Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
18 maart 2024.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 18 september 2023 een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, namelijk dementie. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft een machtiging voor de duur van zes maanden, zoals bedoeld in de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet bereid was om te worden gehoord en dat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden zonder haar aanwezigheid, na een chaotische situatie waarbij de cliënt zich verzet tegen de opname.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de cliënt ernstig nadeel ondervindt door haar aandoening, wat leidt tot risico's zoals ernstig lichamelijk letsel, psychische schade voor anderen, en ernstige verwaarlozing. De echtgenoot van de cliënt, die de zorg op zich neemt, is overbelast geraakt en kan de zorg niet langer alleen dragen. De rechtbank concludeert dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om dit te realiseren.
De rechterlijke machtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 18 maart 2024. De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de emotionele impact van de situatie op de familie van de cliënt en heeft hen uitgelegd dat de wet vereist dat de rechter de cliënt zelf hoort voordat een beslissing kan worden genomen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.