ECLI:NL:RBGEL:2023:6443
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in strafvervolging wegens tijdsverloop en beperkte beschuldiging
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, waarbij de officier van justitie niet-ontvankelijk is verklaard in de strafvervolging. De zaak betreft een beschuldiging van valsheid in geschrifte en het gebruik van valse documenten, die zich uitstrekt over een periode van meer dan twee jaar, van 1 januari 2011 tot en met 24 november 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een aanzienlijk tijdsverloop is geweest tussen de gebeurtenissen en de dagvaarding in 2022, wat de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in twijfel trekt. De rechtbank heeft overwogen dat de oorspronkelijke beschuldiging van arbeidsuitbuiting in 2018 is geseponeerd en dat de tenlastelegging in de huidige zaak slechts een relatief klein onderdeel van deze eerdere beschuldiging betreft. De rechtbank concludeert dat geen redelijk handelend lid van het Openbaar Ministerie in 2022 nog tot dagvaarden had kunnen overgaan, gezien het beperkte belang van de beschuldiging en het grote tijdsverloop. Daarom is de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging.