd, slaagt niet. Partijen hadden al langere tijd meermaals informeel overleg gehad over de betaling van de facturen van [eis.conv./verw.reconv.] en nadat Online Supporter was aangeschreven door de incassogemachtigde en advocaat van [eis.conv./verw.reconv.] , heeft zij zelf ook geen beroep gedaan op deze bepaling, terwijl dat wel op haar weg had gelegen als zij wenste dat deze bepaling zou worden nagekomen. Gelet op deze gang van zaken kan Online Supporter zich er nu niet op beroepen dat [eis.conv./verw.reconv.] is tekortgeschoten door geen mediation voor te stellen.
4.12.
Dat [eis.conv./verw.reconv.] haar werkzaamheden niet als een goed opdrachtnemer heeft uitgevoerd, stelt Online Supporter wel onder 2), maar heeft zij niet onderbouwd. De app-berichten van (kennelijk) een (oud-)collega bij Online Supporter waarin deze bevestigt dat het werk van [eis.conv./verw.reconv.] bruikbaar was en de e-mail van Online Supporter van 28 december 2022 aan de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.] (productie 5 bij conclusie van antwoord) waarin zij schrijft
“(…) ( [naam 1] beschouwen we als onderdeel van het team en heeft veel goed werk geleverd waar we en de klant blij mee zijn) (…)”lijken juist te wijzen op het tegendeel. Omdat niet is gebleken van een tekortkoming in de uitvoering van de werkzaamheden door [eis.conv./verw.reconv.] , kan dit geen opschortingsgrond vormen.
4.13.
Online Supporter stelt verder onder 5) dat [eis.conv./verw.reconv.] een afspraak over het correct opgeven van (leer)uren niet is nagekomen. Online Supporter heeft evenwel niet toegelicht en onderbouwd welke afspraak hierover zou zijn gemaakt die [eis.conv./verw.reconv.] niet zou zijn nagekomen, zodat ook hiervan niet is gebleken en dit evenmin een grond voor opschorting vormt.
4.14.
Tot slot slaagt ook de stelling onder 6) dat [eis.conv./verw.reconv.] een vergoeding heeft gevraagd voor uren die niet voor vergoeding in aanmerking kwamen en daarom is tekortgeschoten, niet. Weliswaar is het opvallend dat [eis.conv./verw.reconv.] uren voor een bedrijfsbarbecue in rekening heeft gebracht bij Online Supporter, maar Online Supporter heeft niet geconcretiseerd en ook niets overgelegd waaruit blijkt dat er naast de uren voor de barbecue nog meer uren ten onrechte in rekening zijn gebracht. Tegenover de 2,45 uren die [eis.conv./verw.reconv.] (tegen een uurtarief van € 65,00 ex btw) mogelijk ten onrechte in rekening heeft gebracht voor de barbecue, is een opschorting van betaling van een bedrag van € 50.925,90 niet proportioneel, zodat ook daarom het beroep op opschorting niet slaagt.
Is de overeenkomst bevoegdelijk opgezegd?
4.15.
Het beroep op opschorting van betalingsverplichtingen omdat [eis.conv./verw.reconv.] de overeenkomst ten onrechte op 16 december 2022 heeft opgezegd, slaagt evenmin. [eis.conv./verw.reconv.] was bevoegd de overeenkomst met Online Supporter op te zeggen.
4.16.
Online Supporter wijst op artikel 15 lid 1 van de overeenkomst waarin is bepaald dat partijen gerechtigd zijn de overeenkomst op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. Gelet op de overeenkomst en op grond van de redelijkheid en billijkheid had [eis.conv./verw.reconv.] een opzegtermijn van drie maanden in acht moeten nemen en was zij niet bevoegd om de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen, zo stelt Online Supporter.
4.17.
In dit geval is sprake van een situatie zoals wordt genoemd in artikel 12 lid 2 van de overeenkomst. Op grond van de afspraken tussen partijen hadden de restantfactuurbedragen betaald moeten worden waarvoor (de incassogemachtigde van) [eis.conv./verw.reconv.] Online Supporter (in ieder geval) bij brief van 16 november 2022 in gebreke heeft gesteld waarbij Online Supporter een termijn is gesteld van acht dagen om alsnog over te gaan tot betaling. Omdat Online Supporter de openstaande bedragen vervolgens niet of slechts deels heeft betaald, was [eis.conv./verw.reconv.] op grond van artikel 12 lid 2 van de overeenkomst bevoegd om de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen. Daarbij is niet relevant of de opzegging noodzakelijk was, zoals Online Supporter betwist, gelet op de onvoorwaardelijke opzeggingsbevoegdheid in artikel 12 lid 2 van de overeenkomst.
4.18.
Ook het beroep op de redelijkheid en billijkheid volgt de rechtbank niet. Een beroep op een uit een overeenkomst voortvloeiende bevoegdheid om de overeenkomst op te zeggen kan op grond van art. 6:248 lid 2 BW onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn [1] . Dat daarvan hier sprake is, is onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd door Online Supporter. Anders dan Online Supporter stelt, was de opzegging niet geheel onaangekondigd. In de jaren voorafgaand aan de opzegging hebben Online Supporter en [eis.conv./verw.reconv.] vaak contact gehad over facturen van [eis.conv./verw.reconv.] die betaald moesten worden en [eis.conv./verw.reconv.] heeft haar ongenoegen daarover en over de samenwerking meermaals geuit (onder meer in e-mails van 24 januari 2022 en 17 oktober 2022). Toen Online Supporter in november en december 2022 brieven ontving van de incassogemachtigde van [eis.conv./verw.reconv.] , was het haar duidelijk of had het haar duidelijk moeten zijn dat [eis.conv./verw.reconv.] rechtsmaatregelen aan het treffen was en dat de zakelijke relatie flink onder druk stond. Daarnaast heeft Online Supporter haar stelling dat zij door de onmiddellijke opzegging en het ontbreken van een overdracht grote schade heeft geleden, niet onderbouwd. Tegenover de gemotiveerde betwisting van [eis.conv./verw.reconv.] is die blote stelling onvoldoende om tot de conclusie te komen dat het in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was dat [eis.conv./verw.reconv.] gebruik heeft gemaakt van haar onmiddellijke opzeggingsbevoegdheid in artikel 12 lid 2 van de overeenkomst. Gelet hierop is niet gebleken dat sprake is van een onbevoegdelijke of onrechtmatige opzegging en daarmee ook niet van een tekortkoming van de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] op grond waarvan Online Supporter haar betalingsverplichtingen kan opschorten.
Vordering I. in conventie (betaling facturen)
4.19.
Gelet op het voorgaande zijn de bedragen waarvan [eis.conv./verw.reconv.] betaling vordert opeisbaar verschuldigd door Online Supporter, zodat de vordering in conventie onder I. tot betaling van de hoofdsom van € 50.925,90 zal worden toegewezen. Omdat Online Supporter in gebreke is gesteld, maar niet is overgegaan tot betaling van de openstaande bedragen, is zij in verzuim komen te verkeren en op grond van artikel 6:119 BW wettelijke rente over de hoofdsom verschuldigd. Ook dat deel van de vordering onder I. zal daarom worden toegewezen.
Vordering III. in conventie (schadevergoeding)
4.20.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft onder III. schadevergoeding gevorderd die bestaat uit drie maanden inkomstenderving (inclusief btw) en de kosten voor een aangetekende brief van
10 november 2022, te weten in totaal € 40.227,85. Deze vordering zal worden afgewezen.
4.21.
De brief van 10 november 2022 is niet in de procedure overgelegd, zodat de rechtbank niet kan vaststellen dat deze kosten op een brief aan Online Supporter zien. Ook de vordering tot betaling van gemiste inkomsten zal worden afgewezen. Hoewel [eis.conv./verw.reconv.] bevoegd was om de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen, is het haar eigen keuze geweest om gebruik te maken van die bevoegdheid, terwijl zij wist dat zij, zoals zij in haar conclusie van antwoord in reconventie schrijft, voor 95% van haar inkomsten afhankelijk was van Online Supporter en ze dus niet meteen voldoende andere opdrachtgevers zou hebben waarmee zij het verlies aan inkomsten door de opzegging zou kunnen goedmaken. Daarnaast is het ook een keuze geweest van [eis.conv./verw.reconv.] om haar onderneming op deze manier in te richten, namelijk door grotendeels voor één opdrachtgever te werken, zonder risicospreiding. In zoverre is het gemis aan inkomsten door de overeenkomst zonder opzegtermijn te beëindigen dan ook mede het gevolg van keuzes die [eis.conv./verw.reconv.] als ondernemer zelf heeft gemaakt. Naar oordeel van de rechtbank kan de door de opzegging ontstane schade (de gemiste inkomsten) in redelijkheid niet aan Online Supporter worden toegerekend.
Vordering II. in conventie (buitengerechtelijke kosten) en IV. en V. (proces- en nakosten)
4.22.
[eis.conv./verw.reconv.] vordert onder II. betaling van een bedrag van € 1.151,42 aan buitengerechtelijke incassokosten. Omdat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht en het bedrag in overeenstemming is met het toepasselijke Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, zal deze vordering worden toegewezen.
4.23.
Online Supporter is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
104,02
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
2.366,00
(2,00 punten × € 1.183,00)
Totaal
5.307,02
4.24.
De gevorderde veroordeling tot betaling van wettelijke rente over de proceskosten zal eveneens worden toegewezen. De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot, te weten op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.25.
