7.1.Anders dan eiser lijkt te veronderstellen heeft het college op dit punt geen omgevingsvergunning verleend om af te wijken van het bestemmingsplan. Dit was ook niet nodig. De rechtbank heeft hiervoor al aangegeven dat de oppervlakte van het bijgebouw 85 m² bedraagt, dus minder dan de toegestane 100 m². De planregels bevatten daarnaast voor bijgebouwen geen maximaal volume, dus ook op dit punt is het bijgebouw niet in strijd met het bestemmingsplan. Omdat het bouwplan op deze punten niet in strijd is met het bestemmingsplan, was er in zoverre ook geen omgevingsvergunning nodig om af te wijken van het bestemmingsplan (met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2o van de Wabo in samenhang met artikel 4, onderdeel 9, van Bijlage II Bor).
De beroepsgrond slaagt niet.
Afwijking beleidsregels voor het gebruik
8. In het bestreden besluit heeft het college aangegeven dat zij voor de afwijking van het bestemmingsplan met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2o, van de Wabo in samenhang met artikel 4 van Bijlage II Bor in november 2012 de beleidsregels “toepassing afwijkingsbevoegdheid” heeft opgesteld. In artikel 3.11 van deze beleidsregels staat het volgende:
“Met betrekking tot het gebruiken van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten:
a. a) binnen de bebouwde kom en
b) de oppervlakte niet meer dan 1500 m2:
is het bestemmingsplan het uitgangspunt en wordt in principe geen medewerking verleend, tenzij het betreft een:
1. maatschappelijke ontwikkeling in het kader van het algemeen belang;
2. verouderd bestemmingsplan waardoor onevenredig nadeel bestaat ten opzichte van recentere bestemmingsplannen in vergelijkbare situaties en/of vergelijkbaar gebied;
3. wijziging van gebruik ter voorkoming van langdurige leegstand en verpaupering;
4. niet strijdige situatie met het/de in voorbereiding zijnde bestemmingsplan dan wel —wijziging;
5. ontwikkeling die past in een door de gemeenteraad of het college van B&W vastgestelde beleidsvisie.
Ten aanzien van bovenstaande afwijkingen geldt dat voldaan dient te worden aan milieu-, verkeer- en parkeervereisten.”
Volgens het college is het bouwplan in strijd met deze beleidsregel. Het college heeft echter overwogen dat er redenen zijn om af te wijken. De aanvraag betreft het verbouwen van een schuur met een logiesfunctie op de eerste verdieping. De voorgenomen logiesfunctie is, zoals ook blijkt uit het aanvraagformulier bestemd voor gasten en kinderen. Bij de gemeente Culemborg bestaat er uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening geen zwaarwegende bedenkingen tegen de voorgenomen bouw- en gebruiksactiviteit op deze locatie. Het betreft een kleinschalige ruimtelijke ontwikkeling met een beperkte ruimtelijke impact die slechts marginaal ten koste gaat van het woon- en leefklimaat ter plaatse en de directe woonomgeving in het bijzonder, aldus het college