ECLI:NL:RBGEL:2023:6313

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
20 november 2023
Zaaknummer
C/05/415876 / HZ ZA 23-65
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake aanneemovereenkomst en schadevergoeding na opzegging door opdrachtgever

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een opdrachtgever en een aannemer over een aanneemovereenkomst. De opdrachtgever, [eis.conv./verw.reconv.], had op 1 november 2021 een woonboerderij gekocht en een overeenkomst gesloten met [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] voor renovatiewerkzaamheden. Na een conflict over de voortgang van de werkzaamheden heeft de opdrachtgever op 13 mei 2022 de bouw stilgelegd, wat door de aannemer werd opgevat als een opzegging van de overeenkomst. De opdrachtgever vorderde in conventie onverschuldigde betalingen en schadevergoeding, terwijl de aannemer in reconventie betaling vorderde voor de werkzaamheden die zij had verricht.

De rechtbank oordeelde dat de opdrachtgever de overeenkomst inderdaad had opgezegd en dat de aannemer niet in verzuim was geraakt. De rechtbank stelde vast dat de opdrachtgever een bedrag van € 96.806,66 onverschuldigd had betaald en dat de aannemer gehouden was tot schadevergoeding van € 20.767,94. Daarnaast werd de aannemer veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en deskundigenkosten. De vorderingen in reconventie van de aannemer werden afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat de aannemer geen recht had op betaling voor de werkzaamheden die niet naar behoren waren uitgevoerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke communicatie en documentatie in contractuele relaties, vooral bij geschillen over de uitvoering van werkzaamheden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/415876 / HZ ZA 23-65
Vonnis van 22 november 2023
in de zaak van
[eis.conv./verw.reconv.],
wonende te [plaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie
advocaat mr. I.L. Conijn te Doetinchem,
tegen
[ged.conv./eis.reconv.], handelende onder de naam [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] ,
wonende te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. E.F.E. van Essen te Apeldoorn.
Partijen zullen hierna [eis.conv./verw.reconv.] en (in vrouwelijk enkelvoud) [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 14 juni 2023
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 3 oktober 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft op 1 november 2021 een woonboerderij (hierna ook: de woning) met bijgebouwen in het buitengebied bij [adres+plaats] gekocht. De verkopende makelaar heeft in zijn brochure bij het bouwjaar vermeld:
“vanaf 1791 (meerdere bouwjaren)”.
2.2.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] is het bedrijf van [ged.conv./eis.reconv.] .
2.3.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft op 11 oktober 2021 op ‘Werkplan’ een opdracht geplaatst voor
“Huisrenovatie: De gehele woning”.Namens [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft [betrokkene 1] , een oom van [ged.conv./eis.reconv.] , hierop gereageerd. Na aankoop van de woning hebben [betrokkene 1] , [eis.conv./verw.reconv.] en diens partner een rondgang door de woning gemaakt en besproken welke werkzaamheden door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] verricht zouden moeten worden.
2.4.
Aan de hand van dit bezoek heeft [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] op 22 december 2021 een offerte aan [eis.conv./verw.reconv.] uitgebracht voor een bedrag van € 202.644,75 inclusief BTW. In de offerte staat:
“Wat wij niet doen in deze offerte: alle sloopwerkzaamheden, schilderwerk, dak, dakriet, kozijnen, raamwerk. Deze is voor de klant.”
[eis.conv./verw.reconv.] heeft dit aanbod geaccepteerd. Daarnaast is meerwerk overeengekomen, zodat de totale aanneemsom sluit op een bedrag van € 254.000, inclusief BTW.
2.5.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] is op 24 januari 2022 met de werkzaamheden begonnen. De werkzaamheden werden aanvankelijk verricht door [betrokkene 1] . Vanaf februari 2022 is [betrokkene 2] , broer van [ged.conv./eis.reconv.] , werkzaam geweest in en aan de woning.
2.6.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft op 24 maart 2022 [betrokkene 3] (hierna ook: [betrokkene 3] ) in de arm genomen als bouwkundig adviseur. [betrokkene 3] heeft op 28 maart 2022 de woning bezocht. In een e-mail heeft hij [eis.conv./verw.reconv.] geïnformeerd over zijn bevindingen en de afspraken die hij met [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft gemaakt.
2.7.
Van de aanneemsom van € 254.000,00 had [eis.conv./verw.reconv.] medio mei 2022 € 237.000,00 betaald.
2.8.
In een e-mail van 10 mei 2022 heeft [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] [eis.conv./verw.reconv.] onder meer meegedeeld dat op vrijdag 13 mei 2022 een afvalcontainer zou worden geplaatst en dat op 14 mei 2022 een deel van de vloer gesloopt zou worden. [eis.conv./verw.reconv.] heeft die vrijdag [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] gevraagd pas op de plaats te maken met de werkzaamheden. [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft dit geweigerd, waarna [eis.conv./verw.reconv.] de bouw heeft stilgelegd.
2.9.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft bij e-mail van 13 mei 2022 om 5.26 PM [eis.conv./verw.reconv.] bericht:
“(…) Doormiddel van deze mail wil ik graag aangeven dat de opdrachtgever genaamd [eis.conv./verw.reconv.] Mooiman de bouw op 13-05-2022 per direct heeft stopgezet tot nader toelichting en besluit.
De bouwstop is niet ingang gezet door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] . De bouwwerkzaamheden zijn per direct uit de planning gehaald. (…)”
2.10.
Op maandag 16 mei 2022 heeft [eis.conv./verw.reconv.] [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] het volgende voorgelegd:
“(…) Eind van de dag op vrijdag 13 mei, 2022 is de bouw stil gelegd. Hier zijn 4 opties voor [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] op te kieze hoe we verder gaan.
Optie 1: Drag it out
Ik stuur alle documentatie naar maar mijn advocaat. We laten de wet bepalen wat er gebeurt. (…) [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] geeft toestemming aan [eis.conv./verw.reconv.] en [betrokkene 4] om zelf de werkzaamheden voort te zetten per 18 mei, 2022
Optie 2: Fast Finish
Gebaseerd op facturen, banktransacties zal een cash bases berekening gemaakt worden om te zien hoeveel geld er over is. Werkzaamheden die al gedaan zijn maar niet voldoen aan de bouw standaard en opnieuw gedaan moeten worden niet betaald (…). Mijn huidige calculatie die nog niet af is wijst op een teruggave door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./verw.reconv.] en [betrokkene 4] van ongeveer 175,000 euro. Dit bedrag kan nog hoger uitvallen door kosten voor herstelwerkzaamheden die nog niet berekend zijn. (…)
Optie 3: Neutral Party
We huren voor 12:00 20 mei, 2022 een neutrale evaluator om te waarderen wat de waarde van het verrichte werk is (…).
Optie 4: Finish the job
Onder de volgende voorwaarden kan [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] per 18 mei de bouw weer opstarten.
1. Alles wordt pér bouwstandaard of industriestandaard gedaan en hersteld. [eis.conv./verw.reconv.] bevoegd [betrokkene 3] om met een ervaren en officieel opgeleide vertegenwoordiger van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] te bepalen wat de bouw of industriestandaard is. [betrokkene 2] is niet ervaren en opgeleid op dit gebied en [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] zal hiervoor een andere project manager op dit project moeten zetten.
2. Alle materiaal wordt door Bashiir goedgekeurd voordat het gekocht wordt.
3. Alle bouwwerkzaamheden zullen duidelijk, schriftelijk en met schetsen geleverd worden voor goedkeuring aan Bashiir voordat ze gestart worden.
4. De bouw stop begon eind van de werkdag op vrijdag 13 mei, 2022. De bouw kan hervatten per 18 mei. Dit betekend de bouw stop was voor 2 dagen. Ter compensatie wordt de oplevering verlengd van 30 Juni, 2022 naar 8 Juli, 2022. Dit is een bouw verlenging van 6 werkdagen.
5. Een gedetailleerde planning voor alle werkzaamheden vanaf 18 mei tot en met 8 juli, 2022 wordt
aangeleverd voor 12:00 op 20 mei, 2022. Deze planning mag wekelijks aangepast worden met goedkeuring van [betrokkene 3] .
6. Indien de werkzaamheden van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] niet zijn afgerond voor 8 juli, 2022 zal [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] vanaf 9 Juli 1,500 Euro storten op de rekening van [eis.conv./verw.reconv.] en [betrokkene 4] om alternatieve huisvesting te vinden. Elke 9de dag van de maand zal opnieuw 1,500 euro gestort worden. Betaling die te laat binnen komen zullen vergoed worden met 25 Euro per dag.
7. Kosten voor opslag en vertraging voor meubilair en trap die niet geleverd kunnen worden omdat
werkzaamheden niet afgerond zijn zullen door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] vergoed worden. Meubilair kan niet opgeslagen worden op het project adres terwijl het niet direct geïnstalleerd kan worden. Dit is om beschadiging te voorkomen.
8. Wekelijks zal er een werkvergadering plaatsvinden op het project adres. De eerste 30 minuten van de vergadering zal [eis.conv./verw.reconv.] enlof [betrokkene 4] aanwezig zijn en zal [betrokkene 3] betaald worden door [eis.conv./verw.reconv.] en [betrokkene 4] . Na 30 minuten hoeven [eis.conv./verw.reconv.] enlof [betrokkene 4] niet meer aanwezig te zijn en zal de rest van [betrokkene 3] 's tijd betaald worden door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] .
9. De warmtepomp en werkzaamheden die zijn verricht zullen terugbetaald worden door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] van 31,500 Euro voor 12:00 20 mei, 2022
10. De gehele vloer en vloerverwarming die gelegd is door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] zal verwijderd en hersteld worden. Nieuwe vloer zal op dezelfde manier en dezelfde hoogte gelegd worden als in de slaapkamer en kantoor beneden.
11. Alle herstelwerkzaamheden die nu nog onbekend zijn zullen door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] hersteld worden.
