Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- dat er wel eens een vriend ( [medeverdachte 2] ) van haar partner ( [medeverdachte 1] ) langskwam die wat wazig was;
- dat [medeverdachte 2] haar partner zou helpen met het opknappen van de schuur;
- dat zij hen wel eens samen naar boven zag gaan in de schuur;
- dat [medeverdachte 2] ook vaak langskwam als zij aan het werk was;
- dat het opruimen van de schuur al jaren duurde;
- haar partner dagelijks de schuur in ging en dan de schuurdeur dicht deed;
- ze van haar partner niet in de schuur mocht komen;
- ze vermoedens had over wat er in de schuur gebeurde;
- ze er bewust nooit is gaan kijken;
- ze naïef was en haar kop in het zand had gestoken.
(de rechtbank begrijpt in de schuur)ligt en zij instructie geeft over hoe [medeverdachte 2] het perceel via de salon kan verlaten. [4]
3.De bewezenverklaring
feit 1 subsidiair ten laste gelegdeheeft begaan, te weten dat:
subsidiair
en/of een of meer onbekend gebleven persoon/personenop
of omstreeks3 maart 2021 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,(telkens
)opzettelijk heeft geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres]
)een hoeveelheid van
(in totaal
)ongeveer 742
, althans een groot aantalhennepplanten
en/of delen daarvan (waaronder 9 moederplanten en 409 hennepstekken),
in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
(e)misdrijf
/misdrijvenverdachte
in of omstreeksop3
meermalen, althans eenmaal (telkens)opzettelijk gelegenheid
en/of middelen en/of inlichtingenheeft verschaft en
/ofopzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die [medeverdachte 2]
en/of een of meer onbekend gebleven persoon/personenvoornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen.