ECLI:NL:RBGEL:2023:6545

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 november 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
96/226614-23 23-019914
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbeslagname van voertuig wegens herhaaldelijk rijden zonder geldig rijbewijs

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een beklagprocedure naar aanleiding van de inbeslagname van een voertuig van klager, die herhaaldelijk zonder geldig rijbewijs heeft gereden. Klager, geboren in 1968 op Saint Lucia, had zijn Saint Luciaans rijbewijs niet omgezet naar een Nederlands rijbewijs, ondanks dat hij daar zes maanden de tijd voor had na zijn verhuizing naar Nederland. Op 1 augustus 2023 werd zijn auto, een Ford Fiesta, in beslag genomen na eerdere waarschuwingen van de politie. Klager had op 23 mei 2023 en 17 juli 2023 al waarschuwingen ontvangen, maar negeerde deze en reed opnieuw zonder geldig rijbewijs. De rechtbank oordeelde dat klager meerdere waarschuwingen had gekregen en dat het niet onwaarschijnlijk was dat de strafrechter later zou overgaan tot verbeurdverklaring van het voertuig. Het beklag van klager werd ongegrond verklaard, omdat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van het voertuig. De rechtbank benadrukte dat klager bewust het risico op inbeslagname had genomen door door te rijden zonder geldig rijbewijs, ondanks de duidelijke waarschuwingen van de autoriteiten. De beslissing is openbaar uitgesproken en klager heeft de mogelijkheid om in cassatie beroep aan te tekenen bij de Hoge Raad binnen veertien dagen na betekening van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
parketnummer : 96/226614-23
raadkamernummer : 23-019914
datum : 29 november 2023
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klager] ,

geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
wonende aan de [adres] ,
raadsman: mr. R. van Maaren, advocaat in Arnhem,
hierna te noemen: klager, tevens beslagene en verdachte.

Feiten

Uit de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering blijkt dat op 1 augustus 2023 onder klager een personenauto, type Ford Fiesta, met kenteken [kenteken] , in beslag is genomen.

Procedure

Het klaagschrift is op 8 augustus 2023 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 15 november 2023 het klaagschrift in openbare raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft klager, de raadsman en de officier van justitie op zitting gehoord.

Beklag

Het beklag strekt tot teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp.
Door en namens klager is aangevoerd dat klager tot 2 december 2022 op Saint Lucia woonde. Nadat hij naar Nederland kwam, had hij zes maanden om zijn Saint Luciaans rijbewijs om te zetten naar een Nederlands rijbewijs. Hij merkte pas dat zijn rijbewijs was verlopen nadat hij op 23 mei 2023 staande was gehouden, toen hij overigens niet reed. Zijn ex-partner heeft contact gelegd met de RDW, die zou hebben aangegeven dat hij wel mocht rijden. Vanwege relatieproblemen is de termijn van zes maanden verlopen zonder dat het rijbewijs is omgezet. Op 17 juli 2023 is klager wederom staande gehouden. Hij erkent toen te hebben gereden, maar heeft toen geen bekeuring gekregen en is enkel gewaarschuwd door de verbalisant. Hij erkent een risico te hebben genomen door op 1 augustus 2023 opnieuw te rijden, maar hij had enkel een geldboete verwacht. Hij zou de auto, waarvan de waarde tussen de € 1.000 en de € 1.500 ligt, graag willen verkopen om de boetes te betalen.
Bovendien is geen sprake van een herhaalde veroordeling, waardoor vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de rechtmatigheid van de inbeslagname. Klager is een first offender, dus dient volgens de ‘Aanwijzing inbeslagneming’ tot directe teruggave van het voertuig te worden overgegaan. Er kan geen sprake zijn van verbeurdverklaring, dus dient het klaagschrift gegrond te worden verklaard.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie verzet zich tegen teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan klager omdat het belang van strafvordering zich daartegen verzet. Op de website van de RDW is te lezen dat een Saint Luciaans rijbewijs niet kan worden omgezet naar een Nederlands rijbewijs. Hij had opnieuw rijexamen moeten doen. Daarnaast is hij tweemaal gewaarschuwd en is de auto pas bij het derde contact met de politie in beslag genomen. Gelet op die omstandigheden is er een grote kans op recidive en is het bovendien niet hoogst onwaarschijnlijk dat het voertuig door de strafrechter zal worden verbeurd verklaard. Het klaagschrift dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

Beoordeling

Het beklag is schriftelijk gedaan en ingediend binnen twee jaren na inbeslagneming. Klager is daarom ontvankelijk in het beklag.
De rechtbank is aan de hand van de haar ter beschikking staande gegevens nagegaan of een ander dan klager als belanghebbende moet worden aangemerkt. Hiervan is de rechtbank niet gebleken.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechtbank niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
In geval van een beklag tegen een op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering gelegd beslag dient de rechtbank eerst te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert. In dat geval wordt geen teruggave gelast.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave als het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer dat voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen, -ook in een zaak betreffende een ander dan klager-, wanneer dat voorwerp kan dienen om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen of als niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of de onttrekking aan het verkeer van dat voorwerp zal bevelen.
Uit de stukken en hetgeen in raadkamer is besproken, is het volgende gebleken.
Klager was ten tijde van de inbeslagname in het bezit van een Saint Luciaans rijbewijs dat per 6 september 2022 zijn geldigheid had verloren. Uit vrij toegankelijke informatie op de website van de RDW volgt dat Nederland rijbewijzen uit Saint Lucia niet erkent en dat dergelijke rijbewijzen daarom niet kunnen worden omgezet naar een Nederlands rijbewijs. Klager had derhalve zijn rijbewijs niet kunnen omzetten naar een Nederlands rijbewijs en had, om een geldig rijbewijs te kunnen bemachtigen, opnieuw theorie- en praktijkexamen moeten afleggen. Klager stelt dat hij van de RDW en een andere (niet nader genoemde) instantie heeft begrepen dat hij met zijn verlopen rijbewijs wel degelijk mocht rijden. Het bewijs hiervoor staat echter op de telefoon van zijn ex-partner en is door klager niet overgelegd. Naar het oordeel van de rechtbank is deze verklaring van klager niet alleen onvoldoende onderbouwd, maar is het ook volstrekt ongeloofwaardig dat een Nederlandse overheidsinstantie dergelijke informatie aan klager zou verschaffen. Hoewel klager heeft aangegeven niet veel kennis te hebben van computers en internet, had het in dit geval op zijn weg gelegen om, al dan niet met hulp, duidelijke informatie te zoeken over de procedure met betrekking tot zijn rijbewijs.
Klager is op 23 mei 2023 door de politie – nadat zij hem hadden gewezen op zijn verlopen rijbewijs – gewaarschuwd dat hij daarmee niet mocht rijden in Nederland. Hem is tevens aangezegd dat bij een volgende overtreding het voertuig in beslag zou worden genomen. Uit de formulering hiervan rijzen bij de rechtbank twijfels over de verklaring van verdachte dat hij op die bewuste datum niet heeft gereden, omdat anders geen sprake zou zijn van een ‘volgende’ overtreding.
Op 17 juli 2023 is klager staande gehouden terwijl hij het voertuig bestuurde. Uit het proces-verbaal van dit voorval blijkt dat klager op de hoogte was van de eerdere waarschuwing. De politie heeft toen klaarblijkelijk gekozen om het voertuig niet in beslag te nemen, maar klager wederom te waarschuwen dat hij zonder een geldig Nederlands rijbewijs geen auto mocht besturen. Op 1 augustus 2023 is klager opnieuw aangetroffen terwijl hij een voertuig bestuurde. Daarmee is er sprake van recidive zodat ook conform de Aanwijzing beslag inbeslagneming in de rede lag.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft klager meerdere waarschuwingen gekregen én is hem mondeling toegezegd dat hij bij herhaald plegen het risico liep dat zijn voertuig in beslag zou worden genomen. Door deze waarschuwingen in de wind te slaan en alsnog te gaan rijden, heeft klager niet alleen bewust het risico op inbeslagname genomen, maar heeft zich weinig gelegen laten liggen aan de eisen die de Nederlandse overheid aan de verkeersveiligheid stelt. Zoals door de officier van justitie terecht opgemerkt is het niet zonder reden dat Nederland rijbewijzen uit Saint Lucia niet erkent. Al met al is het niet hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter, later oordelend, zal overgaan tot verbeurdverklaring van het voertuig. De waarde van het voertuig is niet dusdanig hoog dat dit tot een andere beslissing noopt.
Het beklag zal daarom ongegrond worden verklaard.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart het beklag ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. F.J.H. Hovens, rechter, in tegenwoordigheid van
mr. T.F.R. Litan, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2023.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beslissing.