ECLI:NL:RBGEL:2023:6442
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in strafvervolging wegens tijdsverloop en beperkte beschuldiging
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak waarbij de officier van justitie de verdachte had gedagvaard voor een aantal ernstige beschuldigingen, waaronder valsheid in geschrifte en het gebruik van valse documenten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in de strafvervolging. Dit oordeel is gebaseerd op het aanzienlijke tijdsverloop sinds de eerste doorzoeking bij de verdachte in 2013 en de daaropvolgende ontwikkelingen in de zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oorspronkelijke beschuldiging van arbeidsuitbuiting in 2018 is geseponeerd en dat de latere beschuldigingen van minder gewicht zijn. De rechtbank concludeert dat geen redelijk handelend lid van het Openbaar Ministerie in 2022 nog tot dagvaarden had kunnen overgaan, gezien het beperkte belang van de beschuldigingen en het lange tijdsverloop. De beslissing om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren, is genomen om te waarborgen dat de rechtsgang eerlijk en rechtvaardig blijft, vooral gezien de impact van het lange proces op de verdachte.