Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
1.183,00(1,0 punt × tarief € 1.183,00)
Rechtbank Gelderland
Op 15 november 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid als eiseres en een andere besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid als gedaagde. De gedaagde is niet verschenen in de procedure. Eiseres vorderde veroordeling van gedaagde tot betaling van beslagkosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beslag nietig is, omdat de dagvaarding niet tijdig aan de ING Bank N.V. is betekend, zoals vereist door artikel 721 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Hierdoor werd de vordering tot betaling van de beslagkosten afgewezen.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de vordering van eiseres voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond is. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op een totaal van € 4.126,73. Dit bedrag omvat onder andere de kosten van de dagvaarding en het griffierecht. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 56.614,69 aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente, en € 1.321,15 aan buitengerechtelijke incassokosten, eveneens vermeerderd met wettelijke rente.
De rechtbank heeft ook bepaald dat gedaagde in de nakosten moet worden veroordeeld, met een specificatie van de kosten die kunnen ontstaan na het vonnis. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.E.M. Overkamp op de zitting van 15 november 2023.