ECLI:NL:RBGEL:2023:6551

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
05-137458-23; 05-105925-23 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 29-jarige man voor insluiping en heling van gestolen goederen in Harderwijk

Op 27 november 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 29-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere insluipingen in woningen in Harderwijk en heling van diverse goederen. De verdachte is veroordeeld tot 14 maanden gevangenisstraf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal in een woning, gepleegd met geweld, en opzetheling. De feiten vonden plaats tussen april en mei 2023, waarbij de verdachte inbraken pleegde in woningen en daarbij geweld gebruikte tegen de bewoners. De rechtbank achtte de verklaringen van de slachtoffers, waaronder een moeder en haar dochter, overtuigend. De verdachte had zich in de nacht in de woningen van de slachtoffers bevonden, waarbij hij goederen had gestolen en geweld had gebruikt. De rechtbank nam ook de psychische gevolgen voor de slachtoffers mee in de overwegingen. De verdachte had geen respect voor de eigendommen van anderen en had in korte tijd meerdere misdrijven gepleegd. De rechtbank legde een gevangenisstraf op die hoger was dan de oriëntatiepunten, vanwege de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. Daarnaast werden schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05-137458-23; 05-105925-23 (gev. ttz)
Datum uitspraak : 27 november 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
wonende aan de [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsvrouw: mr. J.C.H. Pronk, advocaat in Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, ten aanzien van parketnummer 05-137458-23 na een toegewezen vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05-105925-23
hij op of omstreeks 23 april 2023 te Harderwijk, in een woning en/of op een besloten
erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 2] , alwaar verdachte
zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een pak
tissues/zakdoekjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [moeder van aangeefster] ,
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 april 2023 te Harderwijk
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de
[adres 2] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond, een pak tissues/zakdoekjes en/of een portemonnee en/of
geld en/of andere goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan [moeder van aangeefster] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de
plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen
onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming,
- de tuin van die H, [aangeefster] behorende bij voornoemde woning heeft betreden en/of
- ( vervolgens) de woning heeft betreden en/of
- de woning te doorzoeken en/of
- een portemonnee en/of tissues uit een handtas heeft gepakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Ten aanzien van parketnummer 05-137458-23
1.
hij op of omstreeks 27 mei 2023 te Harderwijk omstreeks 04:00, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning gelegen op/aan de [adres 3] , een portemonnee (met inhoud) en/of twee smartwatches en/of AirPods, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 3] en/of [benadeelde 2] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de woning van die [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] binnen te gaan/binnen te dringen en/of
- die [benadeelde 2] te slaan en/of te stompen op/tegen het hoofd, althans het lichaam en/of
- die [benadeelde 3] te slaan en/of vast te grijpen op/aan het lichaam en/of met die [benadeelde 3] te worstelen;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 april 2023 tot en met 31 mei 2023 te Harderwijk, althans in Nederland en/of België, meermalen, althans eenmaal
- een tablet/iPad en/of een paspoort van [aangever] en/of
- een elektrische fiets (van het merk Mate) met oplader van [benadeelde 1] en/of
- een of meerdere gereedschappen (waaronder onder andere een accuboormachine en/of een
schuurmachine) en/of
- twee iPhones en/of
- een Nintendo Switch en/of
- een playstation met controller en/of
- een elektrische Dualtron mini step,
althans een of meer goederen
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen (telkens) wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof en hij aldus van het plegen van opzetheling een gewoonte heeft gemaakt;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 april 2023 tot en met 31 mei 2023 te
Harderwijk, althans in Nederland en/of België, meermalen, althans eenmaal
- een tablet/iPad en/of een paspoort van [aangever] en/of
- een elektrische fiets (van het merk Mate) met oplader van [benadeelde 1] en/of
- een of meerdere gereedschappen (waaronder onder andere een accuboormachine en/of een
schuurmachine) en/of
- twee iPhones en/of
- een Nintendo Switch en/of
- een playstation met controller en/of
- een elektrische Dualtron mini step,
althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen (telkens) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van parketnummer 05-105925-23 gesteld dat het primair ten laste gelegde en ten aanzien van parketnummer 05-137458-23 dat het onder 1 en onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van parketnummer 05-105925-23 bepleit dat de herkenning die door [aangeefster] is gedaan niet mag worden gebruikt voor het bewijs, nu het om een enkelvoudige fotoconfrontatie gaat. Daarom moet verdachte worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van parketnummer 05-137458-23 onder feit 1 geen bewijsverweer gevoerd. Ten aanzien van feit 2 primair heeft de raadsvrouw bepleit dat er geen sprake is van opzetheling, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken. Schuldheling, zoals onder 2 subsidiair is tenlastegelegd, kan alleen worden bewezen ten aanzien van de telefoon en het paspoort. Ook is er geen sprake van het maken van een gewoonte van heling.
Beoordeling door de rechtbank
ten aanzien van parketnummer 05-105925-23 [1]
[aangeefster] heeft verklaard dat zij op 23 april 2023 rond 02.30 uur thuis kwam in haar woning aan de [adres 2] in Harderwijk. Het viel [aangeefster] op dat de tuinpoort en garagedeur openstonden en ze hoorde geluid uit de gang komen. [aangeefster] zag in de woning een man met donkere gezichtsbeharing, zwart haar en licht getinte huidskleur die een zwarte jas met capuchon droeg. De man had een blauw pakje zakdoekjes en een rode portemonnee vast. De man verliet de woning en gooide in de tuin de zakdoekjes weg. [aangeefster] rende achter de man aan en zag dat de man de trappen bij het treinstation af rende. [2]
Verbalisant kreeg om 02.33 uur die nacht een melding van een inbraak waarbij de verdachte wegrende richting het station. Aan de achterkant van het station liep een man die voldeed aan het signalement dat de melder had doorgegeven: een licht getinte huidskleur, zwarte snor en zwarte capuchonjas. [3] Verbalisant maakte een foto van verdachte en liet deze zien aan [aangeefster] . [4] [aangeefster] herkende de man die de politie had staande gehouden voor 100% als de man die zij zojuist in haar woning had gezien. [5] Niet valt in te zien waarom deze fotoconfrontatie niet voor het bewijs mag worden gebruikt. Het enkele feit dat het gaat om een enkelvoudige confrontatie, zoals is aangevoerd, is daartoe onvoldoende.
[moeder van aangeefster] , de moeder van aangeefster, tevens wonende aan de [adres 2] in Harderwijk, heeft verklaard dat de zakdoekjes waarmee de man uit de woning naar buiten liep van haar zijn. Deze zakdoekjes lagen in haar handtas. [6]
De vraag die voorligt is of verdachte de persoon is die in de woning van [aangeefster] stond en het pakje zakdoekjes uit de woning stal. Rond 02.30 uur in de nacht wordt melding gemaakt van een inbraak. Een tijdstip waarop in het algemeen niet veel mensen op straat zijn. De politie was enkele minuten na de melding van de inbraak al ter plaatse. [aangeefster] zag de man wegrennen richting het station en de politie hield verdachte aan de andere kant van het station staande. Het door [aangeefster] doorgegeven signalement komt overeen met verdachte en zijn kleding ten tijde van de staandehouding. Daar komt bij dat [aangeefster] verdachte op de foto die door verbalisant van verdachte was gemaakt voor 100% herkende als de persoon die kort daarvoor in de woning was geweest. De rechtbank concludeert daarom dat verdachte de persoon was die [aangeefster] in de woning heeft gezien en de zakdoekjes heeft weggenomen.
De rechtbank acht daarom het primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
ten aanzien van parketnummer 05-137458-23 [7]
feit 1
[benadeelde 3] heeft verklaard dat hij op 27 mei 2023 tussen 03:50 en 04:00 uur wakker werd van geluid in zijn woning aan de [adres 3] in Harderwijk. [benadeelde 3] liep naar beneden en zag een man staan van ongeveer 1.75 meter lang en 30 jaar oud met een getinte huidskleur, normaal postuur en kort zwart haar. De man droeg een zwarte regenjas. Ook [benadeelde 2] , de echtgenote van [benadeelde 3] , kwam beneden. [benadeelde 3] zag dat de man [benadeelde 2] sloeg met zijn vuisten. De man liep richting de hal en duwde de deur hard open. [benadeelde 3] viel samen met de man in een worsteling op de grond. Tijdens de worsteling werd [benadeelde 3] meerdere keren geslagen door de man. Hij heeft daardoor meerdere blauwe plekken op armen, billen en benen opgelopen en snijwonden op armen en ellebogen door het gebroken glas. [8]
[benadeelde 2] heeft verklaard dat de man heeft geslagen. De klap kwam aan de rechterkant van haar gezicht terecht. [9]
Nadat de man de woning verliet, bleek de portemonnee van [benadeelde 2] verdwenen. De portemonnee was bruin met geborduurde print en er zat onder andere 55 euro in. Deze portemonnee en de 55 euro zijn in een jas in een tuin aan het [adres 4] in Harderwijk terug gevondenop 27 mei 2023 . Een biljet van 5 euro was bebloed. In de portemonnee zaten meerdere pasjes op naam van [benadeelde 2] . [benadeelde 3] herkende de jas als de jas die de man had gedragen, het was een zwarte The North Face jas van een regenachtige gladde stof. [10] Later constateerde [benadeelde 3] dat er ook twee smartwatches en witte AirPods uit de woning misten. [11]
De jas, portemonnee en het 5 eurobiljet zijn bemonsterd en daaruit zijn DNA-profielen opgemaakt. Deze DNA-profielen zijn vergeleken met het DNA-profiel van verdachte. De conclusie van het NFI is dat de DNA-profielen elk meer dan 1 miljard keer
waarschijnlijker zijn wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [verdachte] dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige onbekende persoon (niet verwant aan verdachte). [12] De rechtbank neemt deze bevindingen over en maakt deze tot de hare. Gelet op de grote van de matchkans gaat de rechtbank ervan uit dat het aangetroffen DNA van verdachte afkomstig is.
De vraag die voorligt is of verdachte de persoon is die in de woning van [benadeelde 3] en [benadeelde 2] was. [benadeelde 3] heeft verklaard dat de man in de woning een zwarte regenjas droeg en dat de man de bruine portemonnee van [benadeelde 2] heeft meegenomen. Deze jas en de portemonnee zijn teruggevonden. Daarop zat het DNA van verdachte.
Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat verdachte de persoon is die in de woning van [benadeelde 3] en [benadeelde 2] is geweest. De rechtbank acht bewezen dat verdachte de woning is ingeslopen en de portemonnee met inhoud, smarthorloges en AirPods uit de woning heeft gestolen, welke diefstal gevolgd werd van geweld tegen [benadeelde 3] en [benadeelde 2] , welk geweld gepleegd is met het oogmerk om de vlucht mogelijk te maken of het bezit van het gestolene te verzekeren.
feit 2
In de telefoon van verdachte zijn spraakopnames van 8 april tot en met 31 mei 2023 aangetroffen, uitgewisseld tussen verdachte en een persoon genaamd [persoon] . Er is gezegd:
‘‘ [verdachte] : Broeder waarom ga je iPhone niet kopen?
[persoon] : Ik ga iPhone kopen, maar geen tablet, tabletten zijn duur?
Opmerking verbalisant: [verdachte] heeft foto's van een tablet gestuurd.
[verdachte] : Ik heb timmerman materiaal, ik kan je een foto sturen.
Opmerking verbalisant: [verdachte] heeft foto's van gereedschap zoals accuboormachines
gestuurd.
[persoon] : Broeder, hoe kan je ze alsjeblieft naar Brussel brengen? Als je ze naar
Brussel kan brengen naar Bussel, dan neem ik ze van je over.
[verdachte] : Ik kan ze naar je brengen vanuit Nederland, zonder doos rond negen, tien
uur.
[persoon] : ben je gek, wil je dat ze ons naar de gevangenis brengen? Dit moet overdag
gebeuren. Als je het overdag niet kan brengen, dan hoeft het niet.
[verdachte] : Ik heb ook een rood paspoort, wil je die
Opmerking verbalisant: [verdachte] heeft foto van het paspoort van aangever [aangever]
gestuurd.
[persoon] : Nee, nee, die niet? Doe maar toch, die neem ik van je over.
[verdachte] : Morgenochtend, breng ik alles voor je, broeder
[persoon] : Oké broeder, is goed
(..)
[persoon] : Broeder, maak foto's alsjeblieft, Ik geef je geen 400 Euro, die vriend van jou zei 400 euro, ik wil eerst foto's zien kunnen we praten.
[verdachte] : Oké, is goed. Ik heb ze verborgen in tas. Ik ga van alles een foto maken straks, als het donker wordt.
[persoon] : Bedankt broeder de [bijnaam] , Ik geef voor alles drie en half.
[verdachte] : Oké, ik spreek je morgen?.
[verdachte] : Neem je het paspoort over?
[persoon] : Nee dat paspoort heft niet. Dat heb k niet nodig?.
[persoon] : Als je iets kleins hebt, Ik weet dat je twee iPhone 's hebt. Als
je kleine Iphone's, pc's hebt, die neem ik over. Grote, heb ik niet nodig, die zwaar.
Opmerking verbalisant: [verdachte] heeft foto's van een Nintendo DS, Playstation met
controller gestuurd.
[verdachte] : Broder, ik heb Nintendo en PlayStation kaart.
[persoon] : Nee PlayStation kaart heb ik. Die tweede hoeveel wil je ervoor?
[verdachte] : Geef mij voor die twee 150, dan kan ik ze voor naar Brussel brengen. Ik ben
in Nederland.
[persoon] : Nee 150 is teveel. Ik geef je 100
[verdachte] : 100 is te weinig.
[persoon] : Meer dan 120 ga ik niet geven.
[verdachte] : Oke, geregeld. we ontmoeten elkaar bij [plaats 1] ?
[verdachte] : Ik ben nu in het café tegenover [plaats 1] .
[persoon] : Even wachten, er zijn veel verklikkers, over een poosje, kom ik bij. Er is
een chinees die hier rondloopt.
[verdachte] : Wil je alsjeblieft opschieten zodat ik terug kan naar Nederland. Ik heb
geen tijd.
Opmerking verbalisant: [verdachte] heeft foto's van een Iphone gestuurd.
[verdachte] : Dit is 14 Pro Max.
[persoon] : Hoeveel vraag je ervoor en neem het kaartje ook mee.
[verdachte] : Geef mij voor deze 320 Euro. Die is nieuw. 14 Pro Max.
[persoon] : neem het kaartje wat erbij hoort ook mee en ik trek 20 van dat bedrag af
[verdachte] : Er zit gaan kaartje bij. Dit is 14 Pro Max.
[persoon] : Voor deze geef ik 220 Meer dan dit, dan heb ik hem niet nodig.
[verdachte] : Als ik aangekomen ben, laat ik een boodschap achter? Over tweeënhalf uur
ben ik in Antwerpen?. Oké geregeld.
Opmerking verbalisant: [verdachte] heeft foto's van een elektrische fiets met fatbanden gestuurd.
[persoon] : Neem die mee en we ontmoeten elkaar in het cafe waar we elkaar eerder troffen.
[verdachte] : Ik wacht totdat ik wat geld heb. Ik zal het ticket van de fiets afhalen
zodat het niet opvalt voor de politie, anders zeggen ze dat het gestolen is.