12. [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] geeft volledige, premium, no questions asked garantie voor 24 maanden vanaf oplevering. Alle garantie werkzaamheden zullen binnen 2 weken na aanmelding door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] gedaan worden.
13. Alle werkzaamheden (behalve isoleren van het dak aan de zuidkant boven de keuken) zijn gedaan.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] zal [eis.conv./verw.reconv.] enlof [betrokkene 4] niet vragen om werkzaamheden te verrichten voor
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] . (…)”
2.11.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft op 17 mei 2022 als volgt geantwoord:
“(…) Wij hebben jullie mail in goede orde ontvangen en willen hierop reageren:
Jullie hebben besloten de bouw stil te leggen terwijl wij diverse keren hebben aangegeven dit door te laten lopen nu de werkzaamheden voor het grootse gedeelte klaar zijn.
We hebben hieronder 2 mogelijkheden uitgewerkt, aan jullie de keus.
Optie 1: Drag it out:
Alle stukken mogen opgestuurd worden naar de advocaat. Wij als [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] hebben aan ons verplichtingen voldaan.
Optie 2: Fast Finish:
Gebaseerd op ons voortgangspercentage in verhouding met de aanneemsom + de resterende verrekeningen, zal [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] het resterend bedrag zoals hieronder gecalculeerd overmaken naar de Familie [eis.conv./verw.reconv.] .
Voortgangs percentage: 83.78%
Aanneemsom: € 254.130,25
Gefactureerd: € 236.866,76
Nog te factureren: € 17.263,49
Voorstel calculatie:
Voortgangspercentage 83.78% x € 254.130,25 = € 212910.40.
Resterend: € 41219.93
Nog te betalen factuur: € 41219.93 — 17.263,49
Resterend: € 23.956.44
Kosten i.v.m. stopzetten werkzaamheden + AK: € 11550,00
Resterend € 12.406.44
Indien [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] leegloopkosten ontvangt van de onderaannemers, dan zullen zij dit verhalen bij Familie [eis.conv./verw.reconv.] . (…)”
2.12.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft op 18 mei 2022 hierop als volgt gereageerd;
“(…) Zoals aangegeven in jullie laatste e-mail zijn jullie niet bereid om per mijn aanbod verder te gaan vanaf 18 mei, 2022. Jullie tegen aanbod is niet aanvaardbaar.
Zoals jullie hebben aangegeven is jullie tweede keuze om de wet het eindresultaat te
bepalen. In dat verband heb ik een afspraak gemaakt met mijn advocaat op aanstaande
maandag.
Totdat er een inventarisatie is gedaan mag er niks aangepast worden in het huis.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] zal schriftelijk op de hoogte gesteld worden wanneer jullie weer
toegang mogen krijgen. (…)”
2.13.
Bij brief van 30 mei 2022 heeft [eis.conv./verw.reconv.] [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] gesommeerd om onmiddellijk de werkzaamheden te hervatten en ononderbroken voort te zetten, zodanig dat uiterlijk op 30 juni 2022 het opgedragen werk, uitgevoerd volgens de overeenkomst en volgens de eisen van goed en deugdelijk werk gebruiksklaar kan worden opgeleverd.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft niet aan deze sommatie voldaan.
2.14.
In opdracht van [eis.conv./verw.reconv.] heeft [bedrijf 1] , onderdeel van [bedrijf 2] , op 28 juni 2022 de werkzaamheden aan de woning opgenomen. Het daarvan opgemaakte rapport (hierna ook: het [bedrijf 2 rapport] ) vermeldt dat
“(…) de expertise is uitgevoerd om inzicht te krijgen in de uitgevoerde werken, alsmede een opgave te doen van de geoffreerde, maar nog niet uitgevoerde werken aan onderhavige woning. (…)”Hoofdstuk ‘3 samenvattingen’ bestaat uit een opsomming van ‘onderdelen’ zoals ‘4.1 Bouwkundige kanalen’ en ‘4.2. Hellende daken’ met daarachter steeds bedragen, sluitend ‘totaal inclusief en BTW’ op een bedrag van € 226.548,30. De bedragen zien volgens het kopje op ‘Onderhoud (< 1 jaar)*1’ en staan ook vermeld onder het kopje ‘Totaal *1+2+3+4’.
2.15.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft een kort geding tegen [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] aanhangig gemaakt en gevorderd dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] binnen vijf werkdagen de werkzaamheden aan de woning hervat en ononderbroken voortzet. Bij op tegenspraak gewezen vonnis van 30 augustus 2022 is deze vordering afgewezen.
2.16.
Op 22 november 2022 heeft in opdracht van [eis.conv./verw.reconv.] een spoedplaatsopneming plaatsgevonden door de Raad van Arbitrage. Van die spoedopneming is een proces-verbaal opgemaakt. De stand van de werkzaamheden toen is vastgelegd op 300 foto’s.

3.De vordering in conventie

3.1.
[eis.conv./verw.reconv.] vordert -samengevat- dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] veroordeelt om aan [eis.conv./verw.reconv.] te betalen
primair:
I ten titel van onverschuldigde betaling een bedrag van € 96.806,66, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen ander bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
II ten titel van schadevergoeding een bedrag groot €187.305,99, zijnde de tot op heden gemaakte kosten in verband met herstel van gebrekkig uitgevoerde werkzaamheden, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen ander bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
III voor recht verklaart dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] toerekenbaar tekort geschoten is in de nakoming van zijn
verplichtingen voortvloeiend uit de tussen partijen gesloten overeenkomst en gehouden is de
dientengevolge door eiser geleden en nog te lijden schade, zijnde kosten in verband met het niet nakomen van de overeenkomst ten gevolge waarvan een derde is ingeschakeld, te vermeerderen met wettelijke rente en een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten, alles
nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vergoeden;
subsidiair:
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] veroordeelt aan [eis.conv./verw.reconv.] te betalen
IV ten titel van onverschuldigde betaling een bedrag van € 96.806,66, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen ander bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
V ten titel van schadevergoeding een bedrag groot €187.305,99, zijnde de tot op heden gemaakte kosten in verband met herstel van gebrekkig uitgevoerde werkzaamheden, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen ander bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van het
vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
in alle gevallen:
VI het niet-betwiste bedrag van € 16.334,54, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
VII een bedrag van € 3.303,98 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
VIII de door hem gemaakte deskundigenkosten tot een bedrag van € 5.348,33 en
IX [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] veroordeelt in de kosten van het geding en van het conservatoir beslag en daarbij op voorhand het nasalaris begroot op een bedrag van € 163,-- zonder betekening en € 248,— met betekening van het ten deze te wijzen vonnis, het totale bedrag aan proceskosten vermeerderd met de in artikel 119 van Boek 6 BW bedoelde wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis indien en voor zover deze niet binnen de termijn zijn voldaan.
3.2.
[eis.conv./verw.reconv.] baseert deze vorderingen in het licht van de vaststaande feiten primair op de stelling dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen en in verzuim is geraakt. De overeenkomst is niet ontbonden, maar geëindigd omdat partijen zich over en weer gedragen alsof zij niet langer tot elkaar in een contractuele verhouding staan. Er dient afgerekend te worden naar de stand van de werkzaamheden op het moment dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] van het werk is vertrokken. [eis.conv./verw.reconv.] heeft van de aanneemsom van € 254.000,00 al een bedrag van € 237.000,00 betaald. Gelet op de stand van het werk was € 96.806,66 daarvan onverschuldigd.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft een (groot) deel van de werkzaamheden niet naar behoren uitgevoerd. Nu zij te kennen heeft gegeven niet te zullen overgaan tot herstel, dienen die herstelwerkzaamheden door derden te worden verricht. De kosten daarvan worden begroot op een totaalbedrag van € 187.305,99.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft voorts schade geleden doordat een derde partij op korte termijn moest worden ingeschakeld om de werkzaamheden te voltooien en door de vertraging van de bouw. De volledige omvang van die kosten kunnen nog niet worden begroot, omdat de werkzaamheden aan de woning nog niet zijn voltooid.
Subsidiair heeft [eis.conv./verw.reconv.] aangevoerd dat voor zoveel zijn gedragingen hebben te gelden als een opzegging, er afgerekend moet worden op basis van artikel 7:764 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft erkend een bedrag van € 16.334,54 verschuldigd te zijn. De deskundigenkosten komen voor rekening van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] .

4.Het verweer in conventie

4.1.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] en met veroordeling van [eis.conv./verw.reconv.] in de buitengerechtelijke kosten ad € 1.974,00 en in de kosten van deze procedure.

5.De vordering in reconventie

5.1.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] vordert dat de rechtbank dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad [eis.conv./verw.reconv.] veroordeelt tot betaling van een bedrag aan [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] van € 19.903,17 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 13 mei 2022 tot de dag der
algehele voldoening en van een bedrag € 1.974,00 ten titel van buitengerechtelijke kosten, met veroordeling van [eis.conv./verw.reconv.] in de kosten van dit geding.
5.2.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] baseert deze vordering in het licht van de vaststaande feiten op het volgende. Uitgaande van een 90% voltooid bouwwerk heeft [eis.conv./verw.reconv.] een vordering van € 8.266,74 op [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] . Dat bedrag moet verrekend worden met de kosten die [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft gehad naar aanleiding van de voortijdige opzegging van de overeenkomst door [eis.conv./verw.reconv.] , zodat nog resteert te betalen door [eis.conv./verw.reconv.] een bedrag van € 19.903,17.

6.De beoordeling

In conventie

6.1.
Bij de beoordeling van de vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] is van belang of de overeenkomst door [eis.conv./verw.reconv.] is opgezegd, zoals [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] stelt en [eis.conv./verw.reconv.] betwist, dan wel of [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] het werk heeft verlaten, zoals [eis.conv./verw.reconv.] stelt en [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] betwist.
Zou er sprake zijn van opzegging door [eis.conv./verw.reconv.] dan moet hij volgens art. 7:764 lid 2 BW de voor het gehele werk geldende prijs betalen, verminderd met de besparingen die voor [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] als aannemer uit de opzegging voortvloeien. [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] behoudt dan aanspraak op de volledige winst over het gehele werk, dus ook over het niet uitgevoerde deel daarvan.
6.2.
Volgens [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft [eis.conv./verw.reconv.] de overeenkomst opgezegd. [eis.conv./verw.reconv.] betwist dat. Hij stelt dat hij de bouw alleen tijdelijk heeft stilgelegd en dat hij bevoegd was het werk op te schorten.
Vooropgesteld wordt dat van opschorting in de zin van artikel 6:52 BW hier geen sprake is geweest. [eis.conv./verw.reconv.] heeft immers niet de nakoming van zijn (betalings-)verplichting uit de overeenkomst opgeschort in afwachting van het nakomen van de verplichtingen uit de overeenkomst door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] .
De feitelijke gang van zaken en de correspondentie tussen partijen op en kort na 13 mei 2022 bieden meer steun aan de stelling van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] dat de overeenkomst is opgezegd door [eis.conv./verw.reconv.] dan voor de stelling van [eis.conv./verw.reconv.] dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] van het werk is weggelopen.
Vast staat dat partijen met [betrokkene 3] op 13 mei 2022 door de woning zijn gelopen en onvolkomenheden in de bouw hebben besproken. Op enig ogenblik heeft [eis.conv./verw.reconv.] [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] gevraagd pas op de plaats te maken. [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] was van plan dat weekend een deel van de vloer te slopen en [eis.conv./verw.reconv.] vreesde dat daarmee het probleem van de verkeerd gelegde vloerverwarming niet zou worden opgelost. [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] was niet bereid het werk stil te leggen. Zij had al toegezegd de vloerverwarming op haar kosten te zullen herstellen en drong erop aan haar het werk te laten afmaken. Bij de mondelinge behandeling heeft [eis.conv./verw.reconv.] verklaard dat hij in reactie daarop heeft gezegd: “Ga naar huis, we moeten hier verder over praten”. Naar het oordeel van de rechtbank kon en mocht [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] daaruit begrijpen dat zij van het werk werd gestuurd. Niet gebleken is dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] op eigen initiatief is vertrokken.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft als producties 7 en 8 verklaringen van 28 april 2023 in het geding gebracht van de loodgieter/installateur [betrokkene 5] en van de elektricien. Beiden verklaren dat zowel [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] als [betrokkene 3] hen op 13 mei 2022 heeft gezegd dat de bouw door [eis.conv./verw.reconv.] was stopgezet en dat zij al hun spullen moesten inpakken en het terrein moesten verlaten. De elektricien schrijft nog dat hij een paar dagen later [eis.conv./verw.reconv.] heeft gebeld met de vraag of hij het achtergebleven gereedschap mocht ophalen, wat werd geweigerd. [eis.conv./verw.reconv.] heeft een en ander niet weersproken. Weliswaar zijn deze verklaringen voor wat betreft de daarin beschreven stand van het werk op 13 mei 2022 onjuist of tegenstrijdig aan eerdere verklaringen, aanwijzingen dat zij ook voor wat betreft de gang van zaken op 13 mei 2022 onjuist zijn, ontbreken. De verklaringen bieden daarom steun aan de stelling van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] dat zij van het werk is gestuurd.
6.3.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft nog aangevoerd dat de bouw slechts tijdelijk was stilgelegd, maar dat blijkt niet uit het e-mailbericht van [eis.conv./verw.reconv.] aan [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] van 16 mei 2022. Daarin worden aan [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] vier opties voorgelegd waarvan de eerste drie neerkomen op beëindiging van de overeenkomst. De vierde optie houdt in dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] pas weer op het werk wordt toegelaten, als zij bereid is te voldoen aan een groot aantal voorwaarden. Zou de bouw zijn stilgelegd om het verhelpen van de geconstateerde gebreken te bespreken, zoals [eis.conv./verw.reconv.] stelt, dan had het op zijn weg gelegen [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] uit te nodigen om te overleggen over het verhelpen van die gebreken. Van een dergelijk voorstel is echter geen sprake geweest. Uit het e-mailbericht van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] van 17 mei 2022 blijkt dat zij niet bereid was te voldoen aan de voorwaarden die [eis.conv./verw.reconv.] stelde aan voortzetting van de werkzaamheden, maar dat zij kiest voor de eerste twee opties. Zou al gezegd kunnen worden dat de opzegging voorwaardelijk was, dan is zij door deze mededelingen van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] definitief geworden.
Eerst bij brief van 30 mei 2022 heeft (de advocaat van) [eis.conv./verw.reconv.] melding gemaakt van gebreken bij de bouw, wordt [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] verzocht die gebreken te corrigeren en wordt zij gesommeerd de werkzaamheden te hervatten. Omdat de overeenkomst toen echter al was beëindigd, was deze sommatie zinledig.
6.4.
Het oordeel dat [eis.conv./verw.reconv.] de overeenkomst heeft opgezegd, betekent dat moet worden nagegaan wat de stand van de werkzaamheden was op 13 mei 2022 en wat de besparingen zijn die voor [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] uit die opzegging voortvloeiden.
Voor wat betreft de stand van het werk heeft [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] in haar conclusie van antwoord gesteld dat het werk voor 90% af was. [eis.conv./verw.reconv.] heeft dit weersproken en daarbij gewezen op het [bedrijf 2 rapport] en het proces-verbaal van plaatsopneming door de Raad van Arbitrage. Ook heeft hij aangevoerd dat volgens het overzicht van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] op 10 mei 2022 49% van de werkzaamheden was voltooid.
De rechtbank zal uitgaan van de juistheid van dit overzicht en het voltooide werk op 13 mei 2022 begroten op 49%. Reden daarvoor is dat dit percentage van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] zelf afkomstig is en door haar slechts drie dagen voor de opzegging is berekend, toen zij nog geen rekening hield met (de mogelijkheid van) opzegging. [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft nadien, op 16 mei 2022, de stand van het werk gesteld op 83,78% en gaat in deze procedure uit van 90%. Als verklaring voor het verschil tussen haar berekening van 10 mei 2022 en van 16 mei 2022 heeft zij gegeven dat zij na de opzegging haar onderaannemers een precieze opstelling heeft laten maken van gereed werk. Op pagina 17 van de dagvaarding stelt zij evenwel dat deze opstelling neerkomt op 85,21%.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft het door haar gestelde percentage van 90% onderbouwd met verklaringen van de installateur van 14 augustus 2022 en de timmerman van 22 mei 2022 (productie 4). Nadien heeft zij nog een tweede verklaring van de installateur en een verklaring van de elektricien in het geding gebracht als productie 8. Uitgaande van de twee als eerste genoemde verklaringen, moet het percentage gereed werk eerder lager dan hoger dan 49% worden begroot.
De berekening van timmerman [betrokkene 6] van 22 mei 2022 komt neer op 83% gereed werk waar [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] op 10 mei 2022 uitging van 75%.
Volgens de opgave van loodgieter/installateur [betrokkene 5] van 14 augustus 2022 was op 13 mei 2022 70% van het werk klaar, terwijl [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] in de berekening van 10 mei 2022 uitgaat van 85%. Diezelfde [betrokkene 5] schrijft in zijn verklaring van 28 april 2023 dat de loodgieterswerkzaamheden al voor 95% verricht waren, maar aan deze latere verklaring gaat de rechtbank voorbij. Voor het verschil tussen 70 en 95% gereed werk is geen verklaring gegeven, terwijl uit de overgelegde foto’s niet blijkt dat het loodgieterswerk al nagenoeg gereed was.
Aan de verklaring van [betrokkene 7] van [bedrijf 3] van 28 april 2023 dat het werk op 1 of 2 schakelaars na voor 98% was opgeleverd, gaat de rechtbank eveneens voorbij. Niet alleen blijkt uit de foto’s bij het proces-verbaal van spoedplaatsopneming van de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen dat nog veel elektrawerk gedaan moest worden, ook kan het niet zo zijn dat nagenoeg alle schakelaars al gemonteerd waren, terwijl de muren nog gestuukt en betegeld moesten worden. 87% gereed installatiewerk zoals vermeld in het overzicht van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] van 10 mei 2022 komt aannemelijker voor.
Dat in de drie dagen tussen de opgave van 10 mei 2022 en de stopzetting van de bouw op 13 mei 2022 nog ongeveer 40% van de resterende werkzaamheden zou zijn verricht, is niet aannemelijk en dat blijkt ook niet uit de planning voor die week in productie 6 van [eis.conv./verw.reconv.] . Ook uit het [bedrijf 2 rapport] en het proces-verbaal van plaatsopneming door de Raad voor Arbitrage kan niet worden afgeleid dat het werk op 13 mei 2022 al voor 90% gereed was. De rechtbank zal gelet op dit alles uitgaan van 49% gereed werk op 13 mei 2022.
6.5.
Bij de berekening van het tussen partijen wegens de opzegging af te rekenen bedrag geldt het volgende. Een deel van de aanneemsom bestaat uit algemene kosten, winst en risico. De rechtbank zal voor algemene kosten uitgaan van 4% van de aanneemsom. [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft aangevoerd dat deze kosten circa 3 á 4% van de aanneemsom bedragen. In een voetnoot schrijft zij dat het percentage kan variëren van 5 tot 10%, afhankelijk van de grootte en de complexiteit van het werk, maar ze werkt dit verder niet uit. Omdat het hier om een kleinschalig project gaat met geen of nauwelijks bouwplaatskosten, rekent de rechtbank met 4% algemene kosten. Voor de risico-opslag gaat de rechtbank uit van 3%. Er bestaat geen aanleiding met leegloopkosten rekening te houden. Gesteld noch gebleken is dat partijen dit overeengekomen zijn en ook is niet komen vast te staan dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] dergelijke kosten heeft gehad. De winst zal op 10% gesteld worden, nu [eis.conv./verw.reconv.] zich niet heeft verzet tegen dit percentage. Uitgaande van 17% zogenaamde AKW-posten wordt de aanneemsom berekend op (€ 254.000,00 / 117) x 100 =) € 217.094,00. 49% daarvan is afgerond € 106.376,00.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] stelt dat ook nog in de afrekening betrokken moeten worden: bezorgd materiaal, terugbetaling aan [eis.conv./verw.reconv.] , schade door het terugnemen van tegels, uren besteed aan deze zaak door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] en meerwerk [betrokkene 6] de timmerman. Nadat [eis.conv./verw.reconv.] heeft betwist dat deze posten verrekend moeten worden, heeft [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] ze niet nader toegelicht of de verschuldigdheid daarvan nader onderbouwd. Zij zullen daarom buiten beschouwing worden gelaten.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft aan voorschotten in totaal een bedrag van € 237.000,00 betaald. Aan [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] komt toe een bedrag van € 106.376,00, zodat € 237.000,00 -/- 106.376,00= € 130.624,00 teveel is betaald. [eis.conv./verw.reconv.] heeft betaling van een bedrag van € 96.806,66 gevorderd. Omdat niet meer mag worden toegewezen dan gevorderd, zal de eerste vordering van [eis.conv./verw.reconv.] voor dit bedrag worden toegewezen.
6.6.
Over de vordering tot schadevergoeding wordt het volgende overwogen.
Hoewel in beginsel iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar verplicht de schade te vergoeden die zijn wederpartij daardoor lijdt, geldt die verplichting tot schadevergoeding in het geval nakoming nog mogelijk is, alleen als er sprake is van verzuim. Dat verzuim treedt in wanneer -kort gezegd- de wanpresterende partij in gebreke is gesteld waarbij hem een redelijke termijn voor nakoming is gesteld en die nakoming uitblijft. Een ingebrekestelling is echter niet nodig als uit een mededeling van de wederpartij kan worden afgeleid dat deze zal tekort schieten in de nakoming van de verbintenis. [eis.conv./verw.reconv.] heeft aangevoerd primair dat het verzuim is ingetreden doordat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] op 13 mei 2022 van het werk is vertrokken en meedeelde niet verder te willen werken. Subsidiair stelt hij dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] zowel mondeling als schriftelijk is gewezen op de tekortkomingen in het werk. Ook omdat zij nooit met een acceptabel plan is gekomen om de problemen met de vloer op te lossen, is [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] in verzuim geraakt, aldus [eis.conv./verw.reconv.] .
De stelling van [eis.conv./verw.reconv.] dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] van het werk is vertrokken en dat hij daaruit mocht begrijpen dat zij niet wilde nakomen, strandt op het oordeel dat [eis.conv./verw.reconv.] [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] en haar onderaannemers van het werk heeft gestuurd.
In de als productie 27 in het geding gebrachte correspondentie -waar [eis.conv./verw.reconv.] naar verwijst- kan geen ingebrekestelling gelezen worden. [eis.conv./verw.reconv.] klaagt daarin over fouten die door (de onderaannemers van) [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] zouden zijn gemaakt, maar hij stelt geen termijn waarbinnen die gebreken opgelost zouden moeten zijn of werkzaamheden verricht hadden moeten zijn. Pas bij brief van 30 mei 2022 is [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] in gebreke gesteld, maar dat was zinledig omdat de overeenkomst toen al was beëindigd door opzegging door [eis.conv./verw.reconv.] .
Voor wat betreft het grootste deel van de door [eis.conv./verw.reconv.] gestelde gebreken geldt dan ook dat niet is voldaan aan de voorwaarde dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] in verzuim is geraakt zodat [eis.conv./verw.reconv.] geen aanspraak kan maken op schadevergoeding.
Voor wat betreft de gebreken aan de vloer(verwarming) heeft [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] erkend dat deze onjuist is aangelegd en dat zij herstelkosten van ongeveer € 15.000,00 verschuldigd is. Dit bedrag moet volgens haar vermeerderd worden met een bedrag van € 1.267,94 voor drie binnenkozijnen. [eis.conv./verw.reconv.] heeft dit niet weersproken.
Een bedrag van € 4.500,00 ziet volgens [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] op onverschuldigd betaalde loodgieterskosten die gecrediteerd moeten worden. Overwogen wordt dat dit bedrag onderdeel is van het hiervoor onder 6.6. berekende bedrag. In de omstandigheid dat niet het gehele onverschuldigd betaalde bedrag kan worden toegewezen en [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] erkent dit bedrag verschuldigd te zijn, ziet de rechtbank aanleiding dit bedrag ten titel van schadevergoeding ten laste van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] te brengen.
6.7.
[eis.conv./verw.reconv.] vordert onder III onder meer voor recht te verklaren dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] gehouden is tot vergoeding van de schade, bestaande uit de kosten in verband met het niet nakomen van de overeenkomst ten gevolge waarvan een derde is ingeschakeld. Deze vordering stuit af op het oordeel dat de overeenkomst niet is geëindigd door ontbinding maar door opzegging door [eis.conv./verw.reconv.] en op het oordeel dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] niet in verzuim is geraakt. De gevorderde verklaring voor recht zal niet worden gegeven.
6.8.
Onder VI vordert [eis.conv./verw.reconv.] [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] te veroordelen tot betaling van het volgens hem niet betwiste bedrag van € 16.334,54. [eis.conv./verw.reconv.] stelt dat volgens [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] dit bedrag aan hem terugbetaald moet worden onder de voorwaarde dat de warmtepomp teruggegeven moet worden. Dit zou blijken uit confraternele correspondentie en uit de laatste eindafrekening van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] van 20 september 2022. [eis.conv./verw.reconv.] heeft deze stukken echter niet in het geding gebracht, zodat niet kan worden nagegaan of dit juist is.
[eis.conv./verw.reconv.] verwijst ook naar een e-mail van zijn advocaat van 4 januari 2023, maar daaruit kan de rechtbank niet opmaken op welke rechtsgrond [eis.conv./verw.reconv.] deze vordering baseert. In het bericht wordt melding gemaakt van het aanbod van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] om in het kader van een schikking een bedrag van € 16.334,54 aan [eis.conv./verw.reconv.] te betalen. De sommatie van [eis.conv./verw.reconv.] om dit bedrag te betalen verdraagt zich echter niet met de aankondiging dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] op korte termijn gedagvaard zal worden. Een schikking heeft immers juist tot doel verdere juridische actie te voorkomen. [eis.conv./verw.reconv.] heeft na betwisting door [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] deze vordering niet nader toegelicht, zodat zij als onvoldoende onderbouwd zal worden afgewezen.
6.9.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] heeft de vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] onder VII en VIII niet weersproken, zodat zij voor toewijzing gereed liggen. De wettelijke rente over deze posten zal worden afgewezen, nu gesteld noch gebleken is dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] in verzuim is geraakt met de betaling van deze kosten.
6.10.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] zal als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] worden begroot op:
- dagvaarding € 128,31
- vast recht 2.277,00
- salaris advocaat
7.473,00(3 punten × factor 1,0 × tarief € 2.491,00)
Totaal € 9.878,31
Bij de bepaling van het vast recht is rekening gehouden met het voor het beslag geheven griffierecht. Bij de bepaling van het salaris advocaat is een punt gerekend voor het beslagrekest. De explootkosten begroot de rechtbank op:
- betekeningsexploot 31 januari 2023 € 99,81
- exploot conservatoir derdenbeslag onder ABN-AMRO 267,41
- exploot conservatoir derdenbeslag onder [betrokkene 8] 269,85
-exploot conservatoir derdenbeslag onder [bedrijf 4] 273,83
- betekeningsexploot 3 februari 2023 90,94
- exploot conservatoir derdenbeslag onder [betrokkene 2] 269,85
- exploot conservatoir beslag onroerende zaak 230,54
- betekeningsexploot 16 februari 2023
90,94
€ 1.593,17
De gevorderde nakosten en rente zullen als niet weersproken worden toegewezen.
In reconventie
6.11.
De vordering in reconventie tot betaling van een bedrag van € 19.903,17 is gebaseerd op de hiervoor besproken en verworpen stelling van [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] dat het werk voor 90% gereed was. Afrekening naar de stand van het werk betekent dat [bedrijf ged.conv./eis.reconv.] niets meer te vorderen heeft van [eis.conv./verw.reconv.] uit hoofde van de aanneemovereenkomst. Afwijzing van haar vorderingen impliceert ook dat zij geen aanspraak kan maken op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
6.12.
[bedrijf ged.conv./eis.reconv.] is ook in reconventie in het ongelijk gesteld en wordt ook in die procedure in de kosten veroordeeld. Deze worden gesteld op € 2.491,00 (2 punten × factor 0,5 × tarief € 2.491,00).

7.De beslissing

De rechtbank
In conventie
7.1.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./verw.reconv.] te betalen het bedrag van € 96.806,66, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van dit vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
7.2.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./verw.reconv.] als schadevergoeding te betalen het bedrag van € 20.767,94, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van dit vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
7.3.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./verw.reconv.] aan buitengerechtelijke kosten te betalen het bedrag van € 3.303,98;
7.4.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./verw.reconv.] aan deskundigenkosten te betalen het bedrag van € 5.348,33;
7.5.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de kosten van deze procedure en de beslagkosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] gesteld op € 11.471,48, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van dit vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
7.6.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de nakosten aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] en begroot het nasalaris op een bedrag van € 163,-- zonder betekening en veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] voorwaardelijk, voor het geval hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving in der minne aan de in dit vonnis uitgesproken veroordeling voldoet en indien betekening plaatsvindt en noodzakelijk is, in de kosten van betekening, tot op heden begroot op € 68,-- voor salaris van de advocaat en de kosten van het betekeningsexploot, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van dit vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
7.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.8.
wijst af het meer of anders gevorderde,
In reconventie
7.9.
wijst de vorderingen af,
7.10.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de kosten van deze procedure tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] gesteld op € 2.491,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van dit vonnis tot aan de dag dat algehele voldoening plaatsvindt;
7.11.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2023.
Ap/pb