Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 16 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van het CBR
- de pleitnota van [gedaagde sub 1]
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“(…) zodra de dagvaarding voor het aangekondigde Kort Geding bij [gedaagde sub 2] aan de voordeur wordt afgegeven”camerateams naar de woonadressen van vijf medewerkers van het CBR zullen worden gestuurd om hen bij hun voordeur te bevragen over
“hun rol in de angstcultuur bij het CBR”. Nadat de dagvaarding aan [gedaagde sub 2] is uitgebracht is op [naam website 1] een artikel gepubliceerd met als kop:
“Ultimatum Kort Geding voorbij!”Volgens dit artikel beschouwt de redactie van [naam website 1] de dreiging met een kort geding als pure intimidatie en belemmering van de persvrijheid en zal zij direct na ontvangst van de dagvaardingen starten met de bevraging van ‘de Vijf” buiten het CBR terrein. Met ‘de Vijf” doelt [naam website 1] op vijf examinatoren van het CBR waarvan een portretfoto bij het artikel staat vermeld.
“(…) Na afloop van de werkdag stond [gedaagde sub 1] , of één van zijn compagnons, ons weer op te wachten, om vervolgens iemand uit te kiezen die hij ging achtervolgen richting huis. (…)”
“Dit gedrag is zeer intimiderend en geeft stress. De spanning om wat we zouden aantreffen op ons werk en de stress die het geeft omdat je naar je huis gevolgd zou kunnen worden, was niet meer werkbaar. (…)”