[persoon] : Hoeveel vraag je hiervoor (na sturen van foto van de fiets)?
Opmerking verbalisant: [verdachte] heeft foto's van zijn dikke enkel gestuurd.
[verdachte] : Ik vraag 350,00 voor.
[persoon] : Beterschap en je gezondheid gaat voor. Nee deze prijs is teveel. Ik heb het
hier voor 200 genomen.
[verdachte] : Oké, is geregeld.’’ [13]
Verdachte heeft verklaard dat hij [persoon] goederen te koop heeft aangeboden. Van het paspoort en de iPhone wist hij dat het gestolen goederen betroffen. Verdachte heeft ook verklaard dat hij in [plaats 2] leefde van 60 euro leefgeld per week. [14]
[benadeelde 1] heeft verklaard dat zijn elektrische fiets van het merk Mate met oplader tussen 19 en 20 mei 2023 is gestolen uit zijn fietsenhok. Het rechter handvat had schade door een val en de stickerinformatie was afgekrabd. [benadeelde 1] heeft zijn fiets op de foto’s die door verbalisant naar hem zijn gestuurd, herkend. Deze foto’s zijn afkomstig uit de telefoon van verdachte. [15] [aangever] heeft verklaard dat zijn iPad in de nacht van 11 op 12 april 2023 is weggenomen uit zijn auto. Op de ‘’Zoek mijn’’-app heeft [aangever] gezien dat de iPad voor het laatst gesignaleerd is op [plaats 2] . [16] Dit is het asielzoekerscentrum waar verdachte verblijft.
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde feit ligt de vraag of verdachte wist dat de goederen die hij te koop aanbood afkomstig waren van diefstal. Ten aanzien van het paspoort en de iPhone heeft verdachte bekend dat hij dit wist. Ten aanzien van de elektrische fiets, iPad, accuboormachine en schuurmachine, Nintendo switch, en Playstation met controller geldt dat verdachte foto’s van deze goederen heeft gedeeld en deze te koop heeft aangeboden aan [persoon] . Ook heeft hij een foto van een elektrische Dualtron mini step naar [persoon] gestuurd. [17] Verdachte zegt verder in het gesprek dat hij het gereedschap zonder doos naar Brussel wil brengen, de goederen heeft verborgen in zijn tas, van alles een foto gaat maken als het donker is en ook dat hij de sticker van de fiets gaat halen zodat het niet opvalt voor de politie en dat ze anders zullen zeggen dat de fiets gestolen is. [persoon] zegt in de spraakopname onder meer ‘
’ben je gek, wil je dat ze ons naar de gevangenis brengen? Dit moet overdag gebeuren. Als je het overdag niet kan brengen, dan hoeft het niet‘’ en er is door [persoon] gepraat over verklikkers op station [plaats 1] in Brussel, waar verdachte en [persoon] hadden afgesproken voor de goederen. Daarnaast biedt verdachte de goederen telkens voor een bepaalde prijs aan, maar daalt veel en snel in de prijs. De fiets biedt hij bijvoorbeeld aan voor €350,-, maar nadat [persoon] zegt dat hij er €200,- voor wil geven gaat verdachte daarmee direct akkoord. Ook ten aanzien van de iPhone daalde verdachte van €320,- naar €220,- en voor de Nintendo en Playstationkaart van €150,- naar €100,-. Verdachte biedt al deze goederen, inclusief de goederen waarvan hij bekend dat deze van diefstal afkomstig zijn, aan dezelfde persoon te koop aan. Verder acht de rechtbank relevant dat het gaat om relatief dure goederen terwijl verdachte geen inkomen heeft.
Gezien het gehele feitencomplex acht de rechtbank bewezen dat verdachte van alle te koop aangeboden goederen minst genomen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat deze goederen van diefstal afkomst waren. Verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan opzetheling. Gezien de totale hoeveelheid van de goederen en de korte periode waarin de goederen werden verhandeld, wordt ook het gewoonte maken van die opzetheling bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05-105925-23 primair en het onder parketnummer 05-137458-23 feit 1 en feit 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
ten aanzien van parketnummer 05-105925-23 primair
hij op
of omstreeks23 april 2023 te Harderwijk, in een woning
en/of op een besloten
erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 2] , alwaar verdachte
zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een pak
tissues/zakdoekjes,
in elk geval enig goed,
dat/die
geheel of ten deleaan [moeder van aangeefster] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
ten aanzien van parketnummer 05-137458-23
1.
hij op
of omstreeks27 mei 2023 te Harderwijk omstreeks 04:00,
in elk gevalgedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning gelegen
op/aan de [adres 3] , een portemonnee (met inhoud) en
/oftwee smartwatches en
/ofAirPods,
in elk geval enig goed,
dat/die
geheel of ten deleaan [benadeelde 2] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/ofgevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweldtegen [benadeelde 3] en
/of[benadeelde 2] ,
gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om,bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de woning van die [benadeelde 2] en
/of[benadeelde 3] binnen te gaan/binnen te dringen en
/of
- die [benadeelde 2] te slaan
en/of te stompen op/tegen het hoofd,
althans het lichaamen
/of
- die [benadeelde 3] te slaan en
/of vast te grijpen op/aan het lichaam en/ofmet die [benadeelde 3] te worstelen;
2. primair
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 8 april 2023 tot en met 31 mei 2023 te Harderwijk,
althans in Nederland en/of België, meermalen,
althans eenmaal
- een tablet/iPad en
/ofeen paspoort van [aangever] en
/of
- een elektrische fiets (van het merk Mate) met oplader van [benadeelde 1] en
/of
-
een ofmeerdere gereedschappen (waaronder onder andere een accuboormachine en
/ofeen
schuurmachine) en
/of
- een iPhone en
/of
- een Nintendo Switch en
/of
- een Playstation met controller en
/of
- een elektrische Dualtron mini step,
althans een of meer goederen
heeft verworven, voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven ofhet voorhanden krijgen van
dat goed/die goederen (telkens) wist dat het
(een)door misdrijf verkregen goed
(eren
)betrof en hij aldus van het plegen van opzetheling een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van parketnummer 05-105925-23
primair:
diefstal, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt
Ten aanzien van parketnummer 05-137458-23
feit 1:
diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heter daad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning
feit 2 primair:
van het plegen van opzetheling een gewoonte maken

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat aan verdachte geen langere gevangenisstraf moet worden opgelegd dan de tijd dat hij in voorarrest zit. Indien aan verdachte wel een langere gevangenisstraf wordt opgelegd, dan heeft de raadsvrouw verzocht daarvan een deel voorwaardelijk op te leggen met als bijzondere voorwaarde onder meer behandeling voor de psychische problemen van verdachte. Meer subsidiair heeft de raadsvrouw bepleit dat de eis van de officier van justitie te fors is en niet in verhouding staat tot de feiten.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een insluiping met diefstal in een woning in de nacht. Nadien is verdachte weer ’s nachts een woning ingeslopen waarbij een ernstige vorm van geweld is gebruikt en diverse goederen van waarde zijn gestolen. Dergelijke insluipingen leveren niet alleen schade op, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy van de bewoners. Een woning is bij uitstek een plaats waar mensen zich veilig moeten kunnen voelen. Woninginsluipingen hebben een forse bijdrage aan de gevoelens van onveiligheid in de maatschappij in het algemeen en de slachtoffers in het bijzonder. Dat dit ook het geval was bij [aangeefster] , [benadeelde 3] en [benadeelde 2] is gebleken uit de vorderingen die zijn ingediend. Zij troffen verdachte allemaal midden in de nacht in hun woning aan. De 9-jarige dochter van [benadeelde 3] en [benadeelde 2] heeft PTSS opgelopen doordat zij verdachte zag worstelen met haar vader. Zij durft door het voorval niet meer alleen thuis te zijn en te slapen. Ook [aangeefster] heeft PTSS opgelopen doordat zij verdachte midden in de nacht heeft overlopen in de woning en ondergaat nog steeds psychische behandelingen.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het een gewoonte maken van opzetheling. Door zijn gedrag heeft verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendommen van een ander, in het bijzonder voor het paspoort van [aangever] . Met een gestolen paspoort kan immers identiteitsfraude worden gepleegd, wat voor veel schade en problemen voor de rechthebbende kan zorgen.
Verdachte is niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten. Wel is verdachte pas sinds februari 2023 in Nederland en heeft hij zich in die korte tijd al schuldig gemaakt aan drie misdrijven.
Uit het reclasseringsadvies van 12 oktober 2023 volgt dat aan verdachte een inreisverbod is uitgereikt en dat hij geen verblijfsrecht heeft in Nederland. De reclassering adviseert daarom om aan verdachte, ondanks zijn psychische problemen, geen bijzondere voorwaarden op te leggen. De NIFP psycholoog heeft gerapporteerd dat er bij verdachte sprake is van PTSS, een depressieve-stemmingsstoornis door een middel/medicatie en dat hij verslaafd is aan alcohol, medicatie en drugsgebruik. Tevens spelen er psychosociale factoren, te weten ongecompliceerde rouw en een acculturatieprobleem. Aangezien verdachte zegt zich het tenlastegelegde niet te herinneren, is het voor de psycholoog niet mogelijk om op een betrouwbare en valide wijze verbanden te leggen tussen zijn stoornissen en het tenlastegelegde. Tevens zijn er geen uitspraken te doen over de toerekeningsvatbaarheid.