Online Supporter heeft de rechtbank verzocht om de uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, dan wel [eis.conv./verw.reconv.] voldoende zekerheid te laten stellen. Zij voert aan dat [eis.conv./verw.reconv.] haar onderneming kennelijk heeft gestaakt, zodat er een groot risico bestaat bij een toewijzend vonnis in conventie dat er in hoger beroep geen verhaal meer mogelijk is. Hoewel [naam 1] tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht dat er slechts kleine opdrachtjes lopen bij [eis.conv./verw.reconv.] , blijkt uit zijn toelichting en ook de stukken die Online Supporter zelf heeft overgelegd in haar akte overlegging producties dat [eis.conv./verw.reconv.] tot op zekere hoogte nog actief is en omzet behaalt. In dat licht heeft Online Supporter onvoldoende gemotiveerd dat er sprake is van een dusdanig restitutierisico dat het vonnis daarom niet uitvoerbaar bij voorraad moet worden verklaard. De rechtbank oordeelt dan ook dat in deze omstandigheden het belang van [eis.conv./verw.reconv.] om betaling van haar facturen te ontvangen, zwaarder moet wegen zodat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad zal worden verklaard. Het voorgaande geldt ook voor de gevraagde zekerheidstelling, zodat die vordering zal worden afgewezen.
in reconventie
4.26.
Omdat onder rechtsoverweging 4.2 is overwogen dat [eis.conv./verw.reconv.] partij is geworden bij de overeenkomst tussen Online Supporter en de eenmanszaak, komt de rechtbank niet toe aan beoordeling van de primaire vorderingen van Online Supporter. Met betrekking tot de subsidiaire vorderingen van Online Supporter overweegt zij als volgt.
4.27.
Onder rechtsoverweging 4.17 en 4.18 is overwogen dat er geen sprake is van een onterechte beëindiging van de overeenkomst met onmiddellijke ingang door [eis.conv./verw.reconv.] . Om die reden zal de rechtbank vordering I. in reconventie van Online Supporter (waarin zij een verklaring van recht vordert dat sprake is van een onterechte beëindiging) afwijzen. Daarmee is er ook geen sprake van een tekortkoming aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] , zodat er geen grond bestaat voor partiële ontbinding van de overeenkomst zoals Online Supporter onder II. in reconventie heeft gevorderd. Ook deze vordering zal daarom worden afgewezen.
4.28.
Daarnaast zal vordering III. in reconventie (waarin Online Supporter een verklaring voor recht vraagt dat zij uit hoofde van of gerelateerd aan de overeenkomst geen financiële of andere verplichtingen meer heeft jegens [eis.conv./verw.reconv.] ) worden afgewezen. Uit het voorgaande bleek al dat Online Supporter nog bedragen aan [eis.conv./verw.reconv.] dient te betalen, zodat de gevraagde verklaring van recht niet kan worden gegeven.
4.29.
Online Supporter heeft onder IV. betaling van schadevergoeding door [eis.conv./verw.reconv.] gevorderd, nader op te maken bij staat. Omdat niet is komen vast te staan dat [eis.conv./verw.reconv.] de overeenkomst onrechtmatig heeft beëindigd of anderszins is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst, is er geen sprake van aansprakelijkheid van haar zijde, zodat zij ook niet gehouden is eventuele schade aan Online Supporter te vergoeden. Online Supporter heeft daarom geen belang bij vaststelling van haar schade in een schadestaatprocedure, zodat deze vordering eveneens zal worden afgewezen.
4.30.
Omdat de vorderingen van Online Supporter in reconventie zullen worden afgewezen, is er geen grond om [eis.conv./verw.reconv.] in de proceskosten te veroordelen, zodat ook vordering V. in reconventie zal worden afgewezen.
4.31.
Online Supporter is de partij die in het ongelijk wordt gesteld in reconventie. Zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.mTot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] in reconventie als volgt vastgesteld:
- salaris advocaat
1.183,00
(1,00 punten × € 1.183,00)
Totaal
1.183,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt Online Supporter om aan [eis.conv./verw.reconv.] te betalen een bedrag van € 51.773,64, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 50.925,90 met ingang van 23 december 2022 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Online Supporter om aan [eis.conv./verw.reconv.] te betalen een bedrag van € 1.151,42 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt Online Supporter in de proceskosten, aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] tot dit vonnis vastgesteld op € 5.307,02, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Online Supporter in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Online Supporter niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.7.
wijst de vorderingen van Online Supporter af,
5.8.
veroordeelt Online Supporter in de proceskosten, aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.183,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.L.F. van den Tooren en in het openbaar uitgesproken op
6 december 2023.
JT/KH

Voetnoten

1.HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141.