De LOVS-oriëntatiepunten gaan voor insluiping in een woning uit van twee maanden gevangenisstraf. De rechtbank ziet in verschillende omstandigheden echter reden om de in het oriëntatiepunt genoemde straf fors te verhogen. Met name het feit dat de insluipingen in de nacht hebben plaatsgevonden, dat er bij één van de insluipingen geweld is gebruikt waarvan onder andere een 9-jarig kind getuige is geweest en dat de insluipingen binnen een maand na elkaar zijn gepleegd, terwijl verdachte de eerste keer al is overlopen, werkt aanzienlijk strafverhogend. Tot slot rechtvaardigt ook de grote hoeveelheid gestolen goederen, waaronder een paspoort, een fors hogere straf dan waarvan de oriëntatiepunten uit gaan. Ook voor de opzetheling is een gevangenisstraf gerechtvaardigd door de hoeveelheid goederen, de waarde van de goederen en het gewoonte maken van opzetheling.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 14 maanden passend en geboden. De rechtbank acht de feiten veel te ernstig om af te doen meteen gevangenisstraf, gelijk aan het voorarrest, zoals de raadsvrouw heeft bepleit. Een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden is niet uitvoerbaar gelet op de verblijfstatus van verdachte. Ondanks dat de psychische problemen van verdachte daartoe wel aanleiding zouden kunnen geven, zal de rechtbank daarom geen bijzondere voorwaarden opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

ten aanzien van parketnummer 05-105925-23
De benadeelde partij [aangeefster] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert €1.292,29,- aan materiële schade en €750,- aan immateriële schade, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de proceskosten kunnen worden toegewezen. De materiële schade kan worden toegewezen wat betreft het eigen risico voor 2024 tot een bedrag van €200,-. Voor het overige moet de benadeelde partij in de vordering tot materiële schade niet-ontvankelijk worden verklaard. De immateriële schade kan volledig worden toegewezen. De officier van justitie vraagt om toekenning van de wettelijke rente en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair moet de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de reiskosten omdat niet duidelijk is waarom er vanuit Zeist gereisd is voor de behandelingen, terwijl de woonplaats van [aangeefster] in Harderwijk is. Ten aanzien van de materiële schade is het eigen risico van 2023 onvoldoende onderbouwd en ten aanzien van het eigen risico voor 2024 is niet zeker dat de kosten gemaakt zullen worden en moet de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
Overweging van de rechtbank
Door de benadeelde partij worden de volgende kosten met betrekking tot de materiële schade gevorderd. De kosten voor de aanschaf van valeriaan en melatonine (€16,99,-) en de psychologische hulp bij [praktijk] (€310,-) zijn niet betwist. Deze bedragen komen redelijk voor en zullen dan ook worden toegewezen.
Ten aanzien van de kosten voor het eigen risico van 2023 (€187,60,-) heeft [aangeefster] gesteld dat zij het eigen risico van 2023 tot een bedrag van €187,60,- heeft gebruikt. Vast staat dat [aangeefster] psychologische hulp heeft ingeschakeld naar aanleiding van de insluiping. Dat is voldoende onderbouwd met een nota overzicht van 2023. Het bedrag van €187,60,- zal worden toegewezen. [aangeefster] heeft ook het bedrag van het eigen risico in 2024 gevorderd (€385,-). Dat gaat om toekomstige schade waarvan nog niet vast staat dat deze kosten gemaakt worden. Immers valt niet uit te sluiten dat het eigen risico in 2024 vanwege eerdere andere medische kosten betaald moet worden De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in deze post niet-ontvankelijk verklaren.
Ten aanzien van de reiskosten voor de psychologische behandelingen (€196,35,-) geldt dat een deel van de reiskosten zijn gemaakt vanuit Zeist. Niet is onderbouwd en duidelijk geworden waarom er door de benadeelde partij vanuit Zeist naar de behandelingen in Harderwijk is gereisd, terwijl deze posten wel zijn betwist. De benadeelde partij zal daarom wat betreft het gedeelte dat ziet op de reiskosten vanuit Zeist niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De overige reiskosten die vanaf het adres van benadeelde uit Harderwijk zijn gemaakt komen wel voor vergoeding in aanmerking. Een bedrag van €136,95,- (met een bedrag van €0,33,- per kilometer) zal daarom worden toegewezen. Het totale bedrag aan materiële schade dat zal worden toegewezen is €651,54,-. De materiële schade zal worden toegewezen met de wettelijke rente vanaf 6 november 2023. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2023 tot de dag der algehele voldoening.
De benadeelde partij heeft €750,- aan immateriële schade gevorderd. Vast staat dat aan de benadeelde partij door de bewezenverklaarde feiten immateriële schade is toegebracht in de vorm van aantasting in de persoon op andere wijze. [aangeefster] zag midden in de nacht een man in haar woning staan. Met stukken is onderbouwd dat [aangeefster] naar aanleiding van het incident is gediagnosticeerd met PTSS en daarvoor meerdere psychologische behandelingen heeft ondergaan. [aangeefster] is door het incident angstiger geworden in het donker en in haar woning. Tegen deze achtergrond brengen de aard en de ernst van de normschending en van de nadelige gevolgen daarvan voor [aangeefster] mee dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank acht een schadevergoeding van €750,- billijk. De immateriële schade zal worden toegewezen met de wettelijke rente vanaf 23 april 2023. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 april 2023 tot de dag der algehele voldoening.
ten aanzien van parketnummer 05-137458-23
feit 1
De benadeelde partij [benadeelde 3] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert €2.306,27,- aan materiële schade en €1.000,- aan immateriële schade, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert €2.306,27,- aan materiële schade en €1.000,- aan immateriële schade, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
De benadeelde partij [benadeelde 4] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert €2.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de materiële schade die door zowel [benadeelde 3] als [benadeelde 2] is gevorderd bij de [benadeelde 3] kan worden toegewezen, maar bij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. De vorderingen van de benadeelde partijen kunnen voor het overige worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente en de officier van justitie vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de materiële schadevordering van [benadeelde 3] voor het bedrag van het eigen risico kan worden toegewezen. [benadeelde 3] moet in de kosten voor de schade aan de woning niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat deze onvoldoende is onderbouwd. Niet is duidelijk geworden waarom er een bedrijf moest worden ingeschakeld om het bloed op te ruimen. Voor de immateriële schade van [benadeelde 3] en [benadeelde 2] heeft de raadsvrouw bepleit dat €1.000,- in verhouding tot het feit te fors is. Dat heeft de raadsvrouw ook bepleit ten aanzien van de immateriële schadevordering van €2.500,- voor [benadeelde 4] .
Overweging van de rechtbank
[benadeelde 3]
Ten aanzien van de vordering van [benadeelde 3] voor de materiële schade zijn de kosten voor het eigen risico van de weggenomen goederen (€100,-) niet betwist. Ook de reis- en verletkosten (€31,07,-) zijn niet betwist. Deze bedragen komen redelijk voor en kunnen dan ook worden toegewezen.
Ten aanzien van de kosten voor de schade aan de woning (€2.175,20,-) overweegt de rechtbank als volgt. Deze kosten bestaan aan schade aan de deurklinken (€96,79,-), schade aan het glas en herstel van stuc- en verfwerk (€1.698,62,-) en kosten voor het reinigen van de vloer (€379,79,-). Niet is betwist dat deze schade is ontstaan als gevolg van de insluiping en geweld dat is gebruikt tegen [benadeelde 3] en [benadeelde 2] . Uit de aangifte blijkt dat het glas uit de deuren is gesprongen als gevolg van de worsteling met verdachte en dat daardoor ook het stuc- en verfwerk is aangetast en de deurklinken zijn beschadigd. Uit de aangifte is ook gebleken dat er veel bloed op de vloer lag als gevolg van het gesprongen glas. Anders dan de raadsvrouw heeft bepleit valt niet in te zien waarom het de benadeelde partij niet vrij staat om voor het schoonmaken een bedrijf in te schakelen. De schade aan de woning ad €2.175,20,- is voldoende onderbouwd en komt de rechtbank redelijk voor, zodat deze post volledig zal worden toegewezen. Het totale bedrag aan materiële schade dat zal worden toegewezen is €2.306,27,-. De materiële schade zal worden toegewezen met de wettelijke rente vanaf 8 november 2023. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 november 2023 tot de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 3] heeft daarnaast €1.000,- aan immateriële schade gevorderd. Vast staat dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht in de vorm van lichamelijk letsel. [benadeelde 3] is meerdere keren geslagen door verdachte en had meerdere snijwonden en blauwe plekken als gevolg van de worsteling. Ook is er bij [benadeelde 3] sprake van psychisch leed in de vorm van nachtmerries. Het was voor [benadeelde 3] een traumatische ervaring om in zijn eigen woning een man te overlopen die fors geweld gebruikte. Daarbij was [benadeelde 3] naakt tijdens het incident, wat hem extra kwetsbaar maakte. Het was voor [benadeelde 3] ook zeer pijnlijk dat zijn kinderen het gevecht hebben moeten zien. Gelet op de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor [benadeelde 3] staat vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde feit ook immateriële schade is toegebracht in de vorm van aantasting in de persoon op andere wijze. Een bedrag van €1.000,- komt de rechtbank dan ook redelijk voor. De gevorderde schade zal dan ook worden toegewezen. De immateriële schade zal worden toegewezen met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2023. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2023 tot de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 2]
Ten aanzien van de vordering van [benadeelde 2] zijn de kosten voor de schade aan de woning (€2.175,20,-) en het eigen risico (€100,-) al toegewezen aan [benadeelde 3] . [benadeelde 2] zal daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. De gevorderde reis- en verletkosten (€169,22,-) zijn niet betwist. Deze kosten komen de rechtbank redelijk voor en zijn voldoende onderbouwd en zullen dan ook worden toegewezen. De materiële schade zal worden toegewezen met de wettelijke rente vanaf 8 november 2023. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 november 2023 tot de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 2] heeft daarnaast €1.000,- aan immateriële schade gevorderd. Vast staat dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht in de vorm van lichamelijk letsel. [benadeelde 2] heeft een klap tegen haar hoofd gekregen van verdachte en dat veroorzaakte pijn. Ook is er bij [benadeelde 2] sprake van psychisch letsel naar aanleiding van de insluiping met geweld. De gevoelens van angst en onveiligheid zijn bij benadeelde lang gebleven. Zij sliep slecht en dacht verdachte op straat te zien. Gelet op de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor [benadeelde 2] staat vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde feit ook immateriële schade is toegebracht in de vorm van aantasting in de persoon op andere wijze. Een bedrag van €1.000,- komt de rechtbank dan ook redelijk voor. De gevorderde schade zal dan ook worden toegewezen. De immateriële schade zal worden toegewezen met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2023. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2023 tot de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 4]
Namens [benadeelde 4] is €2.500,- aan immateriële schadevergoeding gevorderd. [benadeelde 4] was als 9-jarig meisje getuige van een gewelddadige insluiping in de nacht. Ze heeft verdachte in worsteling gezien met haar vader toen ze bovenaan de trap stond. Hierdoor heeft [benadeelde 4] angsten ontwikkeld, ze durft sinds het incident niet meer alleen thuis te zijn en ook niet alleen te slapen. [benadeelde 4] heeft naar aanleiding van het incident EMDR-traumabehandeling en cognitieve gedragstherapie gevolgd. Er is ook PTSS bij haar vastgesteld en ze ondergaat nog steeds psychische behandeling. Dit is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd met stukken, zoals het behandelplan GB-GGZ. Vast staat dan ook dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze. Het bedrag van €2.500,- komt de rechtbank gelet op het voorgaande redelijk voor. De gevorderde schade zal dan ook worden toegewezen. De immateriële schade zal worden toegewezen met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2023. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2023 tot de dag der algehele voldoening.
feit 2
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert €2.750,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd.
De verdediging heeft om dezelfde reden gevraagd de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
Overweging van de rechtbank
[benadeelde 1] heeft schade geleden doordat zijn fiets is gestolen. Doordat niet is bewezenverklaard dat verdachte de fiets heeft gestolen, heeft [benadeelde 1] geen rechtstreekse schade geleden vanwege het bewezenverklaarde feit. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

9.De beoordeling van het beslag

Standpunten
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van het beslag op het standpunt gesteld dat er een aantal goederen (Nike schoeisel, 5 eurobiljet, en een The North Face jas) gedeponeerd liggen bij de forensische afdeling van het Openbaar Ministerie, zodat daarover geen beslissing meer hoeft te worden genomen.
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen.
Overweging van de rechtbank
Dat de goederen bij de forensische afdeling van het Openbaar Ministerie gedeponeerd liggen betekent niet dat de goederen niet in beslag is genomen en er geen beslissing meer over deze in beslag genomen goederen hoeft te worden genomen. De rechtbank zal daarom beslissen dat de in beslag genomen goederen zullen worden teruggegeven aan verdachte dan wel de rechthebbende.
Het 5 eurobiljet (2984738) dient te worden teruggegeven aan [benadeelde 2] , nu uit de aangifte blijkt dat dit bedrag in haar portemonnee zat.
Het Nike schoeisel (2990588)en de The North Face Jas (2984742) zullen worden teruggegeven aan verdachte, nu geen strafvorderlijk belang zich meer tegen teruggave verzet.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 57, 311, 312 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf van
14 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
ten aanzien van parketnummer 05-105925-23
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangeefster] van €651,54 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij [aangeefster] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangeefster] , een bedrag te betalen van €651,54,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 13 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangeefster] van €750,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangeefster] , een bedrag te betalen van €750,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 15 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
ten aanzien van parketnummer 05-137458-23, feit 1 primair
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [benadeelde 3] , [benadeelde 2] en [benadeelde 4] van de volgende bedragen aan materiële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente
1. [benadeelde 3] €2.306,27,-november 2023
2. [benadeelde 2] €169,22,-november 2023
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente Gijzeling
1. [benadeelde 3] €2.306,27,-8 november 2023 33 dagen
2. [benadeelde 2] €169,22,-8 november 2023 3 dagen
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [benadeelde 3] , [benadeelde 2] en [benadeelde 4] van de volgende bedragen aan immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente
1. [benadeelde 3] €1.000,-mei 2023
2. [benadeelde 2] €1.000,-mei 2023
3. [benadeelde 4] €2.500,-mei 2023
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan immateriële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente Gijzeling
1. [benadeelde 3] €1.000,-mei 2023 20 dagen
2. [benadeelde 2] €1.000,-mei 2023 20 dagen
3. [benadeelde 4] €2.500,-mei 2023 35 dagen
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen in deze procedure hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
ten aanzien van van parketnummer 05-137458-23, feit 2
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
beslag
 gelast de teruggave van het 5 eurobiljet (2984738) aan de rechthebbende [benadeelde 2] ;
 gelast de teruggave van het Nike schoeisel (2990588) en de The North Face Jas (2984742) aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. Yeniay-Cenik (voorzitter), mr. S.C.A.M. Janssen en mr. A.T.G. van Wandelen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.D. van Egdom, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 november 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023177940, gesloten op 25 april 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte, p. 30.
3.Het proces-verbaal van aanhouding, p. 12.
4.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 76.
5.Het proces-verbaal van aangifte, p. 31.
6.Het proces-verbaal van [moeder van aangeefster] , p. 42 en het proces-verbaal van aanvullend verhoor van [moeder van aangeefster] , p. 45.
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023349098, gesloten op 30 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
8.Het proces-verbaal van aangifte, p. 18-19.
9.Het proces-verbaal van aangifte, p. 52.
10.Het proces-verbaal van aangifte, p. 19-20.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 38.
12.Het NIFP-rapport DNA-onderzoek van 18 augustus 2023, p. 3 en 4 (
13.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 165-167.
14.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 november 2023.
15.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 169.
16.Het proces-verbaal van aangifte, p. 180-181.
17.Bijlagen van het proces-verbaal van bevindingen, p. 142-